Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 



Niet-deelnemers aan PRO-studies hebben slechtere overleving dan deelnemers

De kenmerken van niet-deelnemers aan patiëntgerapporteerd onderzoek (PRO) kunnen significant verschillen ten opzichte van overlevenden die wél deelnemen aan dergelijke studies, blijkt uit onderzoek van Belle de Rooij (Tilburg University, IKNL) en collega’s. Daarin is een vergelijking gemaakt tussen sociaal-demografische & klinische kenmerken en overlevingscijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) met gegevens van deelnemers en niet-deelnemers aan PROFILES-studies. Dit betekent dat zelfs PRO-studies met een relatief hoge participatiegraad mogelijk gezondere patiënten vertegenwoordigen. Daarom zijn extra strategieën nodig om de participatiegraad van niet-deelnemers te verhogen.

lees verder

Schildklierkanker heeft grotere impact op jongere overlevenden dan op oudere

Schildklierkanker lijkt een grotere impact te hebben op jongere overlevenden van schildklierkanker dan op oudere lotgenoten. Het gaat hierbij onder andere om slechter functioneren op fysiek, rol, cognitief en sociaal gebied. Ook hebben jongere overlevenden meer last van vermoeidheid en financiële problemen, zo blijkt uit een studie van Floortje Mols (Tilburg University, IKNL) en collega’s. Volgens de onderzoekers is het belangrijk om overlevenden van schildklierkanker te screenen op gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en ziektespecifieke symptomen. Hiervoor zijn korte en gerichte screeningsinstrumenten nodig die ingezet kunnen worden in de polikliniek.

lees verder

Variatie in nazorgbehoeften onder overlevenden van kanker vergt maatwerk

Onder Amerikaanse overlevenden van kanker komen veel onvervulde nazorgbehoeften voor. Desondanks geeft een aanzienlijke groep overlevenden aan geen of een lage behoefte te hebben aan (aanvullende) gezondheidszorg na kanker. Dat blijkt uit onderzoek van Belle de Rooij (Tilburg Universiteit, IKNL) en Amerikaanse onderzoekers van Massachusetts General Hospital en Harvard Medical School. Overlevenden met onvervulde nazorgbehoeften kunnen worden verdeeld in voornamelijk fysieke, voornamelijk psychologische of zowel fysieke als psychologische nazorgbehoeften. Deze grote variatie in nazorgbehoeften suggereert volgens de onderzoekers een noodzaak om patiënten te screenen, zodat op maat gemaakte interventies mogelijk zijn. 

lees verder

Sensorische neuropathie blijft aanwezig na chemotherapie bij eierstokkanker

Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie heeft ernstige consequenties voor de kwaliteit van leven van (ex-)patiënten met eierstokkanker die eerder chemotherapie kregen. Uit onderzoek van Cynthia Bonhof (Tilburg University, IKNL) en collega’s blijkt dat motorische perifere neuropathiesymptomen twaalf maanden na de behandeling significant verbeterden, maar dat sensorische perifere neuropathiesymptomen bleven bestaan. Volgens de onderzoekers dient in toekomstige studies de focus te liggen op de invloed van verschillende behandelingen op het optreden van chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie en het voorkomen en verminderen van deze symptomen.

lees verder

Project: psychosociale gevolgen van onvermogen tot eten

De psychosociale gevolgen van het onvermogen tot eten en ongewenst gewichtsverlies is binnen de oncologische en palliatieve zorg een onderbelicht thema. Patiënten met kanker kunnen door klachten vaak niet voldoende eten, met gewichtsverlies tot gevolg. Zorginstituut Nederland heeft in november bekend gemaakt subsidie beschikbaar te stellen aan IKNL voor het onderzoeksproject ‘Hij moet toch eten?’. Het project, dat op 1 december 2017 van start is gegaan en loopt tot eind november 2019, gaat zich richten op het sneller signaleren en bespreekbaar maken van de psychosociale last van het onvermogen tot eten en ongewenst gewichtsverlies.

lees verder

Impact BMI en middelomtrek op kwaliteit van leven na dikkedarmkanker

Overlevers van dikkedarmkanker met een hogere BMI en een verhoogde middelomtrek rapporteren een slechter functioneren, een lagere algehele gezondheidsstatus en meer vermoeidheidssymptomen. Verder blijkt een verhoogde middelomtrek geassocieerd te zijn met een lager fysiek en sociaal functioneren, ongeacht de BMI-status. Dat staat te lezen in een publicatie van Pauline Vissers (IKNL) en collega’s in Nutrition and Cancer. De onderzoekers doen de aanbeveling om bij toekomstig onderzoek naar kwaliteit van leven rekening te houden met de BMI en middelomtrek. In studies ter preventie van overgewicht dient daarom naast gewichtsverlies, ook gelet te worden op de vermindering van het buikvet. 

lees verder

AGE-CRC-studie: betere kwaliteit van leven voor ouderen met darmkanker

Het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein is 31 Augustus 2017 gestart met de AGE-CRC-studie (Advanced Geriatric Evaluation-ColoRectal Cancer). Doel is ouderen met dikkedarmkanker voorafgaand aan de operatie op efficiënte en eenduidige wijze te screenen om complicaties tijdens en na de operatie te voorkomen en de kwaliteit van leven van deze ouderen te waarborgen en te verbeteren. De studie zal initieel starten in zes centra. Donderdag 28 september 2017 kreeg Ellen van der Vlies (AIOS interne geneeskunde)een subsidie uitgereikt van €114.375 voor dit onderzoek van stichting Vrienden Integrale Oncologische Zorg (VIOZ). 

lees verder

Proefschrift over definitieproblemen borstkanker en beter persoonlijk natraject

In wetenschappelijk studies naar borstkanker worden vaak uitkomstmaten gebruikt als “5-jaarsoverleving” of “kans op een recidief binnen 5 jaar’. Het lijkt logisch dat onderzoekers daarmee hetzelfde bedoelen, maar uit onderzoek van Martine Moossdorff blijkt dat er veel verschillende definities in omloop zijn die vergelijkingen tussen studies kunnen bemoeilijken. Ze beschrijft in haar proefschrift suggesties voor een betere standaardisering van recidieven en uitzaaiingen van borstkanker, maar ook voor een betere bepaling van het individuele risico op terugkeer van de ziekte bij verschillende subtypes en de timing daarvan. Deze informatie is relevant voor patiënten, maar draagt ook bij aan beter, sneller en betrouwbaarder onderzoek naar borstkanker. 

lees verder