Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
De overlevingswinst van oudere patiënten met non-hodgkinlymfoom die behandeld worden, is vergelijkbaar met die van jongere patiënten. Dat is een van de bevindingen die dr. Djamila Issa (VU/Jeroen Bosch Ziekenhuis) doet in haar proefschrift, dat eerder dit jaar verscheen. Hoewel de algemene overleving van oudere patiënten met non-hodgkinlymfoom achterblijft ten opzichte van jongere patiënten, verdwijnt dit verschil in overlevingswinst bijna volledig wanneer alleen naar behandelde oudere patiënten gekeken wordt. Issa wil een lans breken voor het behandelen van oudere patiënten.
lees verderIKNL en DHD hebben in de Monitor Oncologische Zorg informatie opgenomen over palliatieve zorg en zorg in de laatste levensfase van in het ziekenhuis overleden kankerpatiënten. Ziekenhuizen kunnen hiermee bekijken hoe vaak er sprake is van passende en potentieel niet-passende zorg in de laatste levensfase. Er is informatie beschikbaar over de inzet van het team palliatieve zorg en de ontvangen zorg (ic-opname, chemotherapie, bezoeken aan de Spoed Eisende Hulp en meerdere ziekenhuisopnames) in de laatste maand van het leven van kankerpatiënten die in het ziekenhuis overleden.
lees verderEuropese richtlijnen voor uitgezaaide blaaskanker vermelden al jaren dat patiënten bij voorkeur met cisplatine-bevattende chemotherapie worden behandeld in de eerste lijn. Een kritische heranalyse van de klinische trials waarop deze aanbeveling is gebaseerd, laat echter zien dat de data helemaal niet zo overtuigend zijn als doorgaans wordt verondersteld. Dat schrijven IKNL’ers Anke Richters, Katja Aben en collega's in het tijdschrift Clinical Genitourinary Cancer. Ze ontdekten dat er géén significant verschil was in overleving bij een behandeling met cisplatine versus carboplatine.
lees verderHaaruitval of alopecia is een van de meest voorkomende mogelijke bijwerkingen van een chemotherapiebehandeling. Het kan een grote impact hebben op de ervaren kwaliteit van leven. Onderzoekers Anne Versluis en Corina van den Hurk deden, met hun collega's, verschillende onderzoeken naar haarverlies, met als doel om de ziektepercepties van vrouwelijke patiënten hierover inzichtelijk te maken en hun copingstrategieën in beeld te brengen. We spraken hen over de onderzoeken en hun bevindingen.
lees verder
Recente behandelpatronen voor kleincellig longkanker (SCLC) in Nederland waren onbekend. Daarom voerden Jelle Evers en zijn collega’s een landelijk onderzoek uit, dat trends en variaties beschrijft in de behandeling van kleincellig longkanker bij stadium I tot en met III in Nederland in de periode 2008-2019. Het meest opvallende resultaat dat daaruit naar voren kwam, is dat behandelingsregimes en fractioneringsschema's voor radiotherapie varieerden tussen patiëntengroepen, regio's en ziekenhuizen. Meer onderzoek is volgens de onderzoekers nodig om mogelijk ongewenste variaties in behandeling tegen te gaan.
lees verderHet verschil in overlevingswinst tussen de twee voornaamste soorten chemotherapie bij patiënten met gemetastaseerd blaaskanker is zeer gering. Dat blijkt uit een retrospectieve studie die recent verscheen in European Urology Focus. Onderzoekers vergeleken in deze studie de overleving van patiënten behandeld met cisplatine- en carboplatine-bevattende chemotherapie.
lees verderVoor patiënten met laag risico niet-spierinvasieve blaaskanker wordt door internationale richtlijnen een eenmalige blaasinstillatie (spoeling) met chemotherapie binnen 24 uur na transurethrale resectie (TUR) aanbevolen. Er bestaat grote variatie in de toepassing van een eenmalige spoeling. Mogelijk kan dit verklaard worden door angst voor complicaties. Daarom onderzocht de 'BlaaskankerZorg In Beeld' studiegroep (BlaZIB) het risico op ernstige complicaties en sterfte na een eenmalige spoeling, welke zeer laag bleken te zijn. Gezien de grote variatie in de toepassing van een eenmalige spoeling en het lage risico op ernstige complicaties of sterfte, wordt mogelijk een deel van de patiënten onterecht niet behandeld met een eenmalige spoeling.
lees verderEerstelijnsbehandeling met 6x R-CHOP21 is even effectief in vergelijking met intensievere en meer toxische schema’s met R-CHOP14. R-CHOP21 kan daarom worden overwogen bij alle patiënten met stadium II-IV diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL). Dat concluderen Djamila Issa (Amsterdam UMC, Jeroen Bosch Ziekenhuis) en collega’s in een studie met NKR-data. Deze uitkomst dient nog wel bevestigd te worden in een grotere groep patiënten met een langere follow-up.
lees verder