Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 



Behandelkeuze stadium I NSCLC: veel variatie ziekenhuizen; overleving gelijk

Behandelkeuze stadium I NSCLC: veel variatie ziekenhuizen; overleving gelijk

Door centralisatie is het aantal ziekenhuizen in Nederland gedaald dat zelf longkankeroperaties uitvoert. Hoewel dit bijdroeg aan de variatie in behandelkeuze tussen ziekenhuizen, heeft dit in de praktijk bij patiënten met stadium I niet-kleincellige longkanker (NSCLC) niet geleid tot een slechtere algemene overleving. Dit suggereert volgens Julianne de Ruiter (NKI-AvLen collega’s dat verdere centralisatie van longkankerchirurgie waarschijnlijk geen nadelige impact zal hebben op de uitkomsten van behandeling.

lees verder

Thesis klinische en pathologische aspecten dunnedarm- en appendixkanker

Thesis klinische en pathologische aspecten dunnedarm- en appendixkanker

Patiënten met zeldzame dunne darm- en appendixkanker krijgen in de klinische praktijk vaak nog eenzelfde behandeling als patiënten met maag- en dikkedarmkanker. De onderbouwing hiervoor ontbreekt grotendeels concludeert Laura Legué in haar proefschrift. Daarin toont ze aan dat dunne darm- en appendixkanker unieke kankersoorten zijn, met elk een zeer verschillend ziektebeloop. Verder blijkt dat bij gemetastaseerde dunnedarmkanker slechts een minderheid van de patiënten palliatieve chemotherapie ontvangt. En bij appendixkanker met uitzaaiingen naar het buikvlies heeft het histologisch subtype een belangrijke prognostische waarde.

lees verder

Behandel dermatofibrosarcoma protuberans (DFSP) met Mohs-microchirurgie

Behandel dermatofibrosarcoma protuberans (DFSP) met Mohs-microchirurgie

Het percentage incomplete excisies is hoog (51%) bij patiënten met dermatofibrosarcoma protuberans (DFSP) in Nederland. Ook het aandeel patiënten dat na chirurgische behandeling te maken krijgt met recidieven (10%) is klinisch relevant. Die conclusies trekken Lotte van Lee (Erasmus MC) en collega’s op basis van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en het pathologisch anatomisch landelijk geautomatiseerd archief (PALGA). Om het aantal recidieven te verminderen, adviseren de onderzoekers de Europese richtlijn te volgen door patiënten vaker te behandelen met Mohs-microchirurgie.

lees verder

Overleving bij maligne peritoneaal mesothelioom licht verbeterd

Aantal operaties bij maligne peritoneaal mesothelioom toegenomen

Patiënten met maligne peritoneaal mesothelioom hebben een slechte prognose. In Nederland is de 2-jaarsoverleving van deze patiënten de afgelopen decennia verbeterd van 10% naar 20%. Zeer waarschijnlijk is dat een gevolg van agressiever behandelen en vaker toepassen van chirurgie. Echter, een meerderheid van de patiënten met deze ziekte kreeg geen enkele anti-kankerbehandeling, zo blijkt uit onderzoek van Nadine de Boer (Erasmus MC) en collega’s. Ze pleiten daarom voor centralisatie van zorg in gespecialiseerde medische centra en invoering van een internationaal gestandaardiseerd stadiëringssysteem.

lees verder

Studie naar relevantie histologische subtypen op prognose appendixcarcinoom

Pathologisch onderzoek

Bij patiënten met een locoregionaal of niet naar het buikvlies gemetastaseerd appendixadenocarcinoom heeft het histologisch subtype van de tumor géén invloed op de prognose. Echter, bij patiënten met peritoneale metastasen is het mucineus subtype wél een gunstige prognostische factor ten opzichte van patiënten met het een niet-mucineus adenocarcinoom. Dat blijkt uit onderzoek van Laura Legué (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven & IKNL) en collega’s. Deze uitkomsten bevestigen dat mucineuze en niet-mucineuze adenocarcinomen in de appendix verschillend zijn als het gaat om prognose en behandelmogelijkheden.

lees verder

Blaaskanker bij vrouwen: alleen eerste twee jaar na diagnose hoger sterfterisico

Alleen eerste twee jaar na diagnose oversterfte door blaaskanker bij vrouwen

Vrouwen met blaaskanker hebben alleen in de eerste twee jaar na diagnose een hoger risico om te overlijden aan deze ziekte dan mannen. In de jaren daarna is het sterfterisico van mannen en vrouwen vergelijkbaar, zo blijkt uit onderzoek van Anke Richters (IKNL) en collega’s. Dat betekent dat bij vrouwen sprake is van een onderschatting van de oversterfte in de eerste twee jaar na diagnose. Mogelijk is een agressievere behandeling van vrouwen met blaaskanker gerechtvaardigd.

lees verder

Preoperatieve MRI leidt niet tot betere uitkomsten bij ductaal carcinoom in situ

Preoperatieve MRI, als aanvulling op conventionele beeldvorming van de borst, leidt niet tot betere uitkomsten van chirurgie bij patiënten met primair ductaal carcinoom in situ. Dat concluderen Kristien Keymeulen (Maastricht UMC) en collega’s op basis van een studie met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De kans op een borstamputatie was na een MRI zelfs twee keer zo hoog. Ook het risico op positieve resectiemarges na borstsparende chirurgie nam niet af na preoperatieve MRI. De onderzoekers benadrukken dat pas definitieve conclusies getrokken kunnen worden aan de hand van de uitkomsten van langetermijnstudies, waarin ook naar lokale controle van de tumor wordt gekeken.

lees verder

Naleving richtlijnen chirurgie nierkanker beter bij groter behandelvolume

De naleving van richtlijnen voor de chirurgische behandeling van patiënten met stadium T1 nierkanker hangt samen met het aantal uitgevoerde operaties. Dat blijkt uit een studie van Britse en Nederlandse onderzoekers met data van ziekenhuizen uit het Verenigd Koninkrijk uit 2012-2016. De onderzoekers stellen vast dat centra met een groter behandelvolume beter voldoen aan de aanbevelingen in de richtlijnen. Patiënten met een T1-tumor die behandeld zijn in een centra met een hoog volume krijgen vaker een partiële nefrectomie. Ook treden bij deze patiënten minder complicaties op.

lees verder