cover proefschrift blaaskanker Lisa van Hoogstraten

Promotieonderzoek toont aanzienlijke variatie blaaskankerzorg Nederland

Het creëren van een solide basis voor aanbevelingen om de zorg voor patiënten met blaaskanker te verbeteren. Dat is de doelstelling van het proefschrift ‘Blaaskankerzorg in Nederland; zijn richtlijnen en praktijk met elkaar in harmonie?’ van IKNL-onderzoeker Lisa van Hoogstraten. Samen met collega’s onderzocht ze de afgelopen jaren diverse aspecten van de blaaskankerzorg in Nederland door de variatie tussen ziekenhuizen te beoordelen, onderliggende factoren te identificeren en het effect van de variatie op de klinische uitkomsten en de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van patiënten te evalueren.

De onderzoeksresultaten in het proefschrift laten zien dat er aanzienlijke variatie is in de blaaskankerzorg in Nederland. In sommige gevallen blijkt dat die variatie gevolgen heeft voor de oncologische uitkomsten, zoals de overleving.

Laag risico op complicaties na eenmalige postoperatieve blaasinstillatie met chemotherapie 

Zo is er een hoofdstuk gewijd aan de naleving van de richtlijnen en de risico's van de aanbevolen behandeling bij patiënten met een laag risico op blaaskanker. Voor patiënten met laag risico niet-spierinvasieve blaaskanker wordt door internationale richtlijnen een eenmalige blaasinstillatie (spoeling) met chemotherapie binnen 24 uur na transurethrale resectie (TUR) aanbevolen. Er bestaat grote variatie in de toepassing van een eenmalige spoeling. Mogelijk kan dit worden verklaard door angst voor complicaties. Daarom werd het risico op ernstige complicaties en sterfte na een eenmalige spoeling onderzocht. Dit bleek zeer laag te zijn. Gezien de grote variatie in de toepassing van een eenmalige spoeling en het lage risico op ernstige complicaties of sterfte, wordt mogelijk een deel van de patiënten onterecht niet met een eenmalige spoeling behandeld.

Ruimte voor verbetering in toepassing neoadjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker

Ook wordt in het proefschrift de opname van en de factoren die geassocieerd zijn met het aanbevolen gebruik van neoadjuvante chemotherapie voorafgaand aan radicale cystectomie (blaasverwijdering)  geëvalueerd, en het effect van ziekenhuisvariatie op de overleving van de patiënt. Er blijkt grote ziekenhuisvariatie te bestaan in het gebruik van neoadjuvante chemotherapie bij patiënten met spierinvasieve blaaskanker. Dit lijkt impact te hebben op de overleving van de patiënt. De variatie kan voor een deel worden gereduceerd door betere naleving van de richtlijnen voor patiënten met stadium T3-4a blaaskanker en door kritische herevaluatie van de richtlijnen op basis van toekomstig wetenschappelijk onderzoek voor patiënten met stadium T2 blaastumoren. De onderzoekers hopen dat de studie leidt tot meer eenduidig beleid.

Chemoradiatie met capecitabine bij spierinvasieve blaaskanker is patiëntvriendelijker

Chemoradiatie, een combinatie van chemotherapie en bestraling, wint aan populariteit als blaassparende therapie voor patiënten met spierinvasieve blaaskanker. Vaak wordt de chemotherapie gegeven in de vorm van intraveneuze 5-fluorouracil (5-FU) of orale capecitabine, waarbij capecitabine patiëntvriendelijker is. Echter was de gelijkwaardigheid van beide middelen als behandeling voor blaaskanker nog niet eerder onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat chemoradiatie met capecitabine plus Mitomycine C (MMC) een vergelijkbaar toxiciteitsprofiel heeft als 5-FU plus MMC. Er blijkt ook geen verschil in overleving te zijn. Alles bij elkaar genomen is een op capecitabine gebaseerde behandeling beter voor zowel patiënten als zorgverleners en vereist het minder medische middelen en kosten. Daarom zou chemoradiatie op basis van capecitabine overwogen moeten worden als een patiëntvriendelijker alternatief voor een op 5-FU gebaseerde behandeling.

Overleving patiënten met occulte lymfekliermetastasen aanzienlijk slechter 

Een ander onderzoek gaat over de prevalentie van occulte lymfekliermetastasen na tumordownstaging. Als na blaasverwijdering bij spierinvasieve blaaskanker blijkt dat de tumor (grotendeels) verdwenen is, blijken er bij ongeveer vier procent van deze patiënten occulte (onverwachte) uitzaaiingen in de lymfeklieren te zijn. Voor deze patiënten geldt een slechtere overleving.

Eén op de vijf patiënten met spierinvasief blaaskanker krijgt geen tumorgerichte behandeling

Eén op de vijf patiënten met spierinvasieve blaaskanker zonder afstandsmetastasen krijgt geen tumorgerichte behandeling. De leeftijd van de patiënt bleek een belangrijke rol te spelen in het al dan niet behandelen van deze onderbelichte patiëntengroep. De overleving van zowel onbehandelde patiënten jonger dan 75 als patiënten van 75 jaar en ouder, was beduidend slechter dan die van behandelde patiënten in dezelfde leeftijdsgroep met prognostisch vergelijkbare patiënt- en tumorkarakteristieken. Of patiënten wel of niet behandeld werden, verschilde per ziekenhuis. Het team concludeert dat een deel van deze patiënten mogelijk onterecht niet wordt behandeld.

Impact COVID-19 pandemie op uro-oncologische zorg

Tijdens het maken van het proefschrift ontstond de COVID-19-pandemie die de gezondheidszorg wereldwijd ontwrichtte. In het proefschrift is een hoofdstuk gewijd aan de algemene impact van de eerste COVID-19-golf op de zorg voor blaaskanker in Nederland.

De onderzoeken uit het proefschrift van Lisa van Hoogstraten zijn uitgevoerd binnen het landelijke populatie-gebaseerde BlaZIB-cohort. Dit cohort bestaat uit alle patiënten met hoog-risico niet-spierinvasieve blaaskanker (T1, Cis) en niet-gemetastaseerd spierinvasieve blaaskanker, gediagnosticeerd tussen november 2017 en november 2019. Gegevens over patiënt, tumor en behandelkenmerken werden door datamanagers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) uit de medische dossiers verzameld en vervolgens door de onderzoekers geanalyseerd. Daarnaast zijn er voor de meeste bovengenoemde onderzoeken ook aanvullende gegevens verzameld. Zo werden er aanvullende items vastgelegd in de NKR, bijvoorbeeld over diagnostiek, complicaties, en terugkeer of verergering van de ziekte tot 2 jaar na diagnose. Daarnaast werd een koppeling gemaakt met het DHD-register om informatie op te halen over ernstige complicaties en heropnames, die niet direct beschikbaar is in de NKR. Ook werd er gebruikgemaakt va een enquête onder urologen en werden gegevens over gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van patiënten met blaaskanker verzameld door middel van vragenlijsten met behulp van de PROFILES-applicatie. De BlaZIB-data worden nog steeds gebruikt om onderzoek te doen waarmee de blaaskankerzorg steeds verder kan worden verbeterd, met als uiteindelijke doel om de best mogelijke zorg te bieden aan patiënten met blaaskanker.

Aanbevelingen om blaaskankerzorg te verbeteren

Op basis van de studies beschreven in het proefschrift en andere studies binnen BlaZIB zijn aanbevelingen geformuleerd om de blaaskankerzorg te verbeteren. Inmiddels is een rapport met aanbevelingen aangeboden aan de wetenschappelijke verenigingen die betrokken zijn bij de blaaskankerzorg in Nederland. Speciaal voor patiënten en hun naasten werd er een brochure gemaakt waarin op een toegankelijke wijze alle resultaten worden samengevat.

Lisa van Hoogstraten promoveert op 19 december aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Om 16:30 uur is de promotie via deze livestream te volgen.

Referenties: 

Meer informatie: 
Op de BlaZIB-website staat een overzicht van alle wetenschappelijke artikelen en presentaties over de BlaZIB-studie. Hier komen ook de resultaten van toekomstig onderzoek te staan. Ook op deze projectpagina is meer informatie te vinden. Informatie over de publicaties is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl.

Voor vragen over blaaskanker kunt u contact opnemen met senior onderzoeker dr. Katja Aben of junior onderzoeker Lisa van Hoogstraten.

Gerelateerde projecten

BlaZIB: Landelijk cohort voor blaaskankerzorg

Het doel van BlaZIB (BlaaskankerZorg In Beeld) is om inzicht te geven in de kwaliteit van zorg en deze waar mogelijk te verbeteren. Om dit doel te bereiken brengen onderzoekers de blaaskankerzorg in beeld vanaf het optreden van de eerste klachten tot en met een paar jaar na de diagnose en behandeling van blaaskanker.

lees verder
Medewerkers

Katja Aben

dr. Katja Aben

hoofdonderzoeker

lees verder

Lisa van Hoogstraten

Lisa van Hoogstraten IKNL

postdoc onderzoeker

lees verder
Gerelateerd nieuws

ProBCI streeft naar betere behandeling en kwaliteit van leven voor mensen met blaaskanker

blaaskanker zorg vrouw troost man In het kader van blaaskankermaand mei, zetten we de Prospectieve Blaaskanker Infrastructuur (ProBCI) eens in de spotlight. Betere behandelopties, betere behandelresultaten en betere kwaliteit van leven voor mensen met blaaskanker, dat is waar dit landelijke cohort zich voor inzet. Dit gebeurt door klinische data, biomateriaal en patiëntgerapporteerde uitkomstmaten voor onderzoek beschikbaar te maken. lees verder

Veel ruimte voor verbetering in toepassing neoadjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker

Arm vrouw met infuus chemotherapie

Uit onderzoek blijkt dat er grote ziekenhuisvariatie bestaat in het gebruik van neoadjuvante chemotherapie bij patiënten met spierinvasieve blaaskanker. Dit lijkt impact te hebben op de overleving van de patiënt. De variatie kan voor een deel worden gereduceerd door betere naleving van de richtlijnen voor patiënten met stadium T3-4a blaaskanker en door kritische herevaluatie van de richtlijnen op basis van toekomstig wetenschappelijk onderzoek voor patiënten met stadium T2 blaastumoren. De onderzoekers hopen dat de studie leidt tot meer eenduidig beleid.

lees verder