Laag risico op complicaties na eenmalige postoperatieve blaasinstillatie met chemotherapie

Voor patiënten met laag risico niet-spierinvasieve blaaskanker wordt door internationale richtlijnen een eenmalige blaasinstillatie (spoeling) met chemotherapie binnen 24 uur na transurethrale resectie (TUR) aanbevolen. Er bestaat grote variatie in de toepassing van een eenmalige spoeling. Mogelijk kan dit verklaard worden door angst voor complicaties. Daarom onderzocht de 'BlaaskankerZorg In Beeld' studiegroep (BlaZIB) het risico op ernstige complicaties en sterfte na een eenmalige spoeling, welke zeer laag bleken te zijn. Gezien de grote variatie in de toepassing van een eenmalige spoeling en het lage risico op ernstige complicaties of sterfte, wordt mogelijk een deel van de patiënten onterecht niet behandeld met een eenmalige spoeling.

Cohort

De studie is uitgevoerd binnen het landelijke populatie-gebaseerde BlaZIB cohort met behulp van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie. Patiënten die tussen 1 januari 2009 en 31 december 2018 zijn gediagnosticeerd met laaggradig urotheelcarcinoom van de blaas en een TUR hebben ondergaan, zijn retrospectief geïdentificeerd uit de Nederlandse Kankerregistratie. De 30-dagen mortaliteit is berekend en via aanvullend dossieronderzoek is het risico op ernstige complicaties, gedefinieerd als heropname binnen 14 dagen of verlengde opname na eenmalige instillatie, in kaart gebracht.

Uit de gegevens bleek dat er grote variatie in de toepassing van een eenmalige spoeling bestaat tussen provincies in Nederland (zie onderstaande figuur).

Risico op ernstige complicaties 

Het percentage patiënten met eenmalige blaasinstillatie varieerde van 0% tot 80% tussen ziekenhuizen. Van de 25,567 geïncludeerde patiënten werd 55% behandeld met een eenmalige instillatie. Achttien patiënten overleden binnen 30 dagen, waarvan drie (0.02%) gevallen van overlijden mogelijk geassocieerd zijn met de instillatie. In 1.6% (n=42, periode 2017-2018) van de patiënten werden ernstige complicaties, mogelijk gerelateerd aan de behandeling, gerapporteerd.

Grote variatie

Het absolute risico op sterfte en ernstige complicaties is zeer laag in patiënten die voor laaggradig urotheelcarcinoom van de blaas zijn behandeld met TUR, gevolgd door een eenmalige instillatie met chemotherapie. Een eenmalige instillatie kan daarom als een veilige behandeling worden beschouwd, mits er geen sprake is van contra-indicaties. Gezien de substantiële variatie in toepassing van een eenmalige instillatie wordt mogelijk een deel van de patiënten onterecht deze effectieve behandeling onthouden.

Referentie

Het artikel is open access toegankelijk op IOSpress

van Hoogstraten, Lisa M.C., Witjes, J. Alfred, Ripping, Theodora M, Nooter, Ronald I, Kiemeney, Lambertus A., Aben, Katja K.H., on behalf of the BlaZIB study group. Low risk of severe complications after a single, post-operative instillation of intravesical chemotherapy in patients with TaG1G2 urothelial bladder carcinoma bladder cancer. Bladder Cancer, vol. 7, no. 2, pp. 193-203, 2021. 

BlaZIB

Gerelateerd nieuws

Veel ruimte voor verbetering in toepassing neoadjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker

Arm vrouw met infuus chemotherapie

Uit onderzoek blijkt dat er grote ziekenhuisvariatie bestaat in het gebruik van neoadjuvante chemotherapie bij patiënten met spierinvasieve blaaskanker. Dit lijkt impact te hebben op de overleving van de patiënt. De variatie kan voor een deel worden gereduceerd door betere naleving van de richtlijnen voor patiënten met stadium T3-4a blaaskanker en door kritische herevaluatie van de richtlijnen op basis van toekomstig wetenschappelijk onderzoek voor patiënten met stadium T2 blaastumoren. De onderzoekers hopen dat de studie leidt tot meer eenduidig beleid.

lees verder

Cisplatine of carboplatine bij uitgezaaide blaaskanker: hoe goed is het huidige bewijs?

Infuuspaal

Europese richtlijnen voor uitgezaaide blaaskanker vermelden al jaren dat patiënten bij voorkeur met cisplatine-bevattende chemotherapie worden behandeld in de eerste lijn. Een kritische heranalyse van de klinische trials waarop deze aanbeveling is gebaseerd, laat echter zien dat de data helemaal niet zo overtuigend zijn als doorgaans wordt verondersteld. Dat schrijven IKNL’ers Anke Richters, Katja Aben en collega's in het tijdschrift Clinical Genitourinary Cancer. Ze ontdekten dat er géén significant verschil was in overleving bij een behandeling met cisplatine versus carboplatine.

lees verder