Cijfers slokdarm- en maagkanker
Hieronder vindt u een overzicht van de incidentie-, overlevings-, prevalentie- en sterftecijfers gebaseerd op data uit de Nederlandse Kankerregistratie.
Informatie voor patiënten over slokdarmkanker en maagkanker vindt u op kanker.nl.
Incidentie slokdarm-en maagkanker
Steeds meer mensen kregen de afgelopen decennia slokdarmkanker, terwijl maagkanker steeds minder vaak voorkomt.
De incidentie van slokdarmkanker is in Nederland de laatste jaren fors toegenomen van 683 diagnoses in 1989 naar bijna ruim 2.600 in 2022. Opvallend is hierbij de stijging van adenocarcinomen van de slokdarm, terwijl het aantal plaveiselcelcarcinomen veel stabieler bleef. De totale incidentie van slokdarmkanker (inclusief cardiakanker) is bij mannen veel sterker gestegen (van ruim 800 naar circa 2.200), vergeleken met vrouwen (van ruim 300 naar 868).
Uitgedrukt in het aantal diagnoses per 100.000 inwoners (ESR) is de stijging minder uitgesproken. Dat toont aan dat de toename van het aantal diagnoses van slokdarmkanker deels te verklaren is door bevolkingsgroei en de gestegen leeftijd van de bevolking.
Het aantal mensen dat maagkanker krijgt neemt al een decennia af. In 2020 werd bij bijna 1.000 mensen in Nederland de diagnose maagkanker gesteld. Het aantal diagnoses per 100.000 inwoners laat, na correctie voor de gestegen gemiddelde leeftijd (ESR, European Standardized Rate), de afgelopen drie decennia ook een daling zien. De incidentie voor 2020 is gebaseerd op voorlopige aantallen die mogelijk nog bijgesteld kunnen worden.
Overleving slokdarm-en maagkanker
Voor zowel slokdarmkanker als maagkanker geldt dat de kans op overleving toeneemt als de diagnose in een vroeg stadium wordt gesteld.
Prevalentie slokdarm-en maagkanker
In 2020 waren er ruim 7.600 personen in Nederland die in de 10 jaar daarvoor de diagnose slokdarmkanker (inclusief cardiakanker) kregen en nog in leven waren (10-jaarsprevalentie). Voor maagkanker waren dit binna 2.700 mensen.
Sterfte slokdarm-en maagkanker
In 2019 zijn in Nederland bijna 2.000 mensen overleden aan slokdarmkanker en ruim 1.200 mensen aan maagkanker.
Zeldzame vormen slokdarm-en maagkanker
Zeldzame slokdarmkanker wordt jaarlijks bij ongeveer 600 mensen in Nederland vastgesteld en zeldzame maagkanker bij ongeveer 10 mensen in Nederland. Voor het bepalen of een kanker zeldzaam is geldt de RARECARE-definitie van minder dan zes nieuwe gevallen per 100.000 personen per jaar. In de Nederlandse Kankerregistratie wordt het voorkomen van deze vorm nauwgezet bijgehouden.
Zeldzame slokdarmkanker
Het aantal patiënten met zeldzame slokdarmkanker* is de laatste jaren ongeveer gelijk gebleven (615 patiënten in 2008 en 642 patiënten in 2017). De ziekte komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Zeldzame slokdarmkanker wordt vaak gediagnosticeerd vanaf 35 jaar en in een later stadium (stadium III of stadium IV). De meest voorkomende behandeling is systemische therapie (+/- radiotherapie) gevolgd door chirurgie (met mogelijk voor- of nabehandeling). Enkel radiotherapie is ook een behandeloptie en bij 20% van de patiënten boven de 70 jaar wordt geen behandeling uitgevoerd. Chirurgie werd in de afgelopen 10 jaar in toenemende mate in een academisch ziekenhuis uitgevoerd. Daarnaast werd chirurgie in toenemende mate uitgevoerd in een resectiecentra voor slokdarmkanker (58% in een resectiecentra in 2011 en 94% in een resectiecentra in 2017). De overleving voor zeldzame slokdarmkanker is relatief laag: 5 jaar na de diagnose is 21% van de patiënten nog in leven.
Zeldzame maagkanker
Zeldzame maagkanker** wordt jaarlijks bij ongeveer 10 mensen in Nederland vastgesteld. De ziekte komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De ziekte wordt vaak gediagnosticeerd boven de 35 jaar en in een later stadium (stadium III of stadium IV). De overleving voor zeldzame maagkanker is relatief laag.
Overige vormen van zeldzame slokdarm- en maagkanker
Overige vormen van zeldzame slokdarm- en maagkanker zijn sarcomen (incl. GIST), neuro-endocriene tumoren/carcinomen en hematologische maligniteiten die voorkomen in de slokdarm of maag. Deze zijn niet meegenomen in bovenstaande teksten en figuren, aangezien ze niet in de Europese RARECARENet-lijst onder slokdarm- en maagkanker worden geplaatst.
* Onder zeldzame slokdarmkanker vallen plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm, speekselklier-type carcinoom van de slokdarm en ongedifferentieerd carcinoom van de slokdarm (volgens de Europese RARECARENet-lijst).
** Onder zeldzame maagkanker vallen plaveiselcelcarcinoom van de maag, speekselkliertumor van de maag en ongedifferentieerd carcinoom van de maag (volgens de Europese RARECARENet-lijst).
Slokdarmkanker in 2032
In oktober 2022 publiceerde IKNL het rapport 'Kanker in Nederland, trends en prognoses tot en met 2032', met daarin ook de prognoses voor prostaatkanker.
Incidentie slokdarmkanker
Het risico op alle vormen van slokdarmkanker tezamen is de laatste jaren redelijk stabiel. Dit blijft naar verwachting zo in de komende tien jaar. Ondanks deze stabiele trend is na opsplitsing op basis van het subtype slokdarmkanker te zien dat het risico voor adenocarcinoom stijgt (hoofdstuk 3.16.1) en voor plaveiselcelcarcinoom juist daalt (hoofdstuk 3.16.2). In 2019 kregen 804 vrouwen en 2.335 mannen de diagnose slokdarmkanker. Door de vergrijzing van de bevolking stijgen deze aantallen tot ongeveer 1.100 vrouwen en 3.000 mannen in 2032. Voor zowel vrouwen als mannen wordt deze stijging veroorzaakt door een stijging in het aantal diagnoses onder 75-plussers. In de jongere leeftijdsgroepen is een stabilisatie of daling van het aantal diagnoses te zien.
Overleving slokdarmkanker
De relatieve overleving van slokdarmkanker verbe - terde de afgelopen decennia. In de periode 1990- 1994 was 12% van de vrouwelijke patiënten vijf jaar na diagnose nog in leven. In de periode 2015-2019 steeg dat percentage naar 25%. Bij mannen nam de 5-jaarsoverleving in dezelfde periode toe van 9% naar 23%. De verbetering in overleving heeft onder andere te maken met verbeteringen in diagnostiek en (chirurgische en preoperatieve) behandeling en meer en betere samenwerking tussen ziekenhuizen.
Prevalentie slokdarmkanker
In 2019 waren er 1.955 vrouwen en 5.725 mannen die in de tien jaar daarvoor de diagnose slokdarm - kanker hadden gekregen. Deze 10-jaarsprevalentie stijgt naar verwachting tot ongeveer 3.000 vrouwen en 8.750 mannen in 2032.
Sterfte slokdarmkanker
Het risico om te sterven aan slokdarmkanker is al dertig jaar vrij stabiel bij vrouwen. Bij mannen steeg dit risico tot ongeveer 2005, maar neemt sindsdien licht af. Deze trends zetten naar verwachting door in het komende decennium. Desondanks stijgt het aantal sterfgevallen al jaren en neemt dit aantal naar verwachting de komende tien jaar door de vergrij - zing van de bevolking verder toe. In 2019 overle - den 517 vrouwen en 1482 mannen als gevolg van slokdarmkanker. Naar verwachting zijn dat in 2032 bijna 700 vrouwen en 1.900 mannen.
Lees hier het hele rapport 'Kanker in Nederland, trends en prognoses tot en met 2032'
Maagkanker in 2032
In oktober 2022 publiceerde IKNL het rapport 'Kanker in Nederland, trends en prognoses tot en met 2032', met daarin ook de prognoses voor maagkanker.
Incidentie maagkanker
Het risico op maagkanker neemt al decennialang flink af, bij zowel vrouwen als mannen. Naar verwachting zet deze dalende lijn de komende jaren door. De afname wordt waarschijnlijk voor een groot deel veroorzaakt door het minder vaak voorkomen en succesvol behandelen van infecties door de Helicobacter pyloribacterie. H. pylori kan een langdurige ontsteking van het maagslijmvlies en maagzweren veroorzaken, wat kan leiden tot maagkanker. Een andere oorzaak van de afname van het risico op maagkanker is de lagere inname van gezouten en gerookte voeding. Een hoge zoutinname kan de maagwand beschadigen en bevordert de groei van H. pylori. Andere bekende risicofactoren van maagkanker zijn roken en alcoholgebruik. Ook daar is een daling in te zien. Het aantal nieuwe patiënten met maagkanker neemt bij vrouwen verder af van 436 in 2019 naar 340 in 2032. Bij mannen blijft het aantal nieuwe diagnoses de komende tien jaar schommelen rond de 630 per jaar.
Overleving maagkanker
De relatieve overleving van maagkanker bleef voor zowel mannen als vrouwen de afgelopen dertig jaar nagenoeg gelijk. De 5-jaarsoverleving lag geduren - de de hele periode rond de 20%. Dit heeft voornamelijk te maken met beperkte ontwikkelingen op het gebied van diagnostiek en behandeling, en eventueel ook met een veranderde, agressievere tumorbiologie.
Prevalentie maagkanker
De 10-jaarsprevalentie van maagkanker daalde in de afgelopen decennia en blijft licht dalen in de komende tien jaar. In 2019 waren er 1.052 vrouwen en 1.647 mannen die in de tien jaar daarvoor de diagnose maagkanker hadden gekregen. In 2032 zijn dat naar verwachting ongeveer 950 vrouwen en 1.600 mannen.
Sterfte maagkanker
Het risico om te sterven aan maagkanker (inclusief cardia) nam, in lijn met de incidentie, in de afgelopen decennia af. Deze dalende trend zet in de komende tien jaar door. Bij vrouwen resulteert dit in een afname van het aantal sterfgevallen: van 481 in 2019 naar 380 in 2032. Bij mannen blijft het aantal sterfgevallen, ondanks de afname in het risico om te sterven aan maagkanker, nagenoeg gelijk: ongeveer 750 per jaar.
In december 2024 kwam het laatste IKNL-rapport uit met kerncijfers rond slokdarm- en maagkanker (over onder meer incidentie, overleving en behandelingen):
Op zoek naar oudere cijfers? Lees hier het vorige rapport uit 2021.