Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Ongeveer de helft van de patiënten die behandeld zijn vanwege lymfeklierkanker (Hodgkin-lymfoom en non-Hodgkin-lymfoom) heeft last van aanhoudende vermoeidheid. Verder heeft ten minste een kwart last van tintelingen in handen en voeten en een gevoel van lusteloosheid. Deze klachten kunnen voortduren tot tien jaar of langer na afronding van de behandeling. Verder is ongeveer een derde van de patiënten ontevreden over de door het ziekenhuis verstrekte informatie. Dat schrijft IKNL-onderzoeker Simone Oerlemans in een proefschrift waarop ze vrijdag 7 november promoveert aan Tilburg University.
lees verderPatiënten met anaplastisch schildkliercarcinoom mét pre-existent struma zijn over het algemeen jonger dan patiënten zonder pre-existent struma of gedifferentieerde schildklierkanker. De overleving tussen deze patiëntengroepen verschilt echter nauwelijks, zo blijkt uit onderzoek van Lars C. Steggink (UMC Groningen), Boukje van Dijk (IKNL) en collega’s. De resultaten van deze studie zijn recent verschenen in The American Journal of Surgery.
lees verderOnderzoeker dr. Nicole Ezendam (IKNL, locatie Eindhoven) heeft een fellowship van KWF Kankerbestrijding ontvangen om onderzoek te doen naar ‘Veranderingen in de nazorg na kanker – het perspectief van de patiënt’. Het gaat om een persoonsgebonden subsidie van circa 400.000 euro met een looptijd van 4 jaar in het kader van wetenschappelijk onderzoek naar psychosociale oncologie. Voor dit onderzoek gaat ze onder meer stage lopen in Nederland, Denemarken en de Verenigde Staten.
lees verderDe informatievoorziening aan patiënten met kanker is niet optimaal. De oorzaak hiervan kan zijn dat de verstrekte informatie niet is aangepast aan de mentale gezondheidstoestand van kankerpatiënten of dat de informatie als ‘onvoldoende’ wordt ervaren. Dit kan angstige en depressieve symptomen en klachten oproepen bij patiënten, zo blijkt uit onderzoek van Nienke Beekers (IKNL) en collega’s. Ze stellen daarom voor om meer aandacht te besteden aan het optimaliseren van de informatievoorziening aan patiënten door deze aan te passen aan de individuele behoeften.
lees verderBehalve landelijke incidentie-, sterfte- en overlevingscijfers geeft IKNL ook jaarlijks een terugkoppeling aan de ziekenhuizen. De inhoud van deze ziekenhuisrapportages zijn dit jaar op maat en in nauw overleg met de professionals samengesteld. Het ziekenhuis bepaalt zelf welke tumortypes, incidenties en behandelingen worden opgenomen. Daaraan kunnen we in totaal 34 van de onderzochte indicatoren toevoegen. Op verzoek van veel ziekenhuizen is de informatie over de overleving uitgebreid en wordt van de meest voorkomende kankersoorten zowel de mediane als de relatieve overleving getoond. In november bespreekt de IKNL-adviseur het rapport met de oncologiecommissie.
lees verderBijnierschorscarcinoom bij kinderen is een uiterst zeldzame aandoening in de westerse wereld. Uit onderzoek door Thomas Kerkhofs (MMC) en collega’s blijkt dat de behandeling van kinderen met bijnierschorscarcinoom in de leeftijd tot 4 jaar betere resultaten oplevert dan bij kinderen van 5 jaar of ouder. Omdat er onvoldoende klinisch bewijs is, worden kinderen nu nog behandeld met een aangepaste behandeling voor volwassenen. De zoektocht naar een betere behandeling kan volgens de onderzoekers alleen slagen als er klinische trials worden opgezet in een internationale setting.
Patiënten met dikkedarmkanker hebben te maken met een tijdsinterval van circa 34 dagen tussen verwijzing en start behandeling. Voor patiënten met endeldarmkanker kan dit oplopen tot circa 50 dagen. De tijd die nodig is voor histologische bevestiging, het compleet afronden van het diagnostisch onderzoek en een bespreking in een multidisciplinair overleg dragen allen bij aan deze vertraging. Dat blijkt uit een onderzoek van Lydia van der Geest (IKNL) en collega's naar de tijdsduur van het diagnoseproces bij ruim 3.000 patiënten in West-Nederland tussen 2006 en 2008.
lees verderOudere patiënten die binnen een jaar sterven na een darmkankeroperatie, overlijden voornamelijk aan de gevolgen van de dikkedarmtumor. Aangezien de kans op recidieven gedurende dit tijdsbestek niet groot is, suggereert de verhoogde sterfte in het eerste jaar een langdurig effect ten gevolge van de chirurgie. Dat geldt vooral voor oudere patiënten. Chirurg dr. Jan Willem Dekker (LUMC) en collega’s pleiten daarom voor extra aandacht voor het beperken van fysiologische effecten van de operatie bij oudere patiënten en betere nazorg na ontslag uit het ziekenhuis.
lees verder