Extra aandacht nodig voor effect darmkankeroperatie op oudere patiënt
Oudere patiënten die binnen een jaar sterven na een darmkankeroperatie, overlijden voornamelijk aan de gevolgen van de dikkedarmtumor. Aangezien de kans op recidieven gedurende dit tijdsbestek niet groot is, suggereert de verhoogde sterfte in het eerste jaar een langdurig effect ten gevolge van de chirurgie. Dat geldt vooral voor oudere patiënten. Chirurg dr. Jan Willem Dekker (LUMC) en collega’s pleiten daarom voor extra aandacht voor het beperken van fysiologische effecten van de operatie bij oudere patiënten en betere nazorg na ontslag uit het ziekenhuis.
De 1-jaarssterfte na darmkankerchirurgie is hoog en verklaart de aanwezigheid van leeftijdsgerelateerde verschillen ten aanzien van de overleving van dikkedarmtumoren. Om beter inzicht te krijgen in de etiologie, is in deze studie de doodsoorzaak van deze patiënten bestudeerd.
Patiëntenpopulatie
Hiervoor werden de gegevens gebruikt van alle patiënten (n = 1.924) die tussen 2006 - 2008 een resectie ondergingen vanwege stadium I-III dikkedarm- en endeldarmkanker in West-Nederland. Deze data werden samengevoegd met de doodsoorzaak van patiënten aan de hand van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek Nederland. Om de oversterfte binnen deze groep patiënten te berekenen, werd een vergelijking gemaakt met de algemene, Nederlandse bevolking.
Uit de analyses blijkt dat 13,2 procent van de patiënten kwam te overlijden in het eerste postoperatieve jaar. De 1-jaarssterfte nam toe met het stijgen van de leeftijd van de patiënt en liep op tot 43 procent bij oudere patiënten die een spoedoperatie ondergingen. Bij 75 procent van de patiënten werd de doodsoorzaak toegeschreven aan de kanker. Bij 25 procent van alle geregistreerde patiënten werd de mortaliteit toegeschreven aan postoperatieve complicaties. Oudere patiënten met een comorbiditeit stierven vaker ten gevolge van complicaties (p <0,01). De kans om te overlijden aan andere oorzaken was vergelijkbaar met de achtergrondsterfte per leeftijdsgroep.
Focus fysiologische effecten en nazorg
Dr. J.W.T. Dekker en collega’s concluderen aan de hand van het bestudeerde cohort patiënten dat binnen een jaar na operatie kwam te overlijden, de doodsoorzaak van deze patiënten voornamelijk toegeschreven moet worden aan de dikkedarmkanker. Echter, omdat niet te verwachten valt dat binnen dit cohort het aantal sterfgevallen door recidieven zeer hoog is, is de overmaat aan 1-jaarsmortaliteit waarschijnlijk een langdurige effect van de chirurgie, vooral bij oudere patiënten.
Om die reden moet de focus bij deze patiënten meer gericht zijn op het beperken van de fysiologische effecten van de operatie en betere nazorg na ontslag uit het ziekenhuis. Hoewel doodsoorzaakgegevens met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden, en geen duidelijke conclusies getrokken kunnen worden over de etiologie van de oversterfte in het eerste jaar, lijkt deze oversterfte vooral een langdurig effect van de chirurgie, met name bij oudere patiënten.
• J.W.T. Dekker, G.A. Gooiker, E. Bastiaannet, C.B.M. van den Broek, L.G.M. van der Geest, C.J. van de Velde, R.A.E.M. Tollenaar en G.J. Liefers namens de stuurgroep ‘Quality Information System Colorectal Cancer': ‘Cause of death the first year after curative colorectal cancer surgery; a prolonged impact of the surgery in elderly colorectal cancer patients'. Eur J Surg Oncol. 2014.