Overleving ouderen (85 jaar en ouder) na colorectale chirurgie beïnvloedbaar

Onder zeer oude patiënten (85 jaar en ouder) met colorectale kanker blijft het sterftecijfer hoog in het eerste jaar na de behandeling. Dat concluderen Amanda Bos (IKNL) en collega’s in een studie met gegevens van ruim 52.000 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 2008 en 2013 zijn geopereerd. Hoewel de leeftijdsgebonden overlevingsverschillen verdwenen na correctie voor sterfte door andere oorzaken, zagen de onderzoekers gunstige trends in de tijd ten aanzien van de 1-jaarsmortaliteit na colorectale chirurgie. Deze bevinding onderstreept dat de overleving van ouderen na een ingrijpende operatie beïnvloedbaar is.

Een slechte prognose bij oudere patiënten met colorectale kanker kan gerelateerd zijn aan de ziekte of de behandeling of sterfte door andere oorzaken. In deze population-based studie is een vergelijking gemaakt van de overleving van patiënten met niet-gemetastaseerde colorectale kanker naar leeftijdsgroepen en sterftetrends in de tijd.

Opzet

De onderzoekers selecteerden voor deze studie alle patiënten met stadium I-III primaire colorectale kanker uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 2008 en 2013 een resectie kregen. In totaal ging het om gegevens van 52.296 patiënten. Deze werden verdeeld in leeftijdsgroepen <65, 65-74, 75-84, 85 jaar en ouder. De overlevingspercentages werden berekend op basis van leeftijdsgroepen en lokalisatie van de tumor. Ook berekenden de onderzoekers het relatieve risico op oversterfte, de 30-dagen- en 1-jaarsmortaliteit en oversterfte in het eerste jaar.

Resultaten

De analyses toonden verschillen aan voor de algehele 5-jaarsoverleving naar gelang de respectievelijke leeftijdsgroepen, dikkedarmkanker: 82%, 73%, 56% en 35%; endeldarmkanker: 82%, 74%, 56% en 38%. De leeftijdsgebonden verschillen waren minder prominent aanwezig in de relatieve overleving en verdwenen bij de conditionele relatieve 1-jaarsoverleving.

De 30-dagenmortaliteit daalde in de tijd bij patiënten met dikkedarmkanker van 4,9% naar 3,4% en bij endeldarmkanker van 3,0% naar 1,7%. De 1-jaarssterfte daalde van 11,9% naar 9,6% bij dikkedarmkanker en van 8,0% naar 6,4% bij endeldarmkanker. De oversterfte in het eerste jaar nam toe bij oplopende leeftijd en was bij patiënten ouder dan 85 jaar met dikkedarmkanker 17,3% respectievelijk 12,9% bij endeldarmkanker.

Conclusie

Amanda Bos en collega’s concluderen dat het sterftecijfer in het eerste jaar na de behandeling hoog blijft bij oudere patiënten met colorectale kanker. De leeftijdsgebonden overlevingsverschillen verdwenen na correctie voor verwachte sterfte door andere oorzaken en sterfte in het eerste jaar. De gunstige trends in de tijd ten aanzien van de 1-jaarsmortaliteit suggereren dat chirurgie een grote en levensverlengende invloed heeft op oudere patiënten na colorectale chirurgie. Welke factoren invloed hadden op deze verbeterde overleving kon niet worden vastgesteld, maar de uitkomsten van deze studie onderstrepen dat de overleving van ouderen na een ingrijpende operatie beïnvloedbaar is.

De onderzoekers wijzen er op dat de uitkomsten van deze studie zorgvuldig geïnterpreteerd dienen te worden vanwege specifieke beperkingen. Zo waren er geen gegevens over postoperatieve complicaties beschikbaar. Verder kan bij patiënten met endeldarmkanker tussentijds een wijziging naar andere chirurgische procedures voorkomen, in het bijzonder bij patiënten op zeer hoge leeftijd. Deze factoren kunnen invloed uitoefenen op de incidentie van postoperatieve complicaties en sterfte. Deze studie is uitgevoerd in samenwerking met artsen en onderzoekers van IKNL, Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis (Tilburg) en Reinier de Graaf Gasthuis (Delft).