KWF fellowship voor dr. Nicole Ezendam voor onderzoek ‘nazorg na kanker’

Onderzoeker dr. Nicole Ezendam (IKNL, locatie Eindhoven) heeft een fellowship van KWF Kankerbestrijding ontvangen om onderzoek te doen naar ‘Veranderingen in de nazorg na kanker – het perspectief van de patiënt’. Het gaat om een persoonsgebonden subsidie van circa 400.000 euro met een looptijd van 4 jaar in het kader van wetenschappelijk onderzoek naar psychosociale oncologie. Voor dit onderzoek gaat ze onder meer stage lopen in Nederland, Denemarken en de Verenigde Staten.

Door het groeiende aantal mensen die de ziekte kanker overleven, zal de nazorg in de toekomst anders georganiseerd gaan worden. Dit om de druk op het zorgsysteem te beperken en de zorgkosten beheersbaar te houden. Binnen deze discussie is er tot dusver verrassend weinig ruimte voor de ziekte kanker vanuit het perspectief van de patiënt en partner. Uit onderzoek blijkt echter dat zelfs de huidige, intensieve follow-up niet altijd voldoet aan de behoeftes van patiënten en partners.

Patiënt meer centraal
Dr. Nicole Ezendam vindt dat we in de discussie over de inrichting van het zorgsysteem in Nederland de behoeftes van patiënten meer centraal moeten gaan stellen. Dat betekent volgens haar dat er meer focus moet komen te liggen op eigen regie van de patiënt en zelfzorg. “We weten op dit moment echter niet precies wat patiënten en partners nodig hebben. En op welke wijze we deze zorg het beste kunnen bieden aan patiënten en partners. Ook is niet helder wat het effect is van verschillen tussen patiënten en partners op bijvoorbeeld de gezondheidsvaardigheden."

Een fellowship van KWF Kankerbestrijding is een persoonlijke beurs voor jonge, talentvolle artsen en onderzoekers. Hiermee kunnen zij op het hoogste niveau kennis en vaardigheden opdoen in de oncologie. Er zijn fellowships voor fundamenteel kankeronderzoek, klinisch kankeronderzoek, sociaal-oncologisch kankeronderzoek en translationeel-toegepast kankeronderzoek. Nicole Ezendam krijgt de fellowship binnen het studieprogramma ‘psychosociale oncologie’.

Belangrijke rol oncologie
Het is de bedoeling dat de fellows zelf hun programma samenstellen en minimaal één stage volgen aan een (gerenommeerd) buitenlands topinstituut. Zo kunnen zij niet alleen hun eigen kennis verrijken, maar ook die van collega's in Nederland. Het stageprogramma van Nicole Ezendam bestaat uit vier onderdelen:

1.     Wat hebben patiënten, maar ook de partners van patiënten nodig?
Uit onderzoek blijkt dat patiënten en partners diverse ‘unmet needs’ rapporteren, zoals ondersteuning bij seksuele problemen. Deze tijd van veranderende nazorg biedt een kans voor verbetering. Maar hoe kun je aan uiteenlopende behoeftes voldoen? Met andere woorden: hoe zorgen we dat patient en partner de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft? Tijdens de start van het fellowship gaat Nicole Ezendam meer leren over deze behoeftes door middel van literatuuronderzoek en klinische stages.

2.     Zelfmanagement patiënt en partner
Om aan de behoeftes van patiënten en partners te voldoen bij minder intensieve nazorg, is zelfmanagement nodig. Bij zelfmanagement wordt gedacht aan een proactieve patiënt die verantwoordelijkheid kan en wil nemen over beslissingen aangaande zijn of haar eigen zorg en daar een actieve stem in heeft. Maar wat is zelfmanagement voor de patiënt? En is het mogelijk om zelfmanagement te bevorderen? Om antwoord op deze vragen te vinden, gaat Nicole Ezendam interventies voor het verbeteren van zelfmanagement en nazorg bestuderen bij onder andere prof. Christoffer Johansen (Danish Cancer Society Research Centre) en bij dr. Corinne Leach (American Cancer Society).

3.     Wat is het effect van gezondheidsvaardigheden binnen een meer patiëntgerichte nazorg? 
Niet alle patiënten en partners zijn in staat om medische informatie te lezen, te begrijpen en toe te passen. Hoe kunnen we mensen met lagere gezondheidsvaardigheden ondersteunen? Hoe moet de nazorg er voor hen uitzien? Door secundaire data-analyse van bestaande interventies gaat Nicole Ezendam deze vragen beantwoorden door stage te lopen bij onder meer bij prof. Lilian Lechner (Open Universiteit, Heerlen) en bij prof. Christoffer Johansen (Danish Cancer Society Research Centre).

4.     Hoe zou het bevorderen van leefstijl een plek kunnen krijgen in de Nederlandse nazorg?
Een gezonde leefstijl draagt bij aan een betere kwaliteit van leven, minder recidieven en een betere overleving. In de Verenigde Stagen is leefstijl een belangrijk onderdeel van de nazorg, bijvoorbeeld in nazorgplannen. In Nederland staat dit onderwerp veel minder op de kaart, terwijl wel wordt gedacht dat de diagnose ‘kanker’ leidt tot een hogere motivatie voor leefstijlverbetering. Prof. Wendy Demark-Wahnefried (University of Birmingham, Alabama) heeft veel interventiestudies gedaan naar het bevorderen van een gezonde leefstijl bij kankeroverlevenden. Nicole Ezendam gaat mee lopen tijdens deze interventies en secundaire data-analyses te doen. Op die manier wil ze nagaan of we in Nederland interventies in de zorg kunnen ontwikkelen die een gezonde leefstijl bevorderen?

KWF Kankerbestrijding verwacht van fellows na het afronden van het onderzoek een belangrijke rol blijven spelen op het gebied van kankeronderzoek. Uit evaluatie blijkt dit zo te zijn. KWF beschouwt het fellowship-programma dan ook als een goede investering in nieuwe generaties topspecialisten. Het biedt jonge talenten de kans om te excelleren binnen hun vakgebied. Op die manier leveren zij een bijdrage aan de uitstekende naam die Nederland heeft op het gebied van kankeronderzoek.

  • Meer informatie over de studie ‘Veranderingen in de nazorg na kanker – het perspectief van de patiënt’ is verkrijgbaar bij dr. Nicole Ezendam.

Gerelateerd nieuws

Gering effect bewegingsinterventies op slaapstoornissen kankerpatiënten

Gering effect bewegingsinterventies op slaapstoornissen kankerpatiënten

Bewegingsinterventies hebben geen significant effect op het verminderen van slaapstoornissen bij patiënten met kanker. Ook de slaapkwaliteit neemt niet significant toe na deelname aan bewegingsinterventies. Dat concludeert een internationale onderzoeksgroep na analyse van gegevens van 2.173 volwassenen patiënten. Volgens de auteurs dienen bewegingsinterventies daarom vooralsnog beschouwd te worden als “aanvullende therapie” ten opzichte van andere behandelingen bij slaapproblemen. In toekomstig onderzoek zouden uitgebreidere metingen uitgevoerd moeten worden, bijvoorbeeld met de Insomnia Severity Index en de Sleep Disorders Questionnaire.  

lees verder