Tijdsinterval verwijzing-behandeling bij patiënten met dikkedarmkanker

Patiënten met dikkedarmkanker hebben te maken met een tijdsinterval van circa 34 dagen tussen verwijzing en start behandeling. Voor patiënten met endeldarmkanker kan dit oplopen tot circa 50 dagen. De tijd die nodig is voor histologische bevestiging, het compleet afronden van het diagnostisch onderzoek en een bespreking in een multidisciplinair overleg dragen allen bij aan deze vertraging. Dat blijkt uit een onderzoek van Lydia van der Geest (IKNL) en collega's naar de tijdsduur van het diagnoseproces bij ruim 3.000 patiënten in West-Nederland tussen 2006 en 2008.

Nederlandse artsen staan ​​heden ten dage voor een grote uitdaging om de zorgbehoeften van een verouderende populatie van patiënten met dikkedarmkanker te combineren met de invoering van het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker vanaf het najaar van 2013. Wanneer de werklast stijgt, zullen waarschijnlijk ook de tijdsintervallen tot de behandeling gaan toenemen. Langere wachttijden kunnen leiden tot meer psychische klachten en ontevredenheid bij patiënten, aldus Lydia van der Geest en collega’s. Verder neemt de kans toe dat patiënten zich presenteren met acute symptomen tijdens het wachten op een behandeling.

Diagnostiek volgens geldende richtlijnen en multidisciplinaire samenwerking blijken onafhankelijk geassocieerd met vertragingen in het ziekenhuis bij de behandeling van patiënten met dikkedarmkanker. Triage van symptomatische patiënten (risicomanagement) en adequate stadiëring en planning van de behandeling op basis van evidence-based richtlijnen (kwaliteit van zorg) hebben terecht een hogere prioriteit dan alleen het verkorten van tijdsintervallen, aldus de onderzoekers. Echter, de variatie die tussen de ziekenhuizen is gevonden, suggereert dat een reductie van vertragingen in de behandeling mogelijk is in verschillende ziekenhuizen.

Verbetering van de patiëntenzorg logistiek
Zo kan verbetering van de zorglogistiek (servicekwaliteit) een competitief voordeel opleveren voor individuele ziekenhuizen, maar dat vereist meestal een grote organisatorische verandering. In deze studie is nader onderzocht welke factoren bijdragen aan het optreden van vertragingen tot en met de aanvang van de behandeling bij patiënten met dikkedarmkanker in West-Nederland.

De analyses werden uitgevoerd aan de hand van gegevens van alle patiënten die tussen 2006-2008 werden gediagnosticeerd met dikkedarmkanker (n = 2.146) of endeldarmkanker (n = 1.036) in ziekenhuizen in IKNL regio Leiden. Definities van vertraging zijn gebaseerd op een KWF-rapportage over wachttijden in de oncologie (2006). Als definitie voor vertraging in het ziekenhuis werd gehanteerd: een eerste behandeling die meer dan 35 dagen plaatsvond na het eerste bezoek aan het ziekenhuis in verband met klachten van de tumor. Bij een derde van alle geïncludeerde patiënten waren ook gegevens beschikbaar voor analyses van preklinische vertraging. Hiervoor werd een tijdsinterval gehanteerd van meer dan 7 dagen vanaf de aanmelding (inschrijving) in het ziekenhuis tot aan het eerste ziekenhuisbezoek.

Op basis van de geldende richtlijnen werd een volledig diagnostisch onderzoek gedefinieerd als: complete colonoscopie (eventueel aangevuld met röntgenonderzoek of CT), leveronderzoek (CT of echo), thorax onderzoek (röntgen of CT) en bij endeldarmkanker tevens beoordeling van de circumferentiële marges (MRI of bij oppervlakkige tumoren eventueel endo-echo), Ook werden patiënt-, tumor- en proceskenmerken geregistreerd die een voorspellende waarde zouden kunnen hebben op de vertraging. Voor analyse is gebruik gemaakt van logistische regressie modellen met vertraging als dichotome maat en de analyses zijn herhaald met behulp van (zero-inflated) negative binomial regressie modellen voor de tijdsintervallen in dagen.

Preklinisch en in het ziekenhuis
Uit de analyses blijkt dat de mediaan van het preklinische tijdsinterval bij patiënten met dikkedarmkanker 2 dagen bedroeg (0-16 / (p25-p75)) en de tijd tussen het eerste bezoek en start van behandeling in het ziekenhuis 32 dagen (17-49). Bij patiënten met endeldarmkanker was dat 7 dagen (1-21) respectievelijk 43 dagen (33-60). Na correctie voor patiënt- en tumorkenmerken blijkt dat beide patiëntengroepen een hogere kans op vertraging in het ziekenhuis hebben wanneer een eerste bezoek aan het ziekenhuis niet samenvalt met de histologische bevestiging van kanker (scopie), wanneer  volledig diagnostisch onderzoek heeft plaatsgevonden of wanneer de patiënt is besproken in een multidisciplinair overleg.

Verder nam de kans op preklinische vertraging bij patiënten met zowel dikkedarm- als endeldarmkanker af wanneer een eerste ziekenhuisbezoek  voorafging aan de histologische bevestiging van kanker. Met andere woorden, een korter interval in het ziekenhuis, doordat een scopie tijdens het eerste ziekenhuisbezoek plaatsvindt, lijkt samen te gaan met een langer interval voorafgaand aan dat eerste ziekenhuisbezoek.

  • Lydia van der Geest, Marloes Elferink, Willem-Hans Steup Anne Witte, Hans Nortier, Rob Tollenaar en Henk Struikmans. Guidelines-based diagnostic process does increase hospital delay in a cohort of colorectal cancer patients: a population-based study.

Gerelateerd nieuws

Nieuw rapport legt verschillen in behandeling bij kanker bloot

Sociaaleconomische status en kanker: verschillen rondom behandeling Patiënten uit lagere inkomensgroepen ondergaan minder vaak een tumorgerichte behandeling dan patiënten met een hoger inkomen. Dat blijkt onder meer uit een vandaag gepubliceerde nieuwe studie naar sociaaleconomische status en kanker door IKNL. In dit tweede deel van een drieluik over kanker en sociaaleconomische status in Nederland gaat het specifiek over behandelverschillen bij kanker in relatie tot het inkomen van patiënten. Dit is bekeken voor vijf veel voorkomende tumorsoorten: borstkanker, niet-kleincellige longkanker, darmkanker, prostaatkanker en melanoom. De resultaten tonen aan dat inkomen samenhangt met de manier waarop kanker wordt behandeld, wat kan duiden op ongelijkheden in de kankerzorg. lees verder

Oproep Lotte Keikes voor transparantie in behandelvariatie in ziekenhuizen

cover thesis Lotte Keikes

Het voorschrijfgedrag van oncologische geneesmiddelen moet veel beter gemonitord worden in ziekenhuizen in Nederland om ongewenste praktijkvariatie bij de behandeling van dikkedarmkanker te voorkomen. Dit is de voornaamste conclusie van het proefschrift van Lotte Keikes, die 26 januari 2022 promoveert aan de Universiteit van Amsterdam. Om de zorg voor dikkedarmkanker patiënten te verbeteren, pleit Keikes voor meer transparantie in de ziekenhuizen, meer openheid indien wordt afgeweken van de richtlijn en het toekomstig integreren van ‘real-world data’ in de behandelbeslissing.

lees verder