figuratieve interpretatie van realworlddata over darmkanker in blauwtinten

Realworld inzichten in behandeling en overleving van uitgezaaide darmkanker

Nieuw onderzoek op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) laat zien dat uitkomsten bij uitgezaaide darmkanker in de dagelijkse praktijk aanzienlijk verschillen van wat uit klinische studies bekend is. Zo is de overleving van patiënten in de dagelijkse praktijk die behandeld zijn met systemische therapie veel lager in vergelijking met data uit klinische trials. Daarnaast blijken er verschillen te zijn in de behandeling van patiënten met synchrone versus metachrone uitzaaiingen. Deze realworld inzichten bieden waardevolle input voor zorgverleners om patiënten beter te informeren over hun mogelijkheden en kansen.

Vaker lokale behandeling van metachrone uitzaaiingen

De onderzoekers includeerden zo’n 2400 patiënten bij wie in de eerste helft van 2015 darmkanker werd vastgesteld. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen patiënten met synchrone uitzaaiingen (ontstaan voor of tijdens de behandeling van de primaire tumor, n=1532) en met metachrone uitzaaiingen (ontstaan na afronding van de behandeling van de primaire tumor, n=870). Ongeveer een kwart van de patiënten met uitgezaaide darmkanker wordt niet behandeld met een tumorgerichte therapie. Verder blijkt dat patiënten met metachrone uitzaaiingen vaker een lokale behandeling ondergaan van uitzaaiingen, zoals resectie of ablatie, dan patiënten met synchrone uitzaaiingen. Patiënten met synchrone uitzaaiingen krijgen juist vaker direct systemische therapie.

Verschillen in systemische therapie

Het meest gebruikte eerstelijnsbehandelschema bevat oxaliplatine; in tweede lijn wordt een schema met irinotecan het meest ingezet. Deze patronen komen overeen met de geldende richtlijnen tijdens de studieperiode en golden zowel voor patiënten met synchrone als met metachrone uitzaaiingen. Maar er waren ook verschillen in toepassing van systemische therapieën tussen beide groepen. Patiënten met metachrone uitzaaiingen kregen bijvoorbeeld minder vaker capecitabine en oxaliplatin dan patienten met synchrone uitzaaiingen. Dit kon deels verklaard worden door de adjuvante chemotherapie die veel van de patiënten met metachrone uitzaaingen kregen.

Minder overlevingswinst na systemische therapie dan in klinische trials

De mediane overleving van patiënten met uitgezaaide darmkanker die systemische therapie kregen in dit onderzoek is 16 maanden. Dit ligt aanzienlijk lager dan de overlevingscijfers uit gerandomiseerde studies, die doorgaans selectiever zijn in inclusiecriteria. Vooral patiënten met een lagere performance status, zoals oudere patiënten en patiënten met meerdere uitzaaiingen, zijn ondervertegenwoordigd in die studies ten opzichte van de algehele Nederlandse populatie met uitgezaaide darmkanker. Deze studie op basis van realworlddata geeft een realistischer beeld voor de patiënt in de dagelijkse praktijk.

Inzichten helpen bij samen beslissen

Door gebruik te maken van landelijke gegevens uit de NKR die aangevuld zijn met follow-up-informatie uit medische dossiers, biedt dit onderzoek een breed en representatief beeld van de behandeling van mensen met uitgezaaide darmkanker in Nederland. De uitkomsten van deze studie ondersteunen zorgprofessionals bij het informeren van patiënten over mogelijke behandelopties en verwachte uitkomsten. Het is daarbij belangrijk om de verschillen tussen resultaten van klinische trials en resultaten uit de dagelijkse praktijk mee te nemen.

Meer weten?

Neem voor vragen over deze studie contact op met Marloes Elferink, senior onderzoeker, of lees het volledige artikel:

Medewerkers

Marloes Elferink

portretfoto van Marloes, een witte vrouw met halflang lichtblond haar. Ze glimlacht de camera in. Ze draagt een donkerblauw met zwart stippenblousje.

senior onderzoeker

lees verder
Gerelateerd nieuws

Betere overleving na behandeling uitzaaiingen buikvlies met CRS + HIPEC

Behandeling van uitzaaiingen in het buikvlies door middel van cytoreductieve chirurgie gecombineerd met hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC) kan bijdragen aan het verhogen van de overlevingskansen van patiënten met dikkedarmkanker. Zorgvuldige selectie van patiënten blijft echter nodig om te bepalen of deze operatie haalbaar is. Dit is één van de conclusies in het proefschrift ‘Clinical Experiences with Peritoneal Carcinomatosis’, waarop Thijs van Oudheusden (IKNL, Catharina Ziekenhuis) 8 april promoveert aan Maastricht University. Hierin gaat hij onder meer in op de pre-operatieve selectie van patiënten, CRS + HIPEC bij terugkerende ziekte en uniformiteit van behandelprotocollen. 

lees verder