Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Patiënten met gevorderde eierstokkanker hebben een langere overleving na behandeling met neoadjuvante chemotherapie in combinatie met optimale cytoreductieve chirurgie vergeleken met patiënten na incomplete cytoreductieve chirurgie. De gunstigste overlevingsresultaten worden waargenomen bij patiënten zonder macroscopische restziekte. De overleving van deze vrouwen is vergelijkbaar met patiënten na primaire cytoreductieve chirurgie. Dit concluderen Maite Timmermans en collega’s op basis van een uitgebreide literatuurstudie. De vraag is echter in welke mate optimale chirurgie bijdraagt aan een langere overleving in vergelijking met suboptimale chirurgie.
lees verderRuim een derde (37%) van de met curatieve intentie behandelde maagkankerpatiënten ontwikkelt later een locoregionaal recidief en/of afstandsmetastasen, ondanks chirurgie met perioperatieve behandeling. Verder blijkt uit onderzoek van Ibtissam Mokadem (IKNL) en collega’s dat een meerderheid van deze patiënten (89%) te maken krijgt met afstandsmetastasen. Om de overleving van deze patiënten te verbeteren, zijn volgens de onderzoekers multimodale behandelstrategieën nodig gericht op het voorkomen van afstandsmetastasen.
Het volledig elimineren van ongemeten (mogelijk verstorende) factoren blijft lastig bij observationele studies. Om die reden zijn volgens Marissa van Maaren (IKNL) en collega’s geen harde conclusies mogelijk over het oorzakelijk verband tussen borstsparende therapieën of borstamputaties en de afstandsmetastasevrije 10-jaarsoverleving van patiënten met primaire borstkanker (stadium T1-2N0-1). Dit betekent níet dat de uitkomsten van observationele studies minder informatief zijn, aangezien gerandomiseerde, klinische trials evenmin antwoord geven op alle vragen. De kracht ligt juist in het combineren van de resultaten, aldus de onderzoekers.
lees verderBij patiënten met stadium III inflammatoire borstkanker zijn subtypes op basis van hormoonreceptoren HR en HER2 een belangrijke prognostische factor voor de respons op neoadjuvante chemotherapie en algehele overleving. Dat concluderen Dominique van Uden (Canisius Wilhelmina Ziekenhuis) en collega’s in een studie met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Na neoadjuvante chemotherapie hadden patiënten met het subtype HR+/HER2- de laagste kans op het verkrijgen van complete pathologische respons. Patiënten met het HR-/HER2- (triple negatief) subtype vertoonden de laagste algehele overleving, ook na een complete pathologische respons. Deze uitkomsten zijn zeer relevant voor de dagelijkse klinische praktijk.
lees verderEr bestaat aanzienlijke regionale variatie in Nederland bij de behandeling van patiënten met gevorderde epitheliale eierstokkanker. Ook zijn er significante verschillen tussen de regio’s in het bereiken van complete debulking (afwezigheid van macroscopische restziekte), ongeacht de volgorde van de behandeling. Dat blijkt uit onderzoek van Maite Timmermans (IKNL) en collega’s met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De waargenomen variatie leidt tot verschillen in de overleving van optimaal behandelde patiënten, hoewel deze variatie niet zichtbaar was in de gehele populatie. In afwachting van de uitkomsten van lopende trials doen de onderzoekers een aantal suggesties ter verbetering van chirurgische behandelingen.
lees verderKankergerelateerde vermoeidheid hangt bij mannelijke overlevenden van kanker significant samen met sterfte door alle oorzaken. Deze bevinding lijkt in het bijzonder te gelden voor mannen die behandeld zijn voor dikkedarmkanker en die daarnaast ook een cardiovasculaire aandoening hebben. Dat concluderen Salome Adam (IKNL, University of Zurich) en collega’s met gegevens van vier verschillende Profiel-studies. Volgens de onderzoekers suggereren deze bevindingen dat zorgprofessionals meer aandacht zouden moeten besteden aan het (h)erkennen en behandelen van kankergerelateerde vermoeidheid. Ook adviseren zij deze patiënten te screenen op vermoeidheid en passende interventies aan te bieden.
Huidkanker komt veel voor bij ouderen. Toch is huidkanker meer dan alléén een typische ouderdomsziekte. De laatste jaren is er daarnaast toenemende aandacht voor met name melanoom bij jongvolwassenen en kinderen. Melanomen op kinderleeftijd worden gemakkelijk gemist, doordat deze melanomen minder ABCDE-karakteristieken vertonen dan melanomen bij volwassenen.
lees verderUit een evaluatie van Erasmus MC in opdracht van Zorginstituut Nederland van het aantal medische nacontroles na behandeling, bleek dat patiënten met een laag risico basaalcelcarcinoom meer nacontrolebezoeken kregen dan volgens de richtlijn geïndiceerd. Bij patiënten met een plaveiselcelcarcinoom, zowel hoog- als laag-risico, werden de medische nacontrole bezoeken minder vaak uitgevoerd dan aanbevolen in de geldende richtlijn. Het Zorginstituut zal veranderingen naar aanleiding van implementatie van de deels herziene landelijke richtlijnen monitoren.
lees verder