Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Overlevenden van kanker die ten tijde van de diagnose al hart- en vaatziekten hadden, rapporteren vaker een negatief effect op hun gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Het gaat hierbij onder meer om hun algehele kwaliteit van leven, fysiek functioneren en symptomen als vermoeidheid en dyspneu. Dat concluderen Dounya Schoormans (CoRPS, Tilburg University) en collega’s in Acta Oncologica. Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat zorgverleners extra aandacht schenken aan deze kwetsbare groep overlevenden. Daarbij dient ook rekening gehouden te worden met mogelijke progressie van cardiovasculaire aandoeningen, aangezien oncologische behandelingen cardiotoxisch kunnen zijn.
lees verder
Huidkanker komt veel voor bij ouderen. Toch is huidkanker meer dan alléén een typische ouderdomsziekte. De laatste jaren is er daarnaast toenemende aandacht voor met name melanoom bij jongvolwassenen en kinderen. Melanomen op kinderleeftijd worden gemakkelijk gemist, doordat deze melanomen minder ABCDE-karakteristieken vertonen dan melanomen bij volwassenen.
lees verderDe melanoomcentra in Noordoost-Nederland organiseerden een symposium over recente ontwikkelingen en om regionale afspraken te maken over adjuvante behandelingen voor hoog stadium melanomen. Ruim vijftig medisch specialisten, verpleegkundig specialisten en andere belangstellenden uit de drie noordelijke provincies waren aanwezig. De nieuwe behandelmogelijkheden hebben niet alleen gevolgen voor het werk van internist-oncologen in de veertien melanoomcentra in Nederland waar de adjuvante behandeling plaatsvindt, maar raken ook het werk van andere betrokken disciplines en/of ziekenhuizen eromheen.
lees verderUit gegevens van kankerregistraties uit 18 Europese landen blijkt dat de incidentie van invasieve en in situ melanomen is toegenomen tussen 1995 en 2012. De trends in incidentie verschilden aanzienlijk tussen de Europese landen, waarbij de groei in incidentie in Nederland uitzonderlijk groot was.
lees verderIn het door ZonMw gefinancierde project PATH (Predictieve Analyse voor THerapie) is een samenwerkingsverband opgezet tussen 35 pathologieafdelingen in Nederland, oncologen, longartsen, PALGA en IKNL om de moleculaire predictieve diagnostiek in Nederland te optimaliseren. Het project is gericht op de moleculaire analyses die belangrijk zijn voor therapiekeuze van patiënten met kanker. Mutaties in het DNA van een tumor voorspellen welke patiënten wel of geen baat zullen hebben bij de behandeling met doelgerichte therapieën. Eén van de tumortypes waarop wordt gefocust is melanoom. Daarnaast richt het project zicht op colorectaal carcinoom, niet-kleincellig longcarcinoom en gastro-intestinale stromaceltumoren.
lees verderBinnen de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) heeft een aantal veranderingen plaatsgevonden bij de registratie van huidtumoren. Zo zijn er flinke stappen gezet in het automatisch signaleren van huidtumoren vanuit het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA). Ook is de registratie van hoog risico melanomen verder uitgebreid.
lees verderHet aandeel patiënten gediagnosticeerd met stadium-IV-melanomen van onbekende primaire cellen (MUP) is tussen 2003 en 2016 gestegen tot meer dan de helft van de totale MUP-incidentie. De algehele overleving van deze patiënten lijkt echter significant te zijn verbeterd (van vier naar elf maanden) sinds de introductie van nieuwe therapiemogelijkheden, zo blijkt uit onderzoek van Daniëlle Verver (Erasmus MC) en collega’s. Deze bevindingen zijn zeer relevant voor de klinische praktijk. De verwachting is dat de algehele overleving van patiënten met deze ziekte verder zal aanhouden, zelfs bij patiënten met traditioneel slechtere behandeluitkomsten.
De uitkomsten van behandeling met vemurafenib bij patiënten met een BRAF-mutatie en gemetastaseerd melanoom én een gunstig risicoprofiel, zijn vergelijkbaar met de resultaten gebaseerd op klinische trials. Dat concluderen Maartje Schouwenburg (LUMC) en collega’s. De onderzoekers benadrukken echter dat de resultaten van klinische trials niet generaliseerbaar zijn naar heterogene patiëntenpopulaties, omdat een meerderheid van deze patiënten in de dagelijkse praktijk een minder gunstig risicoprofiel heeft. Het combineren van prognostische factoren tot een risicoscore zou daarom een waardevolle bijdrage kunnen zijn om patiënten te stratificeren met een gunstige en slechte prognose.
lees verder