Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 



Betere behandeling nodig voor minder fitte patiënten met alvleesklierkanker

Patiënten met alvleesklierkanker die ouder zijn dan 70 jaar krijgen minder vaak een operatie doordat zij vaak een slechtere conditie en/of bijkomende aandoeningen hebben. Als een arts hen volgens de richtlijn behandelt met operatie en chemotherapie, dan lopen zij een verhoogd risico op vroegtijdige sterfte. Dat blijkt uit het proefschrift van Lydia van der Geest, onderzoeker bij IKNL en de Dutch Pancreatic Cancer Group, de landelijke multidisciplinaire werkgroep voor alvleesklierkanker. De richtlijn alvleesklierkanker biedt geen passende alternatieve behandeling voor deze patiënten. Volgens de promovendus moet de medische richtlijn aangevuld worden met specifieke aanbevelingen voor oudere patiënten, zoals een zorgvuldige afweging van een mogelijke operatie en gerichte inzet van chemotherapie. 

lees verder

Proefschrift: plan B nodig voor kwetsbare ouderen met pancreascarcinoom

Oudere patiënten met pancreascarcinoom krijgen minder vaak een behandeling volgens de richtlijnen en wanneer ze wel een behandeling krijgen, lopen ze een verhoogd risico op slechtere uitkomsten, zo blijkt uit het proefschrift van Lydia van der Geest. Binnen oudere leeftijdsgroepen komen echter grote verschillen voor wat betreft ‘functionele leeftijd’ of ‘risicoprofiel’. Ze pleit daarom voor opname van een ‘plan B’ in richtlijnen ofwel de best mogelijke behandeling voor minder fitte, oudere patiënten die nu geen behandeling krijgen en voor patiënten die een sterk verhoogd risico hebben op ongewenste uitkomsten. Daarnaast toont ze onder meer aan dat chirurgische risico’s van oudere patiënten lager zijn in ziekenhuizen met een hoog behandelvolume.

lees verder

Variatie in extra dosis bestraling bij borstsparende behandeling in Nederland

De variatie in het geven van een extra dosis radiotherapie is bij patiënten met invasieve borstkanker gedaald na herziening van de landelijk richtlijn Mammacarcinoom in 2011. Bij patiënten met niet-invasieve borstkanker (ductaal carcinoom in situ; DCIS) bleef deze variatie wel aanwezig. De waargenomen variatie bij patiënten met DCIS kan volgens Kay Schreuder (IKNL, University of Twente) en collega’s niet volledig worden verklaard op basis van tumor- en patiëntkenmerken en/of kenmerken van behandelcentra. De onderzoekers achten het waarschijnlijk dat persoonlijke voorkeuren binnen de behandelcentra de oorzaak zijn van deze variatie.

lees verder

Maatwerk nodig bij aanbieden zorgplan op basis informatiebehoeften patiënt

Het aanbieden van een (na)zorgplan lijkt een gunstig effect te hebben op patiënten met een gynaecologische kanker met een informatiezoekende instelling die gedetailleerde informatie over hun ziekte wensen te ontvangen. Bij patiënten die medische informatie bij voorkeur vermijden, kan een (na)zorgplan zelfs schadelijke effecten veroorzaken. Volgens Belle de Rooij (IKNL) en collega’s is er daarom meer maatwerk nodig bij het aanbieden van (na)zorgplannen. Bijvoorbeeld door de informatie- en zorgbehoeften van patiënten te peilen met een eenvoudige reeks vragen. Aanvullend onderzoek is nodig om te bepalen of dit maatwerk gericht moet zijn op dosering van medische informatie of ook op fysieke en psychologische aspecten.

lees verder

Kans op terugkeer van ziekte binnen tien jaar na borstkanker per subtype

De kans op een lokaal of regionaal recidief is in het algemeen klein bij patiënten met borstkanker in Nederland. Toch blijken specifieke subtypen borstkanker belangrijke voorspellers te zijn voor de recidiefvrije 10-jaarsoverleving. Marissa van Maaren (IKNL) en collega’s tonen met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie aan dat patiënten met subtype ‘luminal A’ de laagste recidiefpercentages vertonen, maar dat dit subtype samen met ‘luminal B’ ook later in de follow-up nog terugkeert. Bij subtype ‘HER2-positief’ of ‘triple-negatief’ is de neiging tot recidivering het grootst in het tweede jaar na diagnose, waarna dit sterk afneemt. Deze informatie is belangrijk voor het bespreken van de meest optimale behandeling en inrichting van de follow-up.

lees verder

Studie naar risico regionale metastasen na borstoperatie & adjuvante therapie

Hoewel op basis van bekende vals-negatieve percentages van de schildwachtklierprocedure (5% tot 7%)  een vergelijkbaar percentage patiënten het risico loopt op een regionaal recidief in de oksel blijkt die laatste kans na 5 jaar 50% lager te liggen. Dat blijkt uit een studie van Marleen Roos (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Om de invloed van aanvullende behandelingen op de regionale recidiefkans uit te schakelen werd het onderzoek uitgevoerd in een groep patiënten, bij wie radiotherapie en systemische therapie geen rol konden spelen.

lees verder

Behandeling en overleving van patiënten met primair effusie-lymfoom (PEL)

Patiënten met primair effusie-lymfoom (PEL), een uiterst zeldzaam en agressief subtype van non-Hodgkinlymfoom, hebben ondanks de introductie van moderne chemotherapie en hoogactieve antiretrovirale therapie (HAART) nog steeds een slechte prognose. Echter, sommige patiënten die een remissie kunnen bereiken en behouden na chemotherapie in combinatie met HAART, hebben een langere overleving. Dat blijkt uit onderzoek van Avinash Dinmohamed, Otto Visser (IKNL) en collega’s met behulp van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). PEL is een ziekte die vooral, maar niet uitsluitend, voorkomt bij HIV-geïnfecteerde mannen.

lees verder

Direct behandelen versus actief volgbeleid bij zeer-laag-risico prostaatkanker

De meeste mannen in Nederland met een zeer-laag-risico prostaatkanker worden, in lijn met actuele richtlijnen, behandeld volgens het principe van ‘active surveillance’. Er is echter wel beperkte variatie in behandelkeuzes tussen ziekenhuizen, zo blijkt uit onderzoek van Hanneke Jansen (IKNL) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie. Een deel van de waargenomen variatie kan verklaard worden op basis van patiënt- en tumoreigenschappen, maar ook ziekenhuisgerelateerde factoren spelen een rol. Dit duidt er op dat er nog verbetering mogelijk is in de klinische praktijk.

lees verder