Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Het project PATH (Predictieve Analyse voor THerapie) is een samenwerkingsverband tussen 35 pathologieafdelingen, oncologen, longartsen, PALGA en IKNL om de moleculaire predictieve diagnostiek in Nederland te optimaliseren. Hierbij wordt gefocust op moleculaire analyses die van belang zijn voor de therapiekeuze bij patiënten met colorectaal carcinoom, niet-kleincellig longcarcinoom, melanoom, of gastro-intestinale stromaceltumoren. In deze tumoren kunnen mutaties in het DNA van een tumor voorspellen welke patiënten wel of geen baat zullen hebben bij de behandeling met doelgerichte therapieën. Onderzocht wordt hoe deze moleculaire analyses worden uitgevoerd en gebruikt voor het selecteren van de meest adequate behandeling.
lees verderEen deel van de patiënten met stadium II dikkedarmkanker heeft baat bij adjuvante chemotherapie na het ondergaan van een operatie waarbij de dikke darm gedeeltelijk wordt verwijderd. Een nauwkeurige selectie van patiënten is van groot belang om patiënten enerzijds optimale overlevingskansen te bieden en anderzijds de toxiciteit van onnodige chemotherapie te besparen. De huidige manier van selecteren is grotendeels gebaseerd op klinische en pathologische factoren, maar inmiddels maken moleculaire technieken een betere prognostische classificatie mogelijk. De PATTERN-studie richt zich op het verbeteren van deze selectie voor adjuvante therapie.
lees verderVrouwen met diabetes type 2 lijken, in vergelijking met vrouwen zonder diabetes, een verhoogd risico te hebben op het ontwikkelen van een agressievere vorm van borstkanker. Jetty Overbeek (VUmc, PHARMO Institute) en collega’s komen tot deze conclusie op basis van een studie, waarin een koppeling is gemaakt tussen gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en de PHARMO-databank over geneesmiddelengebruik. De onderzoekers vonden geen verschillen in borstkankerkenmerken tussen vrouwen met diabetes type 2 die wel of geen insuline gebruikten.
lees verderPatiënten met alvleesklierkanker die ouder zijn dan 70 jaar krijgen minder vaak een operatie doordat zij vaak een slechtere conditie en/of bijkomende aandoeningen hebben. Als een arts hen volgens de richtlijn behandelt met operatie en chemotherapie, dan lopen zij een verhoogd risico op vroegtijdige sterfte. Dat blijkt uit het proefschrift van Lydia van der Geest, onderzoeker bij IKNL en de Dutch Pancreatic Cancer Group, de landelijke multidisciplinaire werkgroep voor alvleesklierkanker. De richtlijn alvleesklierkanker biedt geen passende alternatieve behandeling voor deze patiënten. Volgens de promovendus moet de medische richtlijn aangevuld worden met specifieke aanbevelingen voor oudere patiënten, zoals een zorgvuldige afweging van een mogelijke operatie en gerichte inzet van chemotherapie.
lees verderOudere patiënten met pancreascarcinoom krijgen minder vaak een behandeling volgens de richtlijnen en wanneer ze wel een behandeling krijgen, lopen ze een verhoogd risico op slechtere uitkomsten, zo blijkt uit het proefschrift van Lydia van der Geest. Binnen oudere leeftijdsgroepen komen echter grote verschillen voor wat betreft ‘functionele leeftijd’ of ‘risicoprofiel’. Ze pleit daarom voor opname van een ‘plan B’ in richtlijnen ofwel de best mogelijke behandeling voor minder fitte, oudere patiënten die nu geen behandeling krijgen en voor patiënten die een sterk verhoogd risico hebben op ongewenste uitkomsten. Daarnaast toont ze onder meer aan dat chirurgische risico’s van oudere patiënten lager zijn in ziekenhuizen met een hoog behandelvolume.
lees verderDe variatie in het geven van een extra dosis radiotherapie is bij patiënten met invasieve borstkanker gedaald na herziening van de landelijk richtlijn Mammacarcinoom in 2011. Bij patiënten met niet-invasieve borstkanker (ductaal carcinoom in situ; DCIS) bleef deze variatie wel aanwezig. De waargenomen variatie bij patiënten met DCIS kan volgens Kay Schreuder (IKNL, University of Twente) en collega’s niet volledig worden verklaard op basis van tumor- en patiëntkenmerken en/of kenmerken van behandelcentra. De onderzoekers achten het waarschijnlijk dat persoonlijke voorkeuren binnen de behandelcentra de oorzaak zijn van deze variatie.
lees verderHet aanbieden van een (na)zorgplan lijkt een gunstig effect te hebben op patiënten met een gynaecologische kanker met een informatiezoekende instelling die gedetailleerde informatie over hun ziekte wensen te ontvangen. Bij patiënten die medische informatie bij voorkeur vermijden, kan een (na)zorgplan zelfs schadelijke effecten veroorzaken. Volgens Belle de Rooij (IKNL) en collega’s is er daarom meer maatwerk nodig bij het aanbieden van (na)zorgplannen. Bijvoorbeeld door de informatie- en zorgbehoeften van patiënten te peilen met een eenvoudige reeks vragen. Aanvullend onderzoek is nodig om te bepalen of dit maatwerk gericht moet zijn op dosering van medische informatie of ook op fysieke en psychologische aspecten.
lees verderDe kans op een lokaal of regionaal recidief is in het algemeen klein bij patiënten met borstkanker in Nederland. Toch blijken specifieke subtypen borstkanker belangrijke voorspellers te zijn voor de recidiefvrije 10-jaarsoverleving. Marissa van Maaren (IKNL) en collega’s tonen met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie aan dat patiënten met subtype ‘luminal A’ de laagste recidiefpercentages vertonen, maar dat dit subtype samen met ‘luminal B’ ook later in de follow-up nog terugkeert. Bij subtype ‘HER2-positief’ of ‘triple-negatief’ is de neiging tot recidivering het grootst in het tweede jaar na diagnose, waarna dit sterk afneemt. Deze informatie is belangrijk voor het bespreken van de meest optimale behandeling en inrichting van de follow-up.
lees verder