Prehabilitatie is haalbaar, veilig en effectief bij patiënten met dikkedarmkanker

Multimodale prehabilitatieprogramma’s, inclusief intensieve training, zijn haalbaar, veilig en effectief bij patiënten met dikkedarmkanker. Dat blijkt uit de resultaten van een pilotstudie van Stefan van Rooijen (Máxima Medisch Centrum, Veldhoven) en collega’s. Interventies lijken het meest succesvol als deze worden gecombineerd en afgestemd op de behoeften van individuele patiënten. Dat biedt patiënten de mogelijkheid om het eigen gedrag te veranderen en de behandeling te ondersteunen. Een voorwaarde voor het slagen van prehabilitatie is dat alle betrokken medische en paramedische disciplines en het ziekenhuisbestuur achter deze aanpak staan. Dit vergt goede planning, interdisciplinaire coördinatie en flexibiliteit.
 

Gelet op de relatie tussen de preoperatieve functionele capaciteit van een patiënt en postoperatieve complicaties, kan het verbeteren van de functionele capaciteit van patiënten met een prehabilitatieprogramma voorafgaand aan chirurgie bijdragen aan een sneller herstel na de operatie en betere kwaliteit van leven. De tijd vóóraf aan de operatie is echter kort en vereist een multimodale en intensieve trainingsaanpak. In deze studie is de haalbaarheid en veiligheid onderzocht van een prehabilitatieprogramma voor patiënten met colorectale kanker.

Opzet en resultaten

Patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname aan de studie kregen multimodale prehabilitatie aangeboden. Voorafgaand voerden de onderzoekers een nulmeting uit (controlegroep). Het prehabilitatieprogramma bestond uit vier interventies: intensieve krachttraining en training van het uithoudingsvermogen in het ziekenhuis, eiwitrijke voeding, stoppen met roken en psychologische ondersteuning. De onderzoekers bepaalden per patiënt de aanwezigheid tijdens het programma, de tevredenheid, optreden van bijwerkingen en verandering van de functionele capaciteit.

In totaal namen vijftig patiënten deel aan de studie, van wie twintig aan de interventiegroep en dertig aan de controlegroep. Uit de evaluatie kwam een hoog aanwezigheidspercentage (90%) en hoge mate van patiënttevredenheid naar voren. Alle deelnemers waren minimaal negen van de twaalf trainingssessies aanwezig. Verder gaven zij gehoor aan alle geplande afspraken met diëtist en psycholoog. Er traden geen ongewenste voorvallen op. Het uithoudingsvermogen en/of fysieke kracht van de deelnemers namen toe. De functionele capaciteit van een ruime meerderheid (86%) van de patiënten in de interventiegroep was vier weken na de operatie weer terug op het basisniveau. In de controlegroep was dit 40%.

Conclusie en aanbevelingen

Stefan van Rooijen en collega’s concluderen dat multimodale prehabilitatie inclusief intensieve training bij patiënten met dikkedarmkanker haalbaar, veilig en effectief is. Interventies lijken het meest succesvol als deze worden gecombineerd en afgestemd op de behoeften van de individuele patiënt. Op deze manier krijgen patiënten de mogelijkheid om hun eigen gedrag te veranderen en hun behandeling te ondersteunen. Er is inmiddels een gerandomiseerde studie gestart (Prehabilitation for bowel cancer patients undergoing surgery to improve fitness and reduce complications; NTR 5947) om te bepalen of prehabilitatie eveneens kan bijdragen aan verlaging van de morbiditeit en mortaliteit bij colorectale chirurgie.

Prehabilitatie wordt ook wel beschouwd als een nieuw tijdperk binnen de gezondheidszorg voor het focussen op preventie door verandering van leefstijl. Hoewel uit dit onderzoek blijkt dat een prehabilitatieprogramma uitvoerbaar is, is het succes hiervan afhankelijk van de medewerking van álle betrokken medische en paramedische disciplines én het ziekenhuisbestuur. Succesvolle implementatie vereist onder andere goede planning, interdisciplinaire coördinatie en flexibiliteit om passende afspraken met patiënten mogelijk te maken.

Gerelateerd nieuws

Netwerkzorg bij alvleesklierkanker: hoe verloopt die en hoe ervaart de patiënt de continuïteit?

Beeld proefschrift Jana Hopstaken Sinds de centralisatie van alvleesklierchirurgie (in 2011) ontvangen mensen met alvleesklierkanker ‘netwerkzorg’. Daarbij kan de zorg voor een patiënt plaatsvinden in verschillende ziekenhuizen, bijvoorbeeld de diagnostiek in het ene ziekenhuis en de operatie in het andere. In haar promotieonderzoek onderzocht arts-onderzoeker Jana Hopstaken voor het eerst of deze netwerkzorg nadelige effecten heeft op de kwaliteit van de zorg en op de ervaren continuïteit door patiënten. Haar bevindingen zijn juist nu relevant omdat complexe oncologische behandelingen in de toekomst verder gecentraliseerd worden. Jana Hopstaken verdedigt vandaag haar proefschrift aan de Radboud Universiteit.  lees verder

Statistische voorspelmodellen kunnen kankerzorgkeuzes ondersteunen met informatie op maat

cover proefschrift Carolien Maas Er is een groeiende behoefte in de oncologie aan op maat gemaakte informatie over het ziekteverloop en welke behandeling het beste werkt voor een individuele patiënt. Carolien Maas (IKNL/Erasmus MC) biedt met haar promotieonderzoek belangrijke inzichten voor het voorspellen van prognoses en behandeleffecten bij patiënten met kanker. Deze inzichten ondersteunen clinici en patiënten bij het maken van beter geïnformeerde keuzes.  lees verder