Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Een groep onderzoekers van het Nederlands Kanker Instituut en Leiden Universitair Medische Centrum heeft een predictiemodel ontwikkeld om het risico op contralaterale borstkanker te voorspellen bij vrouwen gediagnosticeerd met borstkanker en een Europese achtergrond. Het model biedt mogelijkheden voor verbeterde risicovoorspelling, maar besluitvorming over het wel of niet uitvoeren van een preventieve contralaterale mastectomie blijft een uitdaging. Dit geldt met name in situaties wanneer concrete informatie ontbreekt over aanwezigheid van een BRCA1/2-mutatie.
lees verderUitzonderlijk gebruik van parenterale voeding bij patiënten met acute myeloïde leukemie (AML) hangt samen met groter en ernstiger gewichtsverlies vergeleken met het gebruik van parenterale voeding zodra patiënten zelf niet meer in staat zijn voldoende te eten. Dat blijkt uit onderzoek van Rianne van Lieshout (Máxima MC, Veldhoven) en collega’s. Zij adviseren de serum leverwaarden van AML-patiënten te monitoren; met name bij het geven van parenterale voeding bij patiënten met reeds verhoogde serum leverwaarden aan het begin van de behandeling.
lees verderOndanks centralisatie van chirurgie in gespecialiseerde centra, krijgt een op de drie vrouwen met een vroeg stadium van baarmoederhalskanker in Nederland te maken met kortstondige, chirurgische complicaties rondom radicale hysterectomie. Dat concluderen Hans Wenzel (IKNL) en collega’s. Volgens de onderzoekers is het belangrijk om deze vrouwen helder en duidelijk te informeren over mogelijke consequenties van een operatie, met name bij aanwezigheid van comorbiditeit.
lees verderDoor centralisatie is het aantal ziekenhuizen in Nederland gedaald dat zelf longkankeroperaties uitvoert. Hoewel dit bijdroeg aan de variatie in behandelkeuze tussen ziekenhuizen, heeft dit in de praktijk bij patiënten met stadium I niet-kleincellige longkanker (NSCLC) niet geleid tot een slechtere algemene overleving. Dit suggereert volgens Julianne de Ruiter (NKI-AvL) en collega’s dat verdere centralisatie van longkankerchirurgie waarschijnlijk geen nadelige impact zal hebben op de uitkomsten van behandeling.
lees verderPatiënten met zeldzame dunne darm- en appendixkanker krijgen in de klinische praktijk vaak nog eenzelfde behandeling als patiënten met maag- en dikkedarmkanker. De onderbouwing hiervoor ontbreekt grotendeels concludeert Laura Legué in haar proefschrift. Daarin toont ze aan dat dunne darm- en appendixkanker unieke kankersoorten zijn, met elk een zeer verschillend ziektebeloop. Verder blijkt dat bij gemetastaseerde dunnedarmkanker slechts een minderheid van de patiënten palliatieve chemotherapie ontvangt. En bij appendixkanker met uitzaaiingen naar het buikvlies heeft het histologisch subtype een belangrijke prognostische waarde.
lees verderBestaande vragenlijsten zijn niet geschikt om alle aspecten te meten van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van patiënten met keratinocytcarcinoom, een veel veelvoorkomend huidaandoening. Rick Waalboer-Spuij, dermatoloog in het Erasmus MC te Rotterdam beschrijft in zijn proefschrift de ontwikkeling en validatie van een nieuwe vragenlijst (BaSQoL) om een beter beeld te krijgen van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, ziekteperceptie en informatievoorziening bij deze patiënten. De vragenlijst werd diverse malen getest en uiteindelijk ingezet om de impact van diagnose en behandeling te meten bij patiënten met keratinocytcarcinoom.
lees verderEen meerderheid van de patiënten met de nodulaire lymfocytenrijke variant van het hodgkinlymfoom (NLPHL) heeft in Nederland het vooruitzicht op een normale levensverwachting. Dat concluderen Hidde Posthuma (Amsterdam UMC, locatie VUmc) en collega’s in een studie met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Daarin wordt onder andere gesignaleerd dat de incidentie van deze ziekte tussen 1993 en 2016 is toegenomen, waarschijnlijk door toegenomen bewustzijn van clinici en pathologen en verbetering van diagnostische technieken. Verder stellen zij vast dat de toevoeging van rituximab aan bestaande therapieschema’s geen bijdrage lijkt te leveren aan het verbeteren van de overleving.
lees verderVrouwen met blaaskanker hebben alleen in de eerste twee jaar na diagnose een hoger risico om te overlijden aan deze ziekte dan mannen. In de jaren daarna is het sterfterisico van mannen en vrouwen vergelijkbaar, zo blijkt uit onderzoek van Anke Richters (IKNL) en collega’s. Dat betekent dat bij vrouwen sprake is van een onderschatting van de oversterfte in de eerste twee jaar na diagnose. Mogelijk is een agressievere behandeling van vrouwen met blaaskanker gerechtvaardigd.
lees verder