Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Tussen ziekenhuizen bestaat grote praktijkvariatie in het toepassen van profylactische hersenbestralingen bij kleincellig longcarcinoom. Het gebruik van deze bestraling uit voorzorg is de afgelopen jaren afgenomen. Dit heeft echter nog niet geleid tot standaard inzet van MRI-surveillance. Dat blijkt uit het onderzoek van arts-in-opleiding tot radiotherapeut Peter van Rossum (UMC Utrecht) en collega’s dat onlangs in Clinical and Translational Radiation Oncology verscheen.
lees verderVoor zeldzame kankers zoals neuro-endocriene neoplasie (NEN) is het lastig om voldoende patiënten in studies te includeren. Toch lukt dat soms wel, bijvoorbeeld via de Nederlandse Kanker Registratie, zoals de recente publicatie van prof. dr. Anne-Marie Dingemans, longarts (Erasmus MC, MUMC+), en promovenda Bregtje Hermans, internist i.o. (MUMC+, MMC), en collega’s laat zien. Dingemans: ‘Dankzij de samenwerking met IKNL heeft ons onderzoek een landelijke dekking en zit 99% van de patiënten in onze studie. Dat is echt de kracht van dit onderzoek.’
lees verderHet rapport ‘Uitgezaaide kanker in beeld’ werd 5 oktober gepresenteerd op het symposium van de Nederlandse Kankerregistratie. Veel nadruk lag op aandacht voor kwaliteit van leven. Door te bespreken wat belangrijk is voor de patiënt kan de behandeling daar op aangepast worden. Het tweesporenbeleid werd toegelicht: al tijdens curatieve behandeling vooruit kijken en het gesprek voeren over wensen voor de zorg in de laatste levensfase. Het belang van vroegtijdig inzetten van palliatieve zorg liep als een rode draad door het symposium. Kijk hier de lezingen van het symposium terug.
lees verderJaarlijks krijgen 38.000 mensen in Nederland te horen dat zij uitgezaaide kanker hebben, dat blijkt uit het rapport ‘Uitgezaaide kanker in beeld’ dat Integraal Kankercentrum Nederland vandaag uitbrengt. Uitgezaaide kanker is niet meer per definitie een doodvonnis, toch is voor de grootste groep patiënten het vooruitzicht amper verbeterd de afgelopen tien jaar. Bovendien is vooraf vaak niet duidelijk of een behandeling zal aanslaan. Zorgverleners kunnen veel betekenen in het verbeteren van de kwaliteit van leven, ook in de laatste maanden van het leven. Door te bespreken wat belangrijk is voor de patiënt kan de behandeling daar op aangepast worden.
lees verderBij een op de vijf patiënten die de diagnose kanker krijgt is de kanker uitgezaaid. De overleving van deze groep patiënten is de afgelopen tien jaar amper verbeterd. De helft van deze patiënten leeft zes maanden of korter na de diagnose. Daarom is meer aandacht nodig voor kwaliteit van leven in de laatste levensfase van mensen met uitgezaaide kanker. Dat blijkt uit het rapport ‘Uitgezaaide kanker in beeld’ dat IKNL vandaag uitbrengt. Kijk mee naar de livestream van het symposium waarin dit rapport wordt gepresenteerd.
lees verderEen beslisboom over de diagnostiek en behandeling van wervelmetastasen is nu beschikbaar voor zorgprofessionals in Oncoguide. Samen met multidisciplinaire vertegenwoordigers van de werkgroep richtlijn wervelmetastasen onder voorzitterschap van dr. Walter Taal, neuroloog van het ErasmusMC is de richtlijn uit 2015 vertaald naar algoritmes in de vorm van heldere beslisbomen.
lees verderBij patiënten met stadium IV inflammatoire borstkanker worden belangrijke verschillen waargenomen in uitzaaiingspatronen en algehele overleving samenhangend met de verschillende subtypen (HR/HER2-status) van deze ziekte. Dat concluderen Dominique van Uden (Radboudumc) en collega’s in een publicatie in Breast Cancer Research and Treatment. Volgens de onderzoekers heeft dit inzicht belangrijke consequenties voor het adviseren van patiënten over hun prognose en eventuele behandelopties. De studie onderstreept tevens de mogelijkheid tot gerichtere stadiëring afgestemd op het subtype.
lees verderZes kuren R-CHOP lijken even effectief als acht kuren R-CHOP bij patiënten met stadium II-IV diffuus grootcellig B-cel-lymfoom (DLBCL). Dat blijkt uit een population-based onderzoek van Djamila Issa (Amsterdam UMC, Jeroen Bosch Ziekenhuis) en collega’s. Chemo-immunotherapie met R-CHOP is al bijna twee decennia de standaard eerstelijnsbehandeling voor patiënten met een diffuus grootcellig B-cel-lymfoom. Tot nu toe was het echter nog steeds onduidelijk of patiënten in de leeftijd van 18 tot 64 jaar met stadium II-IV DLBCL konden worden behandeld met zes kuren R-CHOP in plaats van acht kuren, zonder dat het de overleving nadelig beïnvloedt.
lees verder