Cijfers darmkanker
Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), die diverse gegevens vastlegt over de diagnostiek en behandeling van alle patiënten met kanker in Nederland. De NKR is sinds 1989 landelijk dekkend. Hieronder beschrijven we de cijfers over incidentie, behandeling, overleving, prevalentie en sterfte van dikkedarm- en endeldarmkanker.
Incidentie
De afgelopen decennia is de incidentie van darmkanker in Nederland toegenomen, maar sinds 2015 is een dalende trend ingezet, zo blijkt uit data van de NKR. In totaal kregen in 2022 circa 8.800 mensen de diagnose dikkedarmkanker en bijna 3200 de diagnose endeldarmkanker.
Figuur: Absoluut aantal nieuwe gevallen van darmkanker in de periode 1989-2022, naar diagnosejaar en lokalisatie. 2022 is een schatting
Stadium bij diagnose
Het stadium is een maat voor de uitgebreidheid van de ziekte. Darmkanker ontstaat uit epitheliale cellen, de mucosa, die de binnenkant van de dikke darm bekleden.
• Bij stadium I beperkt de darmtumor zich tot de darmwand zelf.
• Bij stadium II is de tumor door de darmwand heen gegroeid, maar niet uitgezaaid naar de lymfeklieren.
• Bij stadium III is de tumor uitgezaaid in de lokale lymfeklieren.
• Bij stadium IV is de tumor uitgezaaid naar verder gelegen lymfeklieren of andere organen en/of weefsels in het lichaam.
Van de patiënten gediagnosticeerd in 2021 met dikkedarmkanker is bij 23% de tumor verspreid naar andere organen bij diagnose. Voor patiënten met endeldarmkanker is bij 18% de tumor verspreid naar andere organen bij diagnose. In 2020 waren er verhoudingsgewijs iets meer stadium IV diagnoses. Binnen het bevolkingsonderzoek worden vooral tumoren in lagere stadia gevonden. Door het stopzetten van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker viel het aantal diagnoses in stadium I-III lager uit.
Bevolkingsonderzoek
Sinds 2014 is in Nederland het bevolkingsonderzoek naar darmkanker ingevoerd. Het doel van het bevolkingsonderzoek is het verminderen van sterfte aan darmkanker door de ziekte in een vroeger stadium op te sporen. Alle Nederlanders tussen de 55 en 75 jaar worden hiervoor uitgenodigd, in deze leeftijdsgroep is een verschuiving in de stadium verdeling zichtbaar. In 2013 was 18 procent van alle darmkankerdiagnoses een stadium-I tumor, in 2021 was dat 31 procent. Het aandeel stadium-IV tumoren nam af, van 26 procent in 2013 tot 19 procent in 2021.
Leeftijd
Darmkanker is een ziekte die voornamelijk ouderen treft. Meer dan 50% van de patiënten is bij diagnose 70 jaar of ouder (figuur hieronder). In zeldzame gevallen ontstaat de ziekte op jonge leeftijd, veelal gaat het hier dan om een erfelijke vorm van darmkanker.
Behandeling
De behandeling van darmkanker is afhankelijk van het stadium van de ziekte. Daarnaast is er een verschil in behandeling tussen dikkedarm- en endeldarmkanker. Een operatie is de meest toegepaste behandeling bij patiënten zonder uitzaaiingen in andere organen (stadium I t/m III).
Bij patiënten met stadium-III-dikkedarmkanker zal als aanvullende behandeling chemotherapie worden overwogen. Een groot deel van de patiënten met endeldarmkanker krijgt voorafgaand aan de operatie bestraling, eventueel gecombineerd met chemotherapie. Patiënten met uitzaaiingen in andere organen (stadium IV) krijgen vaak systemische therapie (chemotherapie en doelgerichte therapie) toegediend.
Stadium I t/m III
Van de patiënten gediagnosticeerd met darmkanker stadium I t/m III in 2019 heeft 95% een chirurgische behandeling ondergaan.
61% van de patiënten gediagnosticeerd met dikkedarmkanker stadium III in 2019 heeft chemotherapie gekregen na de operatie. Van de patiënten gediagnosticeerd met endeldarmkanker klinisch stadium II en III in 2019 heeft 76% voor de operatie bestraling gehad, bij 43% werd de bestraling gecombineerd met chemotherapie. In onderstaande figuur ziet u de cijfers van 2019.
Stadium IV
Van de patiënten gediagnosticeerd met darmkanker stadium IV in 2019 is 50% behandeld met systemische therapie en 30% heeft geen enkele tumorgerichte behandeling ondergaan.
Overleving
Door verbeteringen in diagnostiek en behandeling zijn de overlevingskansen van patiënten met darmkanker sinds eind jaren tachtig toegenomen.
De 5-jaarsoverleving van patiënten met dikkedarmkanker steeg van 54% in de periode 1991-2000 naar 67% in de periode 2011-2019. Voor endeldarmkanker is dezelfde groei te zien.
Overleving naar stadium
De overleving van zowel dikkedarmkanker als endeldarmkanker wordt sterk bepaald door het stadium bij diagnose. Van de patiënten met stadium I dikkedarmkanker is 96% na 5 jaar nog in leven, terwijl patiënten met stadium IV dikkedarmkanker een 5-jaarsoverleving hebben van 12%. Voor patiënten met endeldarmkanker zijn deze percentages respectievelijk 94% en 14%.
Prevalentie
De 10-jaarsprevalentie voor darmkanker is de afgelopen jaren gestaag gestegen. Dit zijn alle mensen waarbij de afgelopen 10 jaar de diagnose darmkanker is gesteld en die in leven zijn. Op 1 januari 2022 hadden ruim 80.000 personen darmkanker.
Sterfte
In 2021 overleden ongeveer 4.500 mensen aan darmkanker. De sterfte neemt toe met de leeftijd.
Darmkanker in 2032
In oktober 2022 publiceerde IKNL het rapport 'Kanker in Nederland, trends & prognoses tot en met 2032', in paragraaf 3.9 worden ook de prognoses voor darmkanker beschreven als het gaat om incidentie, strefte, prevalentie en overleving.
Naar het rapport