Sociaaleconomische status en kanker: verschillen rondom behandeling

Nieuw rapport legt verschillen in behandeling bij kanker bloot

Publicatie deel 2 drieluik 'sociaaleconomische factoren en kanker'

Patiënten uit lagere inkomensgroepen ondergaan minder vaak een tumorgerichte behandeling dan patiënten met een hoger inkomen. Dat blijkt onder meer uit een vandaag gepubliceerde nieuwe studie naar sociaaleconomische status en kanker door IKNL. In dit tweede deel van een drieluik over kanker en sociaaleconomische status in Nederland gaat het specifiek over behandelverschillen bij kanker in relatie tot het inkomen van patiënten. Dit is bekeken voor vijf veel voorkomende tumorsoorten: borstkanker, niet-kleincellige longkanker, darmkanker, prostaatkanker en melanoom. De resultaten tonen aan dat inkomen samenhangt met de manier waarop kanker wordt behandeld, wat kan duiden op ongelijkheden in de kankerzorg.

Uit het onderzoek blijkt dat patiënten uit lagere inkomensgroepen minder vaak een tumorgerichte behandeling ondergaan dan patiënten met een hoger inkomen. Deze behandelingen zijn gericht op de tumor of uitzaaiingen en hebben als doel genezing, het stoppen van tumorgroei of levensverlenging. 

Minder ingrijpende behandelingen

Wanneer patiënten wel behandeld worden, ondergaan degenen met een lager inkomen vaker minder ingrijpende behandelingen. Zo krijgt van de patiënten uit hogere inkomensgroepen 67 procent immuuntherapie bij uitgezaaide melanoom, tegenover 47 procent in de lagere inkomensgroep. Ook bij de behandeling van uitgezaaide dikkedarmkanker zijn grote verschillen zichtbaar. Om de kanker af te remmen kunnen patiënten chemotherapie krijgen, eventueel in combinatie met een doelgericht medicijn. In de hogere inkomensgroep krijgt 54 procent zo’n type behandeling, in de lagere inkomensgroep 39 procent. Patiënten uit hogere inkomensgroepen krijgen ook vaker onderzoek om mutaties in de tumor op te sporen. Met zo’n moleculair onderzoek kan soms een doelgericht medicijn worden gevonden.

Daarentegen laten ongewenste effecten van de behandeling (zoals complicaties, het stopzetten van kuren of ziekenhuisopnames) weinig verschillen zien tussen inkomensgroepen. Toch bezoeken patiënten met gevorderde kanker uit lagere inkomensgroepen in het laatste half jaar voor hun overlijden vaker een hulpverlener dan patiënten met een hoger inkomen. 

Mogelijke verklaringen

Deze verschillen kunnen door verschillende factoren worden verklaard. Fysieke factoren spelen hierbij een rol, aangezien patiënten met lagere inkomens vaker bijkomende aandoeningen hebben, vaker in slechtere conditie verkeren, vaker een hogere BMI hebben en vaker roken. Daarnaast nemen zij mogelijk minder vaak deel aan programma’s die gericht zijn op conditieverbetering voorafgaand aan de kankerbehandeling. 

Persoonlijke factoren dragen ook bij aan de verschillen in behandeling. Zo hebben patiënten met een lagere sociaaleconomische status vaker beperkte gezondheidsvaardigheden en zijn ze minder in staat of bereid om te reizen voor medisch-oncologische zorg, wat hun keuze voor een behandeling kan beïnvloeden. 

Het proces van samen beslissen over de behandeling kan eveneens verschillen veroorzaken. Voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden is samen beslissen extra moeilijk, wat invloed kan hebben op de uiteindelijke behandelkeuzes. 

Persoonsgerichte zorg

Hoewel een deel van deze verschillen te verklaren is door fysieke en persoonlijke factoren, blijft een deel van de oorzaken onduidelijk. Verschillen in behandeling en zorggebruik hoeven echter niet per se onwenselijk te zijn en kunnen juist wijzen op persoonsgerichte zorg. Hiervoor is het wel belangrijk dat goed wordt gekeken naar de gezondheid en wensen van de patiënt, en dat de beslissingen samen met de patiënt worden genomen. Helaas weten we niet in hoeverre dit gebeurt, omdat zulke gegevens niet in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) staan. 

Aanbevelingen

Met de bevindingen van dit onderzoek roept IKNL op tot concrete stappen om de ongelijkheden in de behandeling van kanker te verminderen. We doen daarbij een aantal aanbevelingen: 

  • Zorgprofessionals
    Zet nog meer in op persoonsgerichte zorg. Het is vaak niet goed te merken wat iemands niveau van gezondheidsvaardigheden is, dus vraag door, beperk de informatie tot 3 kernpunten, gebruik begrijpelijke taal en vermijd waar mogelijk jargon.
    Meer lezen: Begin een goed gesprek; Communicatie op maat; Zakkaartje Samen Beslissen; praatkaarten; Begrijp je lichaam 
    De terugvraagmethode is nuttig om te controleren of de patiënt diens diagnose begrijpt alvorens de behandelopties voor te leggen. Evalueer het behandelbesluit in een extra (telefonisch) consult vóór de start van de behandeling, maar ook daarna. 
    Bespreek het belang van een gezonde leefstijl, vraag naar eventuele barrières en verwijs naar een leefstijlloket of huisarts waar nodig. 
     
  • Patiënten   
    Weet dát er een keuze in je behandeling is en ga hierover in gesprek met je zorgverlener. De huisarts kan hierbij helpen. Zie ook Begin een goed gesprek; Appstore | Kanker.nl
    Streef naar een gezonde leefstijl. Dit is moeilijk, dus denk er over na om hulp te vragen bij bijvoorbeeld de huisarts. Meer lezen: Gezond leven | Thuisarts.nl 
     
  • Partners in het oncologische veld
    Doe meer onderzoek naar gezondheidsverschillen en voer diepere analyses uit naar verdere oorzaken van de gevonden verschillen. Stimuleer het gesprek over gezondheidsverschillen en sluit aan bij initiatieven zoals het Deltaplan tegen Gezondheidsverschillen

Op maandagavond 24 juni jl. vond een online webinar plaats op LinkedIn waarin hoofdonderzoeker dr. Mieke Aarts de resultaten van het rapport toelichtte en waarin met panelleden oorzaken en oplossingen werden besproken. Het panel bestond uit dr. Janneke Walraven, medisch-oncoloog Radboud UMC; dr. Kristel van Asselt, huisarts en onderzoeker bij UMCU, en dr. Gudule Boland van het expertisecentrum voor gezondheidsverschillen Pharos.

Deze sessie is hier terug te kijken

Medewerkers

Mieke Aarts

portretfoto van Mieke, een witte vrouw met bruin haar in een laag knotje. Ze glimlacht breed, draagt een paars-blauwe top met kleine gekleurde stipjes en staat voor een achtergrond van groene bladeren senior onderzoeker lees verder

Jolanda Sinha

Portretfoto van Jolanda, een witte vrouw met kort blond haar. Ze draagt een blauw jasje en kijkt glimlachend de camera in. persvoorlichter/senior communicatieadviseur lees verder