Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Informatie over het histologische type lijkt geen geschikte parameter om de behandelvoorkeur te bepalen bij vroege stadia van longcarcinoom. Dat schrijven Max Dahele (VUmc) en Ronald Damhuis (IKNL) in een redactionele bijdrage in Journal of Thoracic Oncology. De tumorgrootte heeft, ongeacht de behandeling, de belangrijkste invloed op de overleving. Daarnaast kunnen andere determinanten, zoals tumorlocatie, de uitkomsten selectief beïnvloeden. Volgens de auteurs kunnen met vergelijkende effectiviteitsstudies wellicht relevante subgroepen worden opgespoord, maar dit vergt nader onderzoek.
lees verderOm behandelingen af te stemmen op de individuele patiënt kunnen artsen gebruik maken van richtlijnen en predictiemodellen. Met het tekenen van een samenwerkingsovereenkomst tussen Evidencio en IKNL gaan de twee partijen deze modellen beschikbaar maken in Oncoguide. Hiermee krijgen arts en patiënt betere ondersteuning bij besluitvorming over de behandeling.
lees verderEen aanzienlijk aantal patiënten met een gastro-enteropancreatische neuro-endocriene tumor (GEP-NET) heeft ook te maken peritoneale metastasen. De frequentie van deze metastasen en de overlevingskansen blijken sterk afhankelijk te zijn van de locatie van de primaire tumor. Dat concluderen Ariana Madani (IKNL, Erasmus MC, MMC) en collega’s van een groot aantal Nederlandse ziekenhuizen op basis van studie met data van de Nederlandse Kankerregistratie. Inzicht in de incidentie en risicofactoren van peritoneale metastasen kan volgens de onderzoekers bijdragen aan het ontwikkelen van geïndividualiseerde behandelstrategieën bij patiënten met heterogene neoplasmen.
lees verderHet percentage patiënten met colorectale peritoneale metastasen dat een op genezing gerichte HIPEC-behandeling krijgt, verschilt enorm tussen ziekenhuizen die de diagnose stellen in Nederland. Patiënten in een HIPEC-ziekenhuis hebben een significant hogere kans op een HIPEC-behandeling dan patiënten in een ‘verwijzend ziekenhuis’. Ook hebben zij een betere levensverwachting. Dat concluderen Koen Rovers (Catharina Ziekenhuis) en collega’s van IKNL en acht Nederlandse ziekenhuizen die HIPEC-behandelingen verrichten. Volgens de onderzoekers duiden deze verschillen op een suboptimale selectie van patiënten, waardoor er mogelijk sprake is van onderbenutting van behandeling met CRS + HIPEC in verwijzende ziekenhuizen.
lees verderSinds de introductie van het 7e stadiëringssysteem van de American Joint Committee on Cancer (AJCC) is het aantal schildwachtklierbiopsieën in Nederland gestegen bij patiënten met een pT1-melanoom. Dit heeft echter niet geleid tot het vinden van meer positieve biopten. Ook is er geen verbetering zichtbaar in de overleving (die de 100% al benaderde) bij diverse subgroepen met pT1-melanomen in de periode 2003-2009 en 2010-2014. Die conclusies trekken Charlotte Oude Ophuis (Erasmus MC) en collega’s in een studie met data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Volgens de onderzoekers zou uitvoering van schildwachtklierbiopsies bij deze patiënten heroverwogen dienen te worden.
lees verderPatiënten met een hoge nevus-dichtheid, een melanoom in situ, oudere patiënten en patiënten die meer dan tien jaar in de buitenlucht hebben gewerkt, lopen meer kans op het ontwikkelen van een tweede, primair melanoom. Dat staat in een publicatie van Melinda Schuurman (IKNL) en collega’s in de British Journal of Dermatology. Volgens de huidige richtlijn hoeft aan deze patiënten standaard geen follow-up aangeboden te worden. Aangezien deze studie aantoont dat zij een hogere kans hebben op het krijgen van een ander melanoom, zou uitbreiding van de follow-up overwogen kunnen worden. Zo’n besluit leidt wel tot toename van de werkdruk. Om die reden zou de haalbaarheid en kosteneffectiviteit hiervan eerst nader onderzocht moeten worden.
lees verderHet ziekenhuis waar de diagnose ‘slokdarmkanker’ wordt gesteld, heeft invloed op de behandeling en uiteindelijke overlevingskansen van deze patiënten. Uit onderzoek van Margreet van Putten (IKNL) en collega’s blijkt namelijk dat er een aanzienlijke variatie bestaat tussen het ziekenhuis van diagnose en de kans dat patiënten met curabele slokdarmkanker worden doorverwezen voor een curatieve behandeling. Om deze verschillen te verkleinen adviseren de onderzoekers alle patiënten te bespreken in multidisciplinaire overlegteams in aanwezigheid van ervaren slokdarmkankerspecialisten.
lees verderHet percentage ouderen dat een of meer medicatie-uitgiftes ontvangt gedurende het hele jaar voor de diagnose dikkedarmkanker, is hoger vergeleken met een controlegroep zonder kanker met vergelijkbare leeftijd en geslacht. Dit aandeel neemt verder toe tijdens de laatste drie maanden voorafgaand aan de kankerdiagnose, zo blijkt uit onderzoek van Felice van Erning (IKNL) en collega’s van onder meer MMC en PHARMO Institute. Het verhoogde medicatiegebruik bij ‘toekomstige’ patiënten is voornamelijk gerelateerd aan comorbiditeit(en), terwijl de medicatie-uitgiftes in de laatste maanden voor de kankerdiagnose voornamelijk gerelateerd lijken te zijn aan (symptoombestrijding van) dikkedarmkanker.
lees verder