Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Zorgpaden voor patiënten met kanker leveren een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg en uitkomsten van deze zorg. Dat concludeert Jolanda van Hoeve in het proefschrift dat zij 29 oktober 2020 verdedigde aan de Universiteit Twente. De ontwikkeling en implementatie van zorgpaden kan echter niet los worden gezien worden van andere ontwikkelingen. “Sterker nog: een zorgpad dient juist gebaseerd te zijn op actuele landelijke richtlijnen en beroepsnormen.”
lees verderExterne validatie van het SOURCE-predictiemodel toont aan dat dit model goed gekalibreerd is en vergelijkbare prestaties laat zien bij Nederlandse en Belgische patiënten met maagkanker. Bij patiënten met slokdarmkanker vertoont het model echter aanzienlijke verschillen. Dat blijkt uit onderzoek van Jessy Joy van Kleef (I Amsterdam UMC) en collega’s. Volgens de onderzoekers onderstrepen deze bevindingen het belang van validatie van predictiemodellen in andere patiëntenpopulaties.
lees verderDe incidentie en overleving van slokdarm- of maagadenocarcinoom verschilt naar gelang het histologische subtype van deze tumoren. De prognose van patiënten met een intestinale tumor is significant beter dan van lotgenoten met een diffuse tumor. Dat blijkt uit een landelijke studie van Rosa van der Kaaij (NKI-AvL, Amsterdam), waarin data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) zijn gekoppeld.
lees verderPatiënten met uitgezaaide slokdarm- of maagkanker zijn tussen 2010 en 2016 aanzienlijk vaker getest op HER2-status en kregen ook significant vaker palliatieve chemotherapie met toevoeging van trastuzumab. Willemieke Dijksterhuis (IKNL & Amsterdam UMC) en collega’s constateren echter ook dat er grote verschillen zijn tussen ziekenhuizen in het aandeel HER2-geteste patiënten (29% tot 100%) en het voorschrijven van trastuzumab. Ze pleiten daarom voor meer bewustwording en frequenter testen met biomarkers.
lees verderInternist-oncoloog professor dr. Hanneke van Laarhoven, werkzaam in het Amsterdam UMC, richt zich in haar werkzame leven in het bijzonder op slokdarm-, maag- en alvleesklierkanker. Ze is actief in POCOP en PACAP, twee prospectieve registraties waar wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan met onder andere gegevens van de NKR.
lees verderBij patiënten met uitgezaaide slokdarm- en maagkanker is een opmerkelijke heterogeniteit zichtbaar bij palliatieve eerstelijnsbehandelingen met systemische therapie in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van Willemieke Dijksterhuis (IKNL, Amsterdam UMC) en collega’s. Deze variatie is volgens de onderzoekers ongewenst, vooral als het gaat om ‘onconventionele’ behandelingen met drie verschillende middelen. Die leveren geen extra overlevingswinst op, maar wel meer toxiciteit. Daarom heeft chemotherapie met twee middelen de voorkeur. In toekomstige studies is meer aandacht nodig voor de kwaliteit van leven, prognostiek, selectie van patiënten en verdere personalisatie van behandelingen.
lees verderIntroductie van synoptische verslaglegging leidt tot verbetering van de volledigheid van pathologieverslagen bij chirurgische behandeling van patiënten met slokdarm- en maagkanker. Dat concluderen Nikolaj Baranov (Radboudumc) en collega’s aan de hand van gegevens uit de PALGA-databank en Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De volledigheid was beter wat betreft informatie over tumorgrootte, gradering, lokalisatie, tumorregressie na neoadjuvante therapie en lymfovasculaire & perineurale invasie. De onderzoekers adviseren synoptische verslaglegging een vast onderdeel te maken van de standaardzorg voor patiënten met slokdarm- en maagkanker.
lees verderRuim een derde (37%) van de met curatieve intentie behandelde maagkankerpatiënten ontwikkelt later een locoregionaal recidief en/of afstandsmetastasen, ondanks chirurgie met perioperatieve behandeling. Verder blijkt uit onderzoek van Ibtissam Mokadem (IKNL) en collega’s dat een meerderheid van deze patiënten (89%) te maken krijgt met afstandsmetastasen. Om de overleving van deze patiënten te verbeteren, zijn volgens de onderzoekers multimodale behandelstrategieën nodig gericht op het voorkomen van afstandsmetastasen.