Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Dunnedarmadenocarcinoom is een zeldzame vorm van kanker. Patiënten met deze maligniteit krijgen vaak te maken met synchrone peritoneale metastasen. Uit onderzoek van Laura Legué (Catharina Ziekenhuis, IKNL) en collega’s blijkt dat behandeling van uitzaaiingen in het buikvlies kan bijdragen aan een toename van de overleving bij geselecteerde patiënten. Met name behandeling met cytoreductieve chirurgie in combinatie met hyperthermische intraperitoneale chemotherapie (CRS+HIPEC) leidde bij een zeer kleine groep patiënten tot een mediane overleving van 32 maanden. De onderzoekers verwachten dat een multidisciplinaire benadering en betere selectie van patiënten die baat kunnen hebben bij behandeling, waaronder CRS+HIPEC, een bijdragen kan leveren aan een betere prognose.
lees verderPatiënten van 75 jaar en ouder met uitgezaaide alvleesklierkanker die tussen 2005 en 2013 zijn behandeld met chemotherapie hadden, ondanks de beperkte inzet van chemotherapie op deze leeftijd, een slechtere overleving vergeleken met jongere patiënten die met chemotherapie zijn behandeld. Dat blijkt uit onderzoek van Lydia van der Geest (IKNL) en collega’s met behulp van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De onderzoekers stellen dat het noodzakelijk is betere definities op te stellen voor geriatrische kenmerken en bijkomende ziekten, zodat de (in)tolerantie van chemotherapie nauwkeuriger kan worden voorspeld. Ook zijn er chemotherapieregimes nodig die beter door oudere patiënten worden verdragen.
lees verderOndanks landelijke richtlijnen over aanvullende behandeling bij borstkanker, blijft er in de klinische praktijk controverse bestaan over het gebruik van adjuvante chemotherapie bij diverse subgroepen patiënten met een vroeg stadium van borstkanker. Verder blijkt dat inzet van genexpressieprofielen bij de helft van de patiënten met een positieve oestrogeenreceptor leidt tot wijziging van de besluitvorming over aanvullende chemotherapie. Deze en andere conclusies staan te lezen in het proefschrift van Anne Kuijer ‘Interplay Between Gene Expression Profiling and Adjuvant Systemic Therapy Decision-Making in Early Stage Breast Cancer Patients’. De verdediging vindt plaats op 26 oktober 2017 aan de Universiteit Utrecht.
lees verderDe Monitor 2015 van het bevolkingsonderzoek borstkanker is sinds 27 september 2017 beschikbaar. De resultaten laten op landelijk niveau een stabiel bevolkingsonderzoek borstkanker zien. De belangrijkste uitkomsten van het bevolkingsonderzoek borstkanker voor het verslagjaar 2015 zijn becijferd door IKNL.
lees verderHet medicijn palbociclib is, zo blijkt uit onderzoek, effectief bij vrouwen met uitgezaaide, hormoongevoelige borstkanker. Verder onderzoek naar palbociclib en toekomstige middelen uit deze therapeutische klasse kan duidelijkheid geven of deze middelen het beste als start- of als vervolgbehandeling kunnen worden ingezet. In opdracht van het ministerie van VWS heeft ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen zes miljoen euro beschikbaar gesteld om dit te onderzoeken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG), een samenwerking van borstkankeroncologen.
lees verderPatiënten met grootcellig neuro-endocrien longcarcinoom (LCNEC) die behandeld zijn met het chemotherapieschema NSCLC-t (vooral met de combinatie platinum-gemcitabine) hebben een langere, algemene overleving (mediaan 8,5 maanden) vergeleken met patiënten die behandeld zijn met platinum-pemetrexed (NSCLC-pt) of platinum-etoposide (SCLC-t). Dat blijkt uit het grootste onderzoek tot dusver uitgevoerd door Jules Derks (UMC Maastricht) en collega’s met data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en het Nederlands Pathologieregister (PALGA). De onderzoekers adviseren de uitkomsten van de studie te laten bevestigen, bij voorkeur in een gerandomiseerde trial met patiënten met gevalideerd LCNEC.
lees verderEr zijn sterke aanwijzingen dat behandeling van kanker met doxorubicine tijdens de kinderjaren leidt tot een hoger risico om op latere leeftijd opnieuw kanker te ontwikkelen, met name borstkanker. Blootstelling aan het middel cyclofosfamide op jeugdige leeftijd verhoogt het risico op sarcomen. Die conclusies staan te lezen in een publicatie van Jop Teepen (Emma Kinderziekenhuis, AMC) en collega’s in de Journal of Clinical Oncology. Volgens de auteurs is deze informatie belangrijk voor het opstellen van toekomstige behandelprotocollen en richtlijnen voor de surveillance van kinderen die met chemotherapie zijn behandeld.
lees verderDe naleving van richtlijnen voor het geven van adjuvante therapie aan patiënten met baarmoederkanker met een laag tot gemiddeld risico is uitstekend in Nederland. Dat blijkt uit een studie van Florine Eggink (UMC Groningen) en collega’s. Bij patiënten met hoog-risico baarmoederkanker is er echter ruimte voor verbetering. Volgens de onderzoekers is er nader onderzoek nodig om beter inzicht te krijgen in de achterliggende oorzaken van het niet naleven van richtlijnen. Mede vanwege het huidige accent op gedeelde besluitvorming.
lees verder