Na chemo 75+ slechtere overleving dan 75- bij uitgezaaide pancreaskanker

Patiënten van 75 jaar en ouder met uitgezaaide alvleesklierkanker die tussen 2005 en 2013 zijn behandeld met chemotherapie hadden, ondanks de beperkte inzet van chemotherapie op deze leeftijd, een slechtere overleving vergeleken met jongere patiënten die met chemotherapie zijn behandeld. Dat blijkt uit onderzoek van Lydia van der Geest (IKNL) en collega’s met behulp van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De onderzoekers stellen dat het noodzakelijk is betere definities op te stellen voor geriatrische kenmerken en bijkomende ziekten, zodat de (in)tolerantie van chemotherapie nauwkeuriger kan worden voorspeld. Ook zijn er chemotherapieregimes nodig die beter door oudere patiënten worden verdragen. 

Ondanks een ouder wordende patiëntenpopulatie en ondervertegenwoordiging van oudere patiënten in klinische studies, zijn studies met oudere patiënten met uitgezaaide alvleesklierkanker schaars. In deze studie is het gebruik van chemotherapie en de overleving onderzocht bij oudere patiënten met uitgezaaide alvleesklierkanker.  

Opzet en resultaten De onderzoekers selecteerden alle patiënten (n= 9.407) uit de Nederlandse kankerregistratie (NKR) die tussen 2005-2013 zijn gediagnosticeerd met primair gemetastaseerd adenocarcinoom van de alvleesklier om het gebruik van chemotherapie en invloed hiervan op de algehele overleving te onderzoeken met behulp van Kaplan-Meier en Cox-regressieanalyses. 

Uit deze analyses blijkt dat het gebruik van chemotherapie in de loop van de tijd toenam in alle leeftijdsgroepen. Bij patiënten tot 70 jaar van 26% tot 43%; bij patiënten in de leeftijd 70 tot 74 jaar van 14% naar 25% en bij patiënten van 75 tot 79 jaar van 5% naar 13%. Bij patiënten van 80 jaar of ouder was het chemotherapiegebruik zeer beperkt (toename van 2% naar 3%). De mediane leeftijd van de patiënten die chemotherapie kregen (n= 2.180) was 63 jaar (bereik 21-86 jaar; 1,6% was ≥ 80 jaar).  

Overleving 
Met oplopende leeftijd (<70, 70-74, 75-79 en 80 jaar en ouder) werd bij patiënten die behandeld zijn met chemotherapie de tumor minder frequent bevestigd door een patholoog, variërend van 91% bij patiënten in de leeftijd tot 70 jaar tot 77% bij patiënten van 80 jaar en ouder. Patiënten in de leeftijd van 70-74 en 75-79 jaar zaten daar tussenin met respectievelijk 88% en 87%.  

De algehele overleving daalde met stijgende leeftijd en was mediaan 25, 26, 19 en 16 weken in de eerdere genoemde leeftijdsgroepen. Na correctie voor verstorende factoren bleef de slechtere overleving aanhouden bij de met chemotherapie behandelde patiënten van 75 jaar en ouder.  

Conclusie en aanbevelingen 
Lydia van der Geest en collega’s concluderen dat patiënten van 75 jaar en ouder met uitgezaaide alvleesklierkanker die behandeld zijn met chemotherapie, ondanks het beperkt gebruik van chemotherapie op oudere leeftijd (wat duidt op een sterke selectie van patiënten voorafgaand aan deze behandeling), een slechtere overleving laten zien vergeleken met jongere patiënten die eveneens chemotherapie kregen.  

Volgens de onderzoekers is een betere definitie van geriatrische kenmerken en kenmerken van bijkomende ziekten noodzakelijk, waarmee de intolerantie van de behandeling kan worden voorspeld om de selectie van oudere patiënten voor palliatieve chemotherapie te optimaliseren. Daarnaast zijn geschikte chemotherapieregimes vereist die beter door oudere patiënten worden getolereerd. 

Population-based studie 
Voor zover bekend is dit de eerste landelijke studie naar het gebruik van chemotherapie en de overleving van oudere patiënten met gemetastaseerde alvleesklierkanker. De onderzoekers wijzen in de publicatie op enkele beperkingen wat betreft de beschikbaarheid van gegevens in deze population-based studie. Zo lijkt de NKR een aantal, vooral oudere, niet-behandelde patiënten met alvleesklierkanker te missen (J. Fest et al., 2016). Verder bevat de NKR geen landelijke gegevens over comorbide aandoeningen en algehele conditie van deze patiënten.  

Lydia van der Geest en collega’s reageren dat, hoewel het gebruik van chemotherapie bij oudere patiënten en de overleving van onbehandelde patiënten enigszins kan worden overschat, van analyses die zijn uitgevoerd naar behandelde patiënten mag worden verwacht dat deze zeer nauwkeurig zijn. Ten aanzien van de algehele conditie merken de onderzoekers op dat patiënten met alvleesklierkanker die palliatieve chemotherapie krijgen aangeboden waarschijnlijk al een relatief gunstige conditie hebben. 

Dat blijkt mede uit beschikbare (regionale) gegevens over comorbiditeit die in de groep behandelde patiënten geen significante samenhang met een slechte overleving vertoonden. Bovendien geeft deze landelijke, population-based studie een reëel beeld van de behandeling- en overlevingspatronen, inclusief patiënten zonder microscopische bevestiging van kanker.  
 

  • Van der Geest LGM, Haj Mohammad N, Besselink MGH, Lemmens VEPP, Portielje JEA, van Laarhoven HWM, Wilmink JHW en de Dutch Pancreatic Cancer Group: ‘Nationwide trends in chemotherapy use and survival of elderly patients with metastatic pancreatic cancer’. Cancer Med. 2017 Oct 16.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl