Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Het verschil in overlevingswinst tussen de twee voornaamste soorten chemotherapie bij patiënten met gemetastaseerd blaaskanker is zeer gering. Dat blijkt uit een retrospectieve studie die recent verscheen in European Urology Focus. Onderzoekers vergeleken in deze studie de overleving van patiënten behandeld met cisplatine- en carboplatine-bevattende chemotherapie.
lees verderVoor patiënten met laag risico niet-spierinvasieve blaaskanker wordt door internationale richtlijnen een eenmalige blaasinstillatie (spoeling) met chemotherapie binnen 24 uur na transurethrale resectie (TUR) aanbevolen. Er bestaat grote variatie in de toepassing van een eenmalige spoeling. Mogelijk kan dit verklaard worden door angst voor complicaties. Daarom onderzocht de 'BlaaskankerZorg In Beeld' studiegroep (BlaZIB) het risico op ernstige complicaties en sterfte na een eenmalige spoeling, welke zeer laag bleken te zijn. Gezien de grote variatie in de toepassing van een eenmalige spoeling en het lage risico op ernstige complicaties of sterfte, wordt mogelijk een deel van de patiënten onterecht niet behandeld met een eenmalige spoeling.
lees verderEerstelijnsbehandeling met 6x R-CHOP21 is even effectief in vergelijking met intensievere en meer toxische schema’s met R-CHOP14. R-CHOP21 kan daarom worden overwogen bij alle patiënten met stadium II-IV diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL). Dat concluderen Djamila Issa (Amsterdam UMC, Jeroen Bosch Ziekenhuis) en collega’s in een studie met NKR-data. Deze uitkomst dient nog wel bevestigd te worden in een grotere groep patiënten met een langere follow-up.
lees verderPatiënten met dikkedarmkanker die behandeld zijn met chemotherapie kunnen tot twee jaar na diagnose symptomen hebben van perifere, sensorische en motorische neuropathie. Vaak gaat het hierbij om tintelingen en verdoofdheid in tenen of voeten met impact op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Dat blijkt uit onderzoek van Cynthia Bonhof (CoRPS, Tilburg University) en collega’s. Volgens de onderzoekers is het cruciaal dat patiënten hierover worden geïnformeerd. Ook zouden artsen passende ondersteuning kunnen aanbieden.
lees verderPatiënten met leverkanker kregen in de periode 2009-2016 vaker een kankerbehandeling en hadden mede daardoor een betere overleving. Tegelijkertijd signaleren Margot Reinders (UMCU) en collega’s dat er nog significante verschillen waren tussen de regio’s wat betreft het type verrichtte behandelingen. Volgens de onderzoekers is het wenselijk de potentiële bijdrage van centralisatie van diagnostiek en behandeling van leverkanker te verkennen om de uitkomsten voor deze patiënten verder te verbeteren.
lees verderPatiënten met uitgezaaid adenocarcinoom van slokdarm of maag die behandeld zijn met palliatieve eerstelijns systemsche therapie in ziekenhuizen met een hoog behandelvolume, krijgen vaker tweedelijnstherapie. Dat blijkt uit onderzoek van Willemieke Dijksterhuis (Amsterdam UMC en IKNL) en collega’s. Deze studie toont verder aan dat patiënten na tweedelijnsbehandeling met paclitaxel/ramucirumab een langere overleving hebben vergeleken met patiënten die monotherapie met taxanen ontvingen.
lees verderRecent is de 190e patiënt geïncludeerd in de REBACARE-studie. Daarmee is het totale beoogde aantal inclusies voor de de studie behaald dankzij deelname van 18 ziekenhuizen. Binnen de REBACARE-studie wordt de effectiviteit onderzocht van een eenmalige blaasspoeling met chemotherapie voorafgaand aan een operatie voor een tumor van het nierbekken of urineleider ter voorkoming van terugkeer van een tumor in de blaas. Eerder was al te lezen dat het IKNL-trialbureau deze studie ondersteunde en om welke ondersteuning dat exact ging. Nu de inclusie van de studie is voltooid, vertelt dr. Joost Boormans, uroloog bij het Erasmus MC en onderzoeker in de REBACARE-studie, over de samenwerking met het IKNL-trialbureau.
lees verderHoofdhuidkoeling is over het algemeen een goed verdraagbare optie om haarverlies ten gevolge van chemotherapie (alopecia) te voorkomen. Het is een aanvullende behandeling die bijdraagt aan een betere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en psychosociaal welbevinden. Onderzoek heeft aangetoond dat bij vrouwen met borstkanker de kans op uitzaaiingen in de hoofdhuid na hoofdhuidkoeling minder dan 1% bedraagt. Dat is vergelijkbaar met patiënten zonder hoofdhuidkoeling.
lees verder