Nauwelijks verschil in overleving tussen cisplatine en carboplatine bij gemetastaseerde blaaskanker

Het verschil in overlevingswinst tussen de twee voornaamste soorten chemotherapie bij patiënten met gemetastaseerd blaaskanker is zeer gering. Dat blijkt uit een retrospectieve studie die recent verscheen in European Urology Focus. Onderzoekers vergeleken in deze studie de overleving van patiënten behandeld met cisplatine- en carboplatine-bevattende chemotherapie.

In het onderzoek keek de ProBCI-onderzoeksgroepnaar patiënten die zijn gediagnostiseerd met primair gemetastaseerde blaaskanker tussen 2016 en 2019 in Nederland. Het cohort bestond uit 359 patiënten die behandeld waren met cisplatine- of carboplatinebevattende chemotherapie gebaseerd op gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie. Uit de statistische analyses bleek dat twee jaar na diagnose de overlevingswinst van patiënten behandeld met cisplatine ten opzichte van carboplatine slechts twee maanden was (betrouwbaarheidsinterval: -0,7 – 4,6 maanden). In het eerste jaar was dit slechts 0,2 maanden (betrouwbaarheidsinterval:-0,9 – 1,2 maanden).

Voorkeur voor cisplatine onder de loep 

Volgens Europese behandelrichtlijnen is cisplatine-bevattende chemotherapie de voorkeursbehandeling, omdat deze verondersteld wordt een betere overleving te geven ondanks verhoogde toxiciteit. Echter komen niet alle patiënten die met chemotherapie worden behandeld in aanmerking voor cisplatine. Dit gaat om patiënten met contra-indicaties, zoals een verminderde nierfunctie. Zij krijgen dan doorgaans chemotherapie op basis van carboplatine. Echter komt de voorkeur voor cisplatine voort uit enkele kleine vergelijkende studies die ruim 15 jaar geleden zijn uitgevoerd en geen eenduidige resultaten leverden. 

Aanleiding van de studie 

Uit een eerdere publicatie op basis van ProBCI-data van patiënten met gemetastaseerd blaaskanker bleek dat er een groep patiënten was die in aanmerking leek te komen voor cisplatine, maar desondanks behandeld was met carboplatine. Daarnaast waren er ook patiënten die in het grijze gebied van een slechte nierfunctie en/of performance status vielen, maar toch cisplatine hadden gekregen. Omdat de groepen patiënten die met beide chemotherapie schema’s zijn behandeld veel minder verschillend zijn dan voorheen gedacht, kon het team op basis van observationele data vergelijken wat het verschil was tussen de twee behandelingen. De groepen patiënten die met de twee chemotherapie schema’s zijn behandeld, bleken dus veel minder verschillend van elkaar dan voorheen gedacht. Gezien de verhoogde toxiciteit van cisplatine, bieden deze uitkomsten een basis voor nieuw vergelijkend onderzoek en heroverweging van bestaande richtlijnen. 

Meer informatie 

Meer informatie over dit onderzoek is verkrijgbaar bij Anke Richters (a.richters@iknl.nl). Over ProBCI is informatie te vinden op www.probci.nl

Bron 

  • Richters, A., Boormans, J. L., van der Heijden, M. S., van der Heijden, A. G., Meijer, R. P., Mehra, N., ... & Aben, K. K. (2021). Overall Survival of Patients Receiving Cisplatin or Carboplatin for Primary Metastatic Urothelial Carcinoma of the Bladder: A Contemporary Dutch Nationwide Cohort Study. European Urology Focus

Gerelateerd nieuws

Behandeling bij uitgezaaide blaaskanker vaak te zwaar

Man in ziekenhuisbed Voor mensen met uitgezaaide blaaskanker is de behandeling die in de richtlijn wordt aanbevolen, vaak niet haalbaar. 35% maakt de voorgeschreven 4 tot 6 chemokuren niet af, en bij de helft van de patienten die wel 4 tot 6 kuren ontvangt, is een aanpassing van de chemotherapie nodig. Vaak gaat het om een verlaging van de dosis omdat de bijwerkingen te zwaar zijn. Dat zijn de uitkomsten van een studie die IKNL-onderzoeker Ellis Slotman deed met data uit de Nederlandse Kankerregistratie. lees verder

Veel ruimte voor verbetering in toepassing neoadjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker

Arm vrouw met infuus chemotherapie

Uit onderzoek blijkt dat er grote ziekenhuisvariatie bestaat in het gebruik van neoadjuvante chemotherapie bij patiënten met spierinvasieve blaaskanker. Dit lijkt impact te hebben op de overleving van de patiënt. De variatie kan voor een deel worden gereduceerd door betere naleving van de richtlijnen voor patiënten met stadium T3-4a blaaskanker en door kritische herevaluatie van de richtlijnen op basis van toekomstig wetenschappelijk onderzoek voor patiënten met stadium T2 blaastumoren. De onderzoekers hopen dat de studie leidt tot meer eenduidig beleid.

lees verder