Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Borstkankerpatiënten met metastasen in het centraal zenuwstelsel die hiervoor kunnen worden behandeld, laten een betere overleving zien. Het maakt echter geen verschil of metastasen synchroon (tegelijk met de primaire tumor) of metachroon zijn gediagnosticeerd, hoewel bij de laatste groep de tijd tussen primaire behandeling en ontdekking van de metastasen wél van belang is. Voor patiënten bij wie dit meer dan een jaar bedraagt, is de prognose gunstiger. Dat blijkt uit een studie van Vincent Ho (IKNL) in samenwerking met het Radboudumc (Nijmegen), Antoni van Leeuwenhoek (Amsterdam) en St Elisabeth Ziekenhuis (Tilburg).
lees verderHet RIVM, de regionale screeningsorganisaties en IKNL hebben op 15 oktober 2015 een overeenkomst getekend voor het gezamenlijk ontwikkelen en beheren van een datawarehouse. Hierin worden gegevens geladen vanuit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en de databank van het bevolkingsonderzoek, zoals het aantal verzonden uitnodigingen, de deelnamegraad en de verwijzingen. De landelijke monitor en evaluatie van het bevolkingsonderzoek borstkanker worden in het datawarehouse ondergebracht. Achterliggend idee is dat de gegevens zo makkelijker beschikbaar komen.
lees verderEen vroeg stadium van borstkanker op het moment van diagnose blijft, ondanks de beschikbaarheid van effectieve aanvullende hormonale-, chemo- en antiher2neu-therapieën, van vitaal belang voor de overleving. Dat blijkt uit een uitgebreide studie die is uitgevoerd door S. Saadatmand en M. Tilanus-Linthorst (Erasmus MC) en R. Bretveld en S. Siesling van IKNL en Universiteit Twente met behulp van gegevens van bijna 174.000 patiënten die tussen 1999 en 2012 werden gediagnosticeerd en behandeld. Het onderzoek toont verder aan dat de relatieve 5-jaarsoverleving van vrouwen met borstkanker tussen 2006-2012 steeg tot 96 procent en verbeterde voor alle tumor- en lymfeklierstadia ten opzichte van 1999-2005.
lees verderHet gebruik van preoperatieve MRI is significant geassocieerd met uitgebreidere operaties bij borstkanker. Een uitzondering hierop zijn jonge vrouwen (tot 40 jaar) en patiënten met invasieve, lobulaire borstkanker. Dat blijkt uit onderzoek van Elvira Vos (Erasmus MC) en collega’s van IKNL. Bij patiënten met invasieve borstkanker of een ductaal carcinoom in situ werd geen verband gevonden tussen het gebruik van MRI en de kans op een positieve resectiemarge of een re-excisie na een borstsparende operatie. Volgens de onderzoekers is gepast gebruik van MRI bij deze subgroepen op zijn plaats en dient ruime inzet van preoperatieve MRI in het algemeen ontmoedigd te worden.
lees verderIKNL heeft op verzoek van het Meander Medisch Centrum in Amersfoort het zorgpad mammacarcinoom geëvalueerd met als vertrekpunt het perspectief van de patiënt.
De evaluatie bestond uit een zogeheten ‘meeloopdag’, waarbij twee adviseurs van IKNL de verschillende fasen van het zorgpad stap voor stap doorliepen aan de hand van de evaluatielijst mammacarcioom. De evaluatie leverde, naast diverse positieve punten, een aantal verbeterpunten op die inmiddels door Meander MC in het zorgpad zijn opgenomen.
De zorg voor kankerpatiënten varieert per ziekenhuis. In het ene ziekenhuis pakt men het anders aan dan in het andere ziekenhuis. Hierdoor is de geleverde zorg afhankelijk van het ziekenhuis waar iemand terecht komt en dat willen we niet. Tegelijkertijd weten we steeds meer over kanker en willen we met nieuwe technologieën meer zorg op maat bieden. Dat is juist gewenste variatie. Professor dr. Sabine Siesling van de Universiteit Twente (vakgroep Health Technology & Services Research) en senior onderzoeker bij Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) onderzoekt of variatie invloed heeft op de kwaliteit en uitkomsten van de zorg. Op 24 september spreekt Siesling haar oratie uit.
lees verderPatiënten met een invasief lobulair mammacarcinoom die neoadjuvante chemotherapie krijgen toegediend, hebben minder kans op het krijgen van een borstsparende operatie en ook minder kans op een pathologisch complete respons dan patiënten met een invasief ductaal carcinoom. Dat blijkt uit een studie van drs. W. Truin (chirurg in opleiding, Máxima Medisch Centrum) en collega’s in het medische vakblad Annals of Surgical Oncology.
lees verderEr is geen relatie tussen de KRAS-variant rs61764370 en het risico op het krijgen van eierstok- of borstkanker. Ook is er geen verband gevonden tussen deze variant en de overleving van deze patiënten. Dat concluderen Antoinette Hollestelle (Erasmus MC) en collega’s aan de hand van een uitgebreid onderzoek. Hoewel genetische testpanels veelbelovend zijn voor de ontwikkeling van geïndividualiseerde geneeskunde, draagt genotypering van deze KRAS-variant niet bij aan het voorspellen van het risico of klinisch verloop van beide tumorsoorten.
lees verder