Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
In vijf Nederlandse ziekenhuizen is de afgelopen jaren met succes een nieuwe vorm van zorg voor patiënten met slokdarmkanker geïmplementeerd. Deze nieuwe zorg is onderdeel van het PRIOR-project, waarbij patiënten met slokdarmkanker na afloop van de chemoradiatie en voorafgaand aan de operatie aan hun fysieke conditie en voedingstoestand werken. Zo hebben zij meer kans op een goed postoperatief herstel. Aan de hand van behandelgegevens wordt deze nieuwe zorg op dit moment geëvalueerd.
lees verderExterne validatie van het SOURCE-predictiemodel toont aan dat dit model goed gekalibreerd is en vergelijkbare prestaties laat zien bij Nederlandse en Belgische patiënten met maagkanker. Bij patiënten met slokdarmkanker vertoont het model echter aanzienlijke verschillen. Dat blijkt uit onderzoek van Jessy Joy van Kleef (I Amsterdam UMC) en collega’s. Volgens de onderzoekers onderstrepen deze bevindingen het belang van validatie van predictiemodellen in andere patiëntenpopulaties.
lees verderDe incidentie en overleving van slokdarm- of maagadenocarcinoom verschilt naar gelang het histologische subtype van deze tumoren. De prognose van patiënten met een intestinale tumor is significant beter dan van lotgenoten met een diffuse tumor. Dat blijkt uit een landelijke studie van Rosa van der Kaaij (NKI-AvL, Amsterdam), waarin data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) zijn gekoppeld.
lees verderTrastuzumab en pertuzumab toevoegen aan de huidige standaard neoadjuvante chemoradiotherapie is een haalbare en veilige behandeloptie voor patiënten met HER2-positief slokdarmadenocarcinoom. Dat blijkt uit een fase-II-studie van Charlotte Stroes (Amsterdam UMC, AMC) en collega’s. Een HER2-blokkade lijkt dus een haalbare, veelbelovende behandeloptie. Met name patiënten met een 3+ overexpressie en patiënten met een Grb7-positieve tumor hebben potentieel de grootste kans op een betere overleving na toevoegen van deze middelen.
lees verderDe algehele overleving van patiënten met niet-gemetastaseerde proximale slokdarmkanker is in Nederland sinds 1989 significant verbeterd. Waarschijnlijk hangt dit samen met het frequenter aanbieden van chemoradiotherapie. Ondanks de toegenomen overleving is de absolute overleving van deze patiënten op lange termijn nog steeds slecht, zo blijkt uit onderzoek van Judith de Vos-Geelen, Maastricht UMC en Valery Lemmens van IKNL. Bij patiënten met gemetastaseerde ziekte was er weinig verbetering zichtbaar in de overleving tussen 1989 - 2014.
lees verderPatiënten met uitgezaaide slokdarm- of maagkanker zijn tussen 2010 en 2016 aanzienlijk vaker getest op HER2-status en kregen ook significant vaker palliatieve chemotherapie met toevoeging van trastuzumab. Willemieke Dijksterhuis (IKNL & Amsterdam UMC) en collega’s constateren echter ook dat er grote verschillen zijn tussen ziekenhuizen in het aandeel HER2-geteste patiënten (29% tot 100%) en het voorschrijven van trastuzumab. Ze pleiten daarom voor meer bewustwording en frequenter testen met biomarkers.
lees verderInternist-oncoloog professor dr. Hanneke van Laarhoven, werkzaam in het Amsterdam UMC, richt zich in haar werkzame leven in het bijzonder op slokdarm-, maag- en alvleesklierkanker. Ze is actief in POCOP en PACAP, twee prospectieve registraties waar wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan met onder andere gegevens van de NKR.
lees verderBij patiënten met uitgezaaide slokdarm- en maagkanker is een opmerkelijke heterogeniteit zichtbaar bij palliatieve eerstelijnsbehandelingen met systemische therapie in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van Willemieke Dijksterhuis (IKNL, Amsterdam UMC) en collega’s. Deze variatie is volgens de onderzoekers ongewenst, vooral als het gaat om ‘onconventionele’ behandelingen met drie verschillende middelen. Die leveren geen extra overlevingswinst op, maar wel meer toxiciteit. Daarom heeft chemotherapie met twee middelen de voorkeur. In toekomstige studies is meer aandacht nodig voor de kwaliteit van leven, prognostiek, selectie van patiënten en verdere personalisatie van behandelingen.
lees verder