Ondervoeding komt relatief vaak voor bij patiënten met slokdarm- of maagkanker

Helft slokdarm- en maagkankerpatiënten kampt met cachexie voor start behandeling

Bijna de helft van de patiënten met slokdarm- of maagkanker kampt al voor de behandeling met ernstig gewichtsverlies (cachexie), maar slechts éénderde wordt doorverwezen naar de diëtist. Dat blijkt uit onderzoek van Willemieke Dijksterhuis (Amsterdam UMC, IKNL) en collega’s. Regelmatige voedingsscreening, diëtistische interventies en een multidisciplinaire benadering kunnen de behandeling voor deze patiënten verbeteren. 
 

Ondervoeding komt relatief vaak voor bij patiënten met slokdarm- of maagkanker. Dat kan komen door complicaties naar aanleiding van de tumor zelf (bijvoorbeeld pijn bij slikken of verstoring van de voedselpassage) of toxiciteit naar aanleiding van de behandeling (misselijkheid, slijmvliesontsteking, verandering van smaak). Wanneer ondervoeding leidt tot meer dan 5 procent gewichtsverlies (of 2 procent bij een BMI lager dan 20) is er sprake van cachexie. Patiënten met cachexie zijn gevoeliger voor toxiciteit, terwijl de respons op chemotherapie juist afneemt. Cachexie gaat gepaard met verminderde eetlust, verzwakte spieren en vermagering. Bovendien neemt de kwaliteit van leven af en is het risico op sterfte groter. 

Real world data

Dijksterhuis en collega’s wilden op basis van real world data weten hoe vaak cachexie voorkomt, hoe vaak diëtistische interventies plaatsvinden en welke effecten dit heeft in overleving. Daarvoor putten ze uit gegevens van POCOP (Prospective Observational Cohort Study of Esophageal-Gastric Cancer Patients) en de NKR (Nederlandse Kankerregistratie). Via POCOP werden patiëntgerapporteerde uitkomsten gemeten, via de NKR gegevens over tumorkenmerken, behandeling en overleving. In totaal werden ruim 400 patiënten, die tussen 2015-2018 zijn behandeld aan slokdarm- maagkanker, geïncludeerd. 

Slechtere overleving

49 procent van de patiënten heeft cachexie voordat de behandeling start. 21 procent rapporteerde een gewichtsverlies van meer dan 10 procent tussen het moment van diagnose en 6 maanden daarvoor. In vergelijking met patiënten zonder cachexie zijn patiënten met cachexie vaker vrouw, hebben ze een performance status (mate van functioneren) van 2 of hoger en bevindt de kanker zich in een hoger stadium. De overleving van deze groep is lager (19 maanden ten opzichte van 41 maanden), ook na correctie voor andere factoren gerelateerd aan overlevingsduur (hazard ratio 1.37).

Diëtistische behandeling

65 procent van de patiënten met cachexie kreeg diëtistische behandeling aangeboden voor hun kankerbehandeling. Bij patiënten zonder cachexie was dat 27 procent. Verwijzing voor een diëtistisch consult werd het vaakst toegepast bij patiënten die neo-adjuvante chemoradiatie en resectie ondergingen (71%), bij patiënten waar alleen resectie plaatsvond was dat percentage 33 procent. 

Multidisciplinair overleg

Dijksterhuis: ‘Het feit dat meer dan een derde van de patiënten met cachexie geen diëtistisch consult krijgt aangeboden voor de start van de behandeling is zorgwekkend. Zeker omdat we zien dat gewichtsverlies na drie maanden lager is bij patiënten die wel zijn verwezen naar de diëtist. Voedingsscreening en tijdige verwijzing naar de diëtist is belangrijk voor deze patiëntgroep. Het voorkomen van cachexie is belangrijk, de respons op de behandeling kan hierdoor immers verbeteren.’ Gewichtsverlies kan ook gedurende de kankerbehandeling ontstaan. De onderzoekers pleiten daarom voor screening op regelmatige basis in multidisciplinaire setting. Dijksterhuis: ‘Idealiter hebben alle ziekenhuizen een standaard procedure voor voedingsscreening van patiënten en interventies die zowel in als buiten het ziekenhuis kunnen plaatsvinden. De multidisciplinaire setting maakt regelmatig overleg tussen behandelend arts en diëtist mogelijk, waardoor de voedingstoestand van een patiënt zo optimaal mogelijk is voor en tijdens de behandeling van kanker.’

Gerelateerd nieuws

Met realworlddata sneller inzicht in mogelijke effectiviteit nieuw geneesmiddel bij maagkanker

Rob Verhoeven gaf een posterpresentatie over maagkanker op de ESMO 2023

De effectiviteit van een geneesmiddel wordt vastgesteld op basis van de resultaten van klinisch gerandomiseerd onderzoek. Op de ESMO liet onderzoeker dr. Rob Verhoeven (IKNL) zien dat met behulp van realworlddata al inzichten gegeven kunnen worden voor de gerandomiseerde trial is afgerond.

lees verder

Klachten na operatie bij slokdarm- of maagkanker in eerste drie maanden het meest intensief

Klachten na operatie bij slokdarm- maagkanker

Een belangrijk onderdeel van de behandeling bij niet-uitgezaaide slokdarm- of maagkanker bestaat uit een operatieve verwijdering van de tumor. Een aanzienlijk deel van de patiënten kampt hierna met spijsverteringsgerelateerde klachten. Felice van Erning (IKNL) en collega’s brachten in kaart welke klachten dit precies zijn, wanneer ze zich manifesteren en wat de impact is op kwaliteit van leven. 

lees verder