Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Behandeling van uitzaaiingen in het buikvlies door middel van cytoreductieve chirurgie gecombineerd met hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC) kan bijdragen aan het verhogen van de overlevingskansen van patiënten met dikkedarmkanker. Zorgvuldige selectie van patiënten blijft echter nodig om te bepalen of deze operatie haalbaar is. Dit is één van de conclusies in het proefschrift ‘Clinical Experiences with Peritoneal Carcinomatosis’, waarop Thijs van Oudheusden (IKNL, Catharina Ziekenhuis) 8 april promoveert aan Maastricht University. Hierin gaat hij onder meer in op de pre-operatieve selectie van patiënten, CRS + HIPEC bij terugkerende ziekte en uniformiteit van behandelprotocollen.
lees verderHet percentage vrouwen dat binnen 5 jaar na een borstkankeroperatie te maken krijgt met een lokaal recidief is in Nederland laag en in de periode tussen 2003 en 2006 verder gedaald. Dat blijkt uit onderzoek van Margriet van der Heiden en Sabine Siesling (IKNL) en collega’s. Deze bevinding is volgens de onderzoekers relevant om de kwaliteit van de borstkankerzorg in Nederland in breder perspectief te plaatsen. De waarde van het 5-jaars lokaal-recidiefpercentage als indicator voor de zorgkwaliteit op ziekenhuisniveau is echter beperkt, omdat met deze indicator niet tijdig ziekenhuizen opgespoord kunnen worden met een te hoog recidiefpercentage. Mede omdat het aantal recidieven erg laag is, zodat er geen statistisch significante verschillen tussen ziekenhuizen gevonden kunnen worden.
lees verderTussen 2003 en 2011 waren er nog steeds belangrijke verschillen in het klinisch beleid ten aanzien van de okselklieren van patiënten met borstkanker in Europa. Dat blijkt uit een internationale studie aan de hand van data van toonaangevende kankercentra in Europa en kwalitatief hoogwaardige population-based kankerregistraties. Volgens de onderzoekers onderstrepen de uitkomsten van deze studie de noodzaak van internationaal vergelijkende studies naar zorgpatronen binnen de oncologie. De beschikbaarheid van gestandaardiseerde data van zowel institutionele, regionale als nationale kankerregistraties dient hierbij hoge prioriteit te krijgen. Dit vraagt om coördinatie op zowel Europees als lokaal niveau.
lees verderMetformine in combinatie met chemoradiotherapie blijkt te leiden tot een significante verbetering van de progressievrije overleving bij patiënten met lokaal gevorderde, niet-kleincellige longkanker (NSCLC). Deze bevinding, gebaseerd op een retrospectieve studie, suggereert dat metformine een waardevolle aanvulling kan zijn voor deze patiënten. Die conclusie staat te lezen in een publicatie van Krista Wink (Maastro Clinic) en collega’s in Radiotherapy and Oncology. Prospectieve studies, waarbij metformine wordt toegevoegd aan bestaande behandelingen, moeten definitief uitsluitsel geven.
lees verderOrganisatorische factoren in ziekenhuizen zijn van invloed op het aantal directe borstreconstructies dat wordt verricht na amputatie. Dat blijkt uit grootschalig onderzoek door IKNL. Prof. dr. Sabine Siesling: “Dit betekent een goede stap in de verbetering van de borstkankerzorg in Nederland. Een directe borstreconstructie na amputatie moet voor iedere patiënt die daarvoor in aanmerking komt en daarvoor kiest, beschikbaar zijn”.
lees verderHet toevoegen van bevacizumab aan de eerstelijnsbehandeling van patiënten met metachroon uitgezaaide darmkanker lijkt ook in de klinische praktijk te zorgen voor een aanzienlijke verbetering van de algehele overleving. Dat blijkt uit een studie van Lieke Razenberg (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en collega’s met behulp van population-based data van de Nederlandse Kankerregistratie. De onderzoekers vonden tevens aanzienlijke verschillen tussen ziekenhuizen in het voorschrijven van bevacizumab. Deze bevinding weerspiegelt verschillen in houding en beleid rond het gebruik van bevacizumab in de klinische praktijk.
lees verderPerioperatieve chemo(radio)therapie draagt meer bij aan een betere overleving van patiënten met tumoren op de overgang van slokdarm en maag, dan de gekozen chirurgische benadering. Die conclusie trekken Marijn Koëter (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en collega’s op basis van een studie met population-based data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) over de periode 2005 – 2012. De studie geeft, gelet op de inclusie van een groot aantal patiënten en de observationele opzet, een goed beeld van de dagelijkse, klinische praktijk.
lees verderTussen 2010 en 2013 kreeg 15% van alle patiënten in Nederland met stadium IIIA niet-kleincellige longkanker een operatie, van wie een minderheid voorafgaand ook inductietherapie kreeg. De 4-jaarsoverleving was het hoogste bij patiënten met inductietherapie + chirurgie (51%), gevolgd door chirurgie ± adjuvante therapie (39%) en chemoradiotherapie (27%). Dat blijkt uit onderzoek van Chris Dickhoff (VUmc) en collega’s. Hoewel de studie een aantal beperkingen kent, schept deze voor het eerst een helder beeld van het effect van chirurgie bij patiënten met lokaal gevorderd stadium IIIA NSCLC in Nederland. Extra onderzoek blijft nodig om te bepalen welke patiënten het meeste baat hebben bij een specifieke therapie.
lees verder