Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 



Studie naar verband locatie PDAC en tumorstadium, behandeling en overleving

Ductaal adenocarcinomen in de pancreas zijn vaak groter wanneer deze tumoren in het lichaam of de staart van de pancreas zijn gelokaliseerd. Ook zijn deze carcinomen vaker gemetastaseerd en minder vaak resectabel vergeleken met tumoren in de kop van de pancreas. Dat blijkt uit onderzoek van Felice van Erning en collega’s met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De overleving na resectie van PDAC is vergelijkbaar tussen alle drie de lokalisaties, terwijl de overleving van patiënten met gemetastaseerde ziekte iets lager is bij een PDAC in het lichaam of de staart van de pancreas.

lees verder

Effect neo-adjuvante chemotherapie groter in cT3-4a dan in cT2 blaaskanker

Patiënten met stadium cT3-4aN0M0 blaaskanker die neo-adjuvante chemotherapie en een radicale cystectomie kregen, hebben een betere algehele overleving dan patiënten die uitsluitend zijn behandeld met radicale cystectomie. Bij patiënten met cT2N0M0 blaaskanker werd geen overlevingsvoordeel gevonden. Dat blijkt uit onderzoek van Tom Hermans (NKI-AvL) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie. Verder suggereren de onderzoekers op basis van de uitkomsten van deze studie dat meer maatwerk nodig is bij het gebruik van peri-operatieve chemotherapie waarbij toepassing van neo-adjuvante chemotherapie bij patiënten met cT3-4aN0M0 blaaskanker sterk aanbevolen wordt.

lees verder

Oudere patiënten met prostaatkanker krijgen minder vaak curatieve behandeling

Oudere patiënten met prostaatkanker hebben aanzienlijk minder kans om een ‘behandeling met curatieve intentie’ te krijgen, zoals radicale prostatectomie of radiotherapie. Dit hangt deels samen met het feit dat deze ouderen vaker gediagnosticeerd worden met een ongunstiger ziektebeeld. Maar ook na correctie voor specifieke ziektekenmerken, risicoprofiel en comorbiditeiten is de kans kleiner dat ouderen met prostaatkanker een behandeling met curatieve intentie krijgen vergeleken met jongere patiënten. Mede daardoor is de relatieve overleving van deze ouderen lager dan van jongere patiënten met prostaatkanker, blijkt uit onderzoek van Robin Vernooij (IKNL) en collega’s.

lees verder

Grote variatie tussen ziekenhuizen in aandeel patiënten stadium IV longkanker

Het aandeel patiënten met longkanker met afstandsmetastasen verschilt sterk tussen algemene ziekenhuizen in Nederland. Waar in het ene ziekenhuis tot wel 62% van de patiënten wordt gediagnosticeerd met stadium IV longkanker; is dit in een ander ziekenhuis ‘slechts’ 39%. Het stadium van de ziekte is bepalend voor de behandeling en prognose van deze patiënten. Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), waarin alle patiënten zijn opgenomen die in ons land zijn gediagnosticeerd met kanker.

lees verder

Studie naar psychosociale gevolgen van het onvermogen tot eten bij kanker

Patiënten met longkanker kunnen vaak niet voldoende eten, wat kan leiden tot onbedoeld gewichtsverlies. De psychosociale gevolgen van moeilijker kunnen eten en gewichtsverlies zijn binnen de oncologische zorg tot dusver een onderbelicht thema. Het project “Hij moet toch eten?” heeft als doel meer inzicht in deze psychosociale gevolgen te krijgen om zo tools te ontwikkelen om de psychosociale last van het onvermogen tot eten sneller te kunnen signaleren en bespreekbaar te maken.

lees verder

Borstkanker nacontrole kan minder intensief

Uit het promotieonderzoek van Annemieke Witteveen aan de Universiteit Twente blijkt dat het aantal nacontroles voor vrouwen behandeld voor borstkanker in Nederland met meer dan 9.000 nacontrole bezoeken per jaar omlaag zou kunnen. De nacontrole kan meer op maat worden aangeboden gebaseerd op het risico van terugkeer van ziekte, zodat de vrouwen met een laag risico mogelijk minder vaak naar het ziekenhuis hoeven voor een borstfoto (mammogram). Nacontrole op maat voorkomt onnodige belasting van zowel de patiënt, de zorgverleners als ook het zorgbudget. 

lees verder

Uitstekende overleving laaggradig DCIS rechtvaardigt studie actieve surveillance

Patiënten gediagnosticeerd met een laaggradig ductaal carcinoom in situ (DCIS) hebben een uitstekende borstkankerspecifieke en algehele overleving. Dat staat te lezen in een publicatie van Marissa van Maaren (IKNL) en collega’s in de European Journal of Cancer. Gelet op de uitstekende overleving van laaggradig DCIS en eerdere studies waaruit blijkt dat de kans op een recidief zeer laag is bij laaggradig DCIS, is het volgens de onderzoekers gerechtvaardigd om te onderzoeken of een actieve surveillance bij deze patiënten een veilig alternatief kan zijn in plaats van chirurgische behandeling. In Nederland is begin 2017 de LORD-trial gestart, waarin dit wordt onderzocht.

lees verder

Meer onderzoek nodig naar chemotherapie oudere alvleesklierkankerpatiënten

Ondanks een toename van het gebruik van chemotherapie bij jongere patiënten (tot 75 jaar) met niet-geopereerde en niet-uitgezaaide alvleesklierkanker (NR-M0), was er tussen 2006  en 2014 nauwelijks verbetering in de algehele overleving van deze patiënten. Uit onderzoek van Lydia van der Geest (IKNL) en collega’s blijkt dat dit onder meer samenhangt met de gevorderde leeftijd van de meeste patiënten (52% was ouder dan 75 jaar). Verder bleef het gebruik van chemotherapie over het algemeen zeldzaam. Toekomstig onderzoek zou daarom gericht moeten zijn op de vraag of een ruimere inzet van chemotherapie kan bijdragen aan verbetering van de overleving van deze groep patiënten met alvleesklier.

lees verder