Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 



Adjuvante chemotherapie en overleving hoog-risico stadium II darmkanker

Adjuvante chemotherapie bij patiënten met hoog-risico stadium II dikkedarmkanker lijkt alleen bij patiënten met een pathologische T4 (pT4) geassocieerd te zijn met een betere overleving. Voor de andere hoog-risicofactoren (slecht of ongedifferentieerde tumoren, een spoedoperatie of minder dan tien onderzochte lymfeklieren) is geen verband gevonden tussen adjuvante chemotherapie en toename van de overleving. Dat blijkt uit een studie van Sarah Verhoeff (Jeroen Bosch Ziekenhuis) en collega’s. De onderzoekers stellen voor om de risicofactoren bij stadium II dikkedarmkanker te herzien, zodat een adequate selectie van patiënten kan profiteren van adjuvante chemotherapie. 

lees verder

Betere overleving na behandeling uitzaaiingen buikvlies met CRS + HIPEC

Behandeling van uitzaaiingen in het buikvlies door middel van cytoreductieve chirurgie gecombineerd met hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC) kan bijdragen aan het verhogen van de overlevingskansen van patiënten met dikkedarmkanker. Zorgvuldige selectie van patiënten blijft echter nodig om te bepalen of deze operatie haalbaar is. Dit is één van de conclusies in het proefschrift ‘Clinical Experiences with Peritoneal Carcinomatosis’, waarop Thijs van Oudheusden (IKNL, Catharina Ziekenhuis) 8 april promoveert aan Maastricht University. Hierin gaat hij onder meer in op de pre-operatieve selectie van patiënten, CRS + HIPEC bij terugkerende ziekte en uniformiteit van behandelprotocollen. 

lees verder

Borst-MRI na neo-adjuvante therapie ongeschikt ter detectie tumorresten in oksel

Het maken van een borst-MRI na neo-adjuvante chemotherapie is niet geschikt om achtergebleven tumorresten in de oksel te detecteren bij borstkankerpatiënten met positieve okselklieren. Dat blijkt uit onderzoek van Maarten Beek (Amphia Ziekenhuis, Breda) en collega’s. Een borst-MRI kan volgens de onderzoekers wel zinvol zijn om patiënten te identificeren met een laag risico op metastasen in de ARM-lymfeklieren. Deze benadering kan helpen bij het selecteren van een subgroep van cN+ patiënten bij wie het sparen van de ARM-lymfeklieren tijdens lymfeklierdissectie overwogen kan worden met als doel de kans op het ontstaan van lymfoedeem en andere arm- en schouderklachten te verkleinen. 

lees verder

Impact bevacizumab op overleving bij metachroon uitgezaaide darmkanker

Het toevoegen van bevacizumab aan de eerstelijnsbehandeling van patiënten met metachroon uitgezaaide darmkanker lijkt ook in de klinische praktijk te zorgen voor een aanzienlijke verbetering van de algehele overleving. Dat blijkt uit een studie van Lieke Razenberg (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en collega’s met behulp van population-based data van de Nederlandse Kankerregistratie. De onderzoekers vonden tevens aanzienlijke verschillen tussen ziekenhuizen in het voorschrijven van bevacizumab. Deze bevinding weerspiegelt verschillen in houding en beleid rond het gebruik van bevacizumab in de klinische praktijk.  

lees verder

Systemische therapie lijkt ook bij peritoneale metastasen veelbelovend

Systemische therapie lijkt ook bij patiënten met metachrone peritoneale metastasen van colorectale oorsprong bij te dragen aan een verbetering van de overleving. Dat blijkt uit een studie van Thijs van Oudheusden (Catharina Ziekenhuis, IKNL) en collega’s. De onderzoekers spreken van een ‘veelbelovende’ behandeling, waarvan de resultaten vooralsnog ‘voorzichtig geïnterpreteerd dienen te worden’. Dit vanwege de beperkte opzet van de studie. Aanvullend klinisch onderzoek is nodig om daar meer zekerheid over te geven. 

lees verder

ICPNQ-vragenlijst is valide instrument om perifere neuropathie te meten

Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een vaak voorkomende bijwerking bij patiënten met multipel myeloom die een negatieve invloed heeft op hun gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Die conclusie staat te lezen in een publicatie van internist i.o. Tonneke Beijers (MMC, Veldhoven) en collega’s in Supportive Care in Cancer. De studie toont tevens aan dat de ICPNQ-vragenlijst, voluit de ‘Indication for Common Toxicity Criteria (CTC) Grading of Peripheral Neuropathy Questionnaire’, een valide instrument is om hoge en lage toxiciteitsscores in de klinische praktijk te onderscheiden. Op basis hiervan kan een arts –indien nodig- besluiten om de dosis chemotherapie aan te passen. 

lees verder

Patiënt met blaaskanker krijgt steeds vaker neoadjuvante chemotherapie

Patiënten met blaaskanker krijgen in Nederland steeds vaker neoadjuvante chemotherapie aangeboden in combinatie met radicale cystectomie. Het aandeel neoadjuvante chemotherapie nam toe van 0,6 procent in 1995 tot 21 procent in 2013. Dat blijkt uit een studie onder ruim 10.000 patiënten uitgevoerd door arts-onderzoeker Tom Hermans (NKI-AvL) en collega’s. Deze uitkomsten tonen aan dat sprake is van een langzame, maar gestage adoptie van neoadjuvante chemotherapie gedurende de afgelopen twee decennia. Vooral jongere patiënten en patiënten met een gevorderd stadium die behandelend zijn in een academisch ziekenhuis, kregen vaker neoadjuvante chemotherapie aangeboden.

lees verder

Handreiking Veilig omgaan met cytostatica beschikbaar

De handreiking Veilig omgaan met cytostatica is geautoriseerd door betrokken verenigingen en klaar voor gebruik. De handreiking is bestemd voor alle professionals betrokken bij de zorg voor patiënten die behandeld worden met cytostatica. Het is ontwikkeld door een multidisciplinaire werkgroep en geautoriseerd door de V&VN, KNMP, NVZA en KNGF. 

lees verder