Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Het maken van een borst-MRI na neo-adjuvante chemotherapie is niet geschikt om achtergebleven tumorresten in de oksel te detecteren bij borstkankerpatiënten met positieve okselklieren. Dat blijkt uit onderzoek van Maarten Beek (Amphia Ziekenhuis, Breda) en collega’s. Een borst-MRI kan volgens de onderzoekers wel zinvol zijn om patiënten te identificeren met een laag risico op metastasen in de ARM-lymfeklieren. Deze benadering kan helpen bij het selecteren van een subgroep van cN+ patiënten bij wie het sparen van de ARM-lymfeklieren tijdens lymfeklierdissectie overwogen kan worden met als doel de kans op het ontstaan van lymfoedeem en andere arm- en schouderklachten te verkleinen.
lees verderHet toevoegen van bevacizumab aan de eerstelijnsbehandeling van patiënten met metachroon uitgezaaide darmkanker lijkt ook in de klinische praktijk te zorgen voor een aanzienlijke verbetering van de algehele overleving. Dat blijkt uit een studie van Lieke Razenberg (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en collega’s met behulp van population-based data van de Nederlandse Kankerregistratie. De onderzoekers vonden tevens aanzienlijke verschillen tussen ziekenhuizen in het voorschrijven van bevacizumab. Deze bevinding weerspiegelt verschillen in houding en beleid rond het gebruik van bevacizumab in de klinische praktijk.
lees verderSystemische therapie lijkt ook bij patiënten met metachrone peritoneale metastasen van colorectale oorsprong bij te dragen aan een verbetering van de overleving. Dat blijkt uit een studie van Thijs van Oudheusden (Catharina Ziekenhuis, IKNL) en collega’s. De onderzoekers spreken van een ‘veelbelovende’ behandeling, waarvan de resultaten vooralsnog ‘voorzichtig geïnterpreteerd dienen te worden’. Dit vanwege de beperkte opzet van de studie. Aanvullend klinisch onderzoek is nodig om daar meer zekerheid over te geven.
lees verderChemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie is een vaak voorkomende bijwerking bij patiënten met multipel myeloom die een negatieve invloed heeft op hun gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Die conclusie staat te lezen in een publicatie van internist i.o. Tonneke Beijers (MMC, Veldhoven) en collega’s in Supportive Care in Cancer. De studie toont tevens aan dat de ICPNQ-vragenlijst, voluit de ‘Indication for Common Toxicity Criteria (CTC) Grading of Peripheral Neuropathy Questionnaire’, een valide instrument is om hoge en lage toxiciteitsscores in de klinische praktijk te onderscheiden. Op basis hiervan kan een arts –indien nodig- besluiten om de dosis chemotherapie aan te passen.
lees verderPatiënten met blaaskanker krijgen in Nederland steeds vaker neoadjuvante chemotherapie aangeboden in combinatie met radicale cystectomie. Het aandeel neoadjuvante chemotherapie nam toe van 0,6 procent in 1995 tot 21 procent in 2013. Dat blijkt uit een studie onder ruim 10.000 patiënten uitgevoerd door arts-onderzoeker Tom Hermans (NKI-AvL) en collega’s. Deze uitkomsten tonen aan dat sprake is van een langzame, maar gestage adoptie van neoadjuvante chemotherapie gedurende de afgelopen twee decennia. Vooral jongere patiënten en patiënten met een gevorderd stadium die behandelend zijn in een academisch ziekenhuis, kregen vaker neoadjuvante chemotherapie aangeboden.
lees verderDe handreiking Veilig omgaan met cytostatica is geautoriseerd door betrokken verenigingen en klaar voor gebruik. De handreiking is bestemd voor alle professionals betrokken bij de zorg voor patiënten die behandeld worden met cytostatica. Het is ontwikkeld door een multidisciplinaire werkgroep en geautoriseerd door de V&VN, KNMP, NVZA en KNGF.
lees verderHet effect van adjuvante chemotherapie op de kans op een afstandsrecidief of overlijden bij patiënten met stadium III rectumcarcinoom verschilt naar neo-adjuvante behandeling. Dat blijkt uit een studie van Felice van Erning (IKNL) in samenwerking met specialisten uit het Catharina Ziekenhuis (Eindhoven), Maastricht UMC en het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis (Goes/Vlissingen). Volgens de onderzoekers kan adjuvante chemotherapie met name overwogen worden bij patiënten die voldoende fit waren om kortdurende neo-adjuvante radiotherapie te ondergaan of die geen neo-adjuvante behandeling hebben gekregen.
lees verderChemotherapie aangevuld met trastuzumab leidt in de dagelijkse praktijk tot een gelijke overleving van patiënten met HER2-positieve gemetastaseerde borstkanker vergeleken met resultaten van klinische trials. Dit blijkt uit een studie van Johan van Rooijen (Martini Ziekenhuis, Groningen) in samenwerking met collega’s van ziekenhuizen in Noordoost-Nederland en IKNL naar de behandel- en overlevingskenmerken van deze patiënten. Hetzelfde effect van trastuzumab werd gevonden bij oudere patiënten.
lees verder