Proefschrift Marianne Luyendijk

Onderzoek toont hoe praktijkdata kunnen leiden tot beter inzicht in kankerzorg

Promotieonderzoek van Marianne Luyendijk laat zien hoe real-world data kunnen helpen om beter te begrijpen hoe kankerbehandelingen in de praktijk worden ingezet, wat gerelateerde kosten zijn en hoe de uitkomsten van patiënten zich in de loop van de tijd ontwikkelen.

Waarom praktijkdata belangrijk zijn in de kankerzorg

De zorg voor mensen met kanker ontwikkelt zich snel. Elk jaar komen nieuwe geneesmiddelen en technologieën beschikbaar, meestal op basis van resultaten uit klinische studies met zorgvuldig geselecteerde patiëntgroepen. Vaak is nog onduidelijk of deze innovaties echt waarde toevoegen in de dagelijkse praktijk voor mensen met kanker, terwijl ze kunnen zorgen voor bijwerkingen en meestal kostbaar zijn.

Vooral over nieuwe (dure) geneesmiddelen is veel discussie. Bij het beschikbaar komen van deze middelen is vaak nog niet bekend wat ze in de praktijk opleveren voor patiënten met kanker. Leven patiënten er langer door? Verbetert hun kwaliteit van leven? Dat maakt het lastig voor beleidsmakers en zorgprofessionals die moeten beslissen over de vergoeding en inzet van deze middelen. Zij hebben daarom behoefte aan betrouwbare praktijkdata om te kunnen beoordelen of behandelingen daadwerkelijk waarde toevoegen, voor wie dat geldt en hoe de zorg betaalbaar kan blijven.

Van praktijkdata naar betekenisvolle inzichten

In haar proefschrift Making Cancer Data Meaningful onderzocht Marianne Luyendijk (IKNL, Erasmus School of Health Policy & Management) hoe real-world data kunnen worden gebruikt om zorguitkomsten te evalueren en besluitvorming in de oncologie te ondersteunen. Deze gegevens uit de dagelijkse praktijk maken het mogelijk om beter te begrijpen welke zorg patiënten met kanker krijgen, wat gerelateerde kosten zijn en hoe de uitkomsten van patiënten zich in de loop van de tijd ontwikkelen.

Hoewel deze praktijkdata waardevolle inzichten opleveren, zijn er ook belangrijke beperkingen. De informatie is verspreid over verschillende systemen en wordt niet altijd met onderzoek als doel vastgelegd. Het is momenteel nog nauwelijks mogelijk om het volledige zorgtraject van een patiënt te volgen, terwijl juist dát nodig is om betrouwbare analyses uit te voeren, en belangrijke onderzoeksvragen te beantwoorden. Het onderzoek biedt daarmee handvatten om praktijkdata gerichter te benutten en vormt een belangrijke stap richting toekomstbestendige kankerzorg.

Real-world data kunnen waardevolle inzichten opleveren, maar om deze gegevens echt goed te kunnen benutten, moeten we databronnen beter combineren, de kwaliteit van de data versterken en transparanter rapporteren over methoden en resultaten.

Gebruik van diverse databronnen in het onderzoek

Het proefschrift omvat meerdere studies waarin praktijkdata zijn gebruikt om inzicht te krijgen in de inzet, de resultaten en de kosten van behandelingen. Hiervoor zijn verschillende databronnen gebruikt, waaronder:

  • de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), met gegevens over diagnose, stadium, behandeling en overleving
  • declaratiegegevens van ziekenhuizen, met informatie over zorggebruik en kosten

Praktijkdata werden toegepast in verschillende deelonderzoeken:

  • een kosteneffectiviteitsanalyse van MammaPrint®, een genexpressietest bij borstkanker die helpt bepalen of systemische therapie nodig is
  • een analyse van het gebruik van CDK4/6-remmers na marktoelating en vergoeding, om te beoordelen hoe snel deze middelen in de praktijk bij patiënten terechtkomen
  • een trendanalyse van de overleving bij uitgezaaide kanker, om veranderingen in behandelingsresultaten over langere tijd te volgen
  • een analyse waarbij verschillende typen uitgezaaide borstkanker met elkaar zijn vergeleken


Daarnaast keek Luyendijk naar de kwaliteit Def-proefschriftkaft-Marianne-Luyendijk.pngvan eerder gepubliceerde studies op basis van real-world data en paste een beoordelingskader toe om te beoordelen of een geselecteerde databron geschikt is voor een specifieke onderzoeksvraag (fit-for-purpose).

Het onderzoek richtte zich vooral op de vraag of praktijkdata inzicht kunnen geven in het beoordelen van het gebruik, de kosten en de effectiviteit van dure geneesmiddelen.

Belangrijkste conclusies en implicaties

De studies tonen aan dat betrouwbare praktijkdata kunnen bijdragen aan beleid, maar dat voor optimaal gebruik van deze data nog stappen nodig zijn.

  • real-world data laten zien hoe behandelingen in de dagelijkse zorg worden ingezet, wat gerelateerde kosten zijn en hoe de uitkomsten van patiënten zich in de loop van de tijd ontwikkelen
  • het combineren van databronnen is nodig om een compleet beeld te krijgen van patiënten en hun zorgtraject, en praktijkdata optimaal te kunnen gebruiken
  • de waarde van praktijkdata hangt af van de kwaliteit en volledigheid van de gegevens, de gebruikte methoden, en ook van de transparantie van rapportage

Daarnaast laat het onderzoek zien dat de huidige data-infrastructuur en regelgeving het combineren van verschillende databronnen nog bemoeilijken. Verdere samenwerking tussen organisaties die data beheren over patiënten, hun ziekte, de verleende zorg en de uitkomsten is noodzakelijk om praktijkdata optimaal te kunnen benutten en de toegevoegde waarde van nieuwe geneesmiddelen beter te kunnen beoordelen.

Betekenis voor beleid en praktijk

De bevindingen ondersteunen het gebruik van praktijkdata als aanvulling op klinische studies. Ze kunnen inzichten bieden die beleidsmakers helpen bij beslissingen over vergoeding en inzet van nieuwe behandelingen en bieden zorgprofessionals inzicht in de resultaten van zorg in de dagelijkse praktijk.

Dit onderzoek sluit aan bij de missie van IKNL om met data de impact van kanker te verminderen en de zorg te verbeteren. De resultaten ondersteunen de stappen die IKNL zet om de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) verder te verrijken met informatie over patiënten met uitgezaaide kanker en hun behandelingen. Deze uitbreiding maakt het mogelijk om beter inzicht te krijgen in de inzet en waarde van geneesmiddelen in de praktijk en de discussie over doelmatigheid en gepersonaliseerde zorg beter te onderbouwen.

Meer weten?

Marianne Luyendijk promoveert op 21 november 2025 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. (Co-)promotoren: Dr. H. Blommestein, prof. dr. A. Jager, prof. dr. C.A. Uyl-de Groot, prof. dr. S. Siesling.

Lees meer over het onderzoek:

Proefschrift: Making Cancer Data Meaningful. Using real-world data to evaluate cancer care and outcomes, and support evidence-based decision-making.

Gerelateerde publicaties:

Vragen over het onderzoek: neem contact op met prof. dr. Sabine Siesling, senior onderzoeker IKNL, via s.siesling@iknl.nl.

Medewerkers

Sabine Siesling

Sabine Siesling

hoofdonderzoeker

lees verder
Gerelateerd nieuws

Nieuw rapport legt verschillen in behandeling bij kanker bloot

Sociaaleconomische status en kanker: verschillen rondom behandeling Patiënten uit lagere inkomensgroepen ondergaan minder vaak een tumorgerichte behandeling dan patiënten met een hoger inkomen. Dat blijkt onder meer uit een vandaag gepubliceerde nieuwe studie naar sociaaleconomische status en kanker door IKNL. In dit tweede deel van een drieluik over kanker en sociaaleconomische status in Nederland gaat het specifiek over behandelverschillen bij kanker in relatie tot het inkomen van patiënten. Dit is bekeken voor vijf veel voorkomende tumorsoorten: borstkanker, niet-kleincellige longkanker, darmkanker, prostaatkanker en melanoom. De resultaten tonen aan dat inkomen samenhangt met de manier waarop kanker wordt behandeld, wat kan duiden op ongelijkheden in de kankerzorg. lees verder

Proefschrift Kelly de Ligt: Borstkankerzorg beter afstemmen op behoeften patiënt

Er bestaat in Nederland aanzienlijke variatie tussen ziekenhuizen als het gaat om de behandeling voor patiënten met borstkanker. Voorbeelden zijn verschillen in timing van chemotherapie (voor of na de operatie) en variatie in het bespreken van de mogelijkheid van een (directe) borstreconstructie. Deze variatie is niet geheel te verklaren door ziektekenmerken. Kelly de Ligt (IKNL, Universiteit Twente) onderzocht voor haar proefschrift of deze variatie het gevolg is van individuele voorkeuren van de patiënt of aanwijzingen bevat voor verbetering van de kwaliteit van zorg? Met name de informatievoorziening en gedeelde besluitvorming is vatbaar voor verbetering om de borstkankerzorg beter aan te laten sluiten op de persoonlijke wensen en behoeften van patiënten.

lees verder