'Verbazingwekkend hoe flexibel we konden zijn in COVID-tijd'
Behandelaars, patiëntenorganisaties en beleidsmakers wisten razendsnel in te spelen op de coronapandemie, waardoor de impact op de oncologische zorg relatief beperkt is gebleven. Dat is een van de conclusies die naar voren kwam op het COVID-19 en kanker symposium.
Door de COVID-19 pandemie veranderde er veel in de oncologische zorg. In 2020 startte binnen het COVID-19 programma van ZonMw het landelijke project ‘COVID en kanker in Nederland’. Vanuit dit project zijn tientallen studies uitgevoerd om de effecten van de pandemie op de diagnostiek, behandeling en uitkomsten van oncologische zorg in kaart te brengen. In maart 2023 zal het project worden afgerond.
Diagnostiek, behandeling en follow-up
Tijdens een het symposium presenteerden betrokken onderzoekers de belangrijkste resultaten, gebaseerd op gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie, DHD (Dutch Hospital Data), Palga en de Intercity database. Bijvoorbeeld rond de dalende incidentie, vooral bij borst- en darmkanker als gevolg van het stopzetten van het bevolkingsonderzoek. Maar ook de afname van verwijzingen vanuit de huisartspraktijk. Ook de effecten rond behandelingen en de follow-up kwamen uitgebreid aan de orde, waaruit bleek dat tijdelijke behandelprotocollen snel werden opgevolgd en videoconsulten vaker werden toegepast in de klinische praktijk.
Zorg ook nu onder druk
De resultaten vormden aanleiding voor een paneldiscussie, waarin Marcel Verheij (FMS/SONCOS), Eric Kroon (Deventer Ziekenhuis), Niek de Wit (Julius Centrum), Ineke Middelveldt (Citrien/UMCG) en Thijs Merkx (IKNL) terugblikten. In de paneldiscussie stond de flexibiliteit centraal in de oncologische zorg. Flexibiliteit die bovendien ook noodzakelijk kan zijn na de coronapandemie. De zorgsector staat onder druk, terwijl de capaciteit afneemt. Middelveldt: ‘Als je terugkijkt is het verbazingwekkend hoe flexibel we waren in COVID-tijd, bijvoorbeeld als het gaat om uitwisseling van informatie. Onder druk wordt alles vloeibaar, en konden we handelen om de financiële schotten heen.’ Ook Verheij zag deze ontwikkeling, bijvoorbeeld in het versneld kunnen toepassen van behandelprotocollen. ‘Als het echt moet, kan het. Ik hoop dat we de met ontwikkelingen die we nu zien, bijvoorbeeld vanuit het Integraal Zorgakkoord, en met de ervaringen uit de COVID-pandemie we beter in staat zijn om anders naar de inrichting van zorg te kijken. Dat besef is steeds duidelijker aanwezig.’
Toename videoconsult
Irene Dingemans (NFK) blikte voor het symposium terug op het gebruik van tele- en videoconsult. Door de gedwongen afstand werd videoconsult vaker ingezet, en NFK peilde bij patiënten en zorgprofessionals wat hun ervaring daarmee was. Videoconsult kan vaker ingezet, maar dat vraagt wel om investering in de ondersteuning van patiënt en professional die het gebruikt. Met extra aandacht voor ouderen en lager opgeleiden. Vooral controleafspraken lenen zich voor videoconsult, waarbij het belangrijk is patiënten de keuze te bieden en hybride te werken.
Vervolg project
Op basis van het symposium en verdere onderzoeken verschijnt in het voorjaar een eindrapport, waarin staat hoe de oncologische zorg zich beter kan voorbereiden op een volgende pandemie.