Cijfers over prostaatkanker

Hieronder vindt u een overzicht van de incidentie-, overlevings-, prevalentie- en sterftecijfers gebaseerd op data uit de Nederlandse Kankerregistratie.

Incidentie prostaatkanker

Het aantal nieuwe patiënten met prostaatkanker per jaar is in de afgelopen dertig jaar meer dan verdubbeld.

In 2023 was circa 92% van de patiënten bij diagnose 60 jaar of ouder en ongeveer 36% was ouder dan 75 jaar.

De naar leeftijd gestandaardiseerde incidentie van prostaatkanker was ruim 60 per 100.000 mannen in het begin van de jaren negentig en steeg tot ruim 110 per 100.000 mannen in 2011. Sindsdien is de incidentie afgenomen tot ongeveer 100 per 100.000 mannen in 2023.

De RESR (Revised European Standardized Rate) is een nieuwe maat voor correctie voor leeftijdsopbouw in de Europese bevolking, gebasseerd op de Europese bevolkingsopbouw in 2010.

Overleving prostaatkanker

Overleving wordt vaak weergegeven als de relatieve overleving, wat een benadering is voor de kankerspecifieke overleving. Dit houdt in dat de overleving van de patiënten met kanker is gecorrigeerd voor de verwachte sterfte die is gebaseerd op de Nederlandse bevolking, vergelijkbaar op basis van geslacht, leeftijd en kalenderjaar. Omdat de overleving per leeftijdsgroep sterk kan verschillen, zijn de overlevingscijfers bovendien gestandaardiseerd.

De relatieve 10-jaarsoverleving van patiënten met gelokaliseerd prostaatkanker (zonder metastasen op afstand) is meer dan 95%. De overleving van patiënten met gevorderde ziekte (T4 en/of lymfklier en/of afstandsmetastasen) bij diagnose is aanzienlijk lager; ongeveer 30%. In de loop van de tijd is een verbetering zichtbaar in overleving van alle stadia van ziekte (TNM editie 7: stadium I = cT1-2a, cN0/X, cM0/X, stadium II = cT2b/c, cN0/X, cM0/X, stadium III = T3, cN0/X, cM0/X en stadium IV = T4 of cN+ of cM+).

Onderstaande grafiek toont de overleving per stadium voor de TNM 7e editie (diagnosejaren 2010-2016). 

Ouderen

De relatieve overleving van oudere patiënten met prostaatkanker (75 jaar of ouder) is lager dan die van jongere patiënten. Uit de rapportage 'Kankerzorg In Beeld; de oudere patiënt' (pdf, 2016) blijkt dat de 10-jaarsoverleving bij patiënten van 75+ 70% is, versus bijna 90% van de jongere patiënten. Dit komt deels doordat de oudere patiënten vaker gediagnosticeerd worden met een hoger ziektestadium en minder gunstige Gleason-graad. Maar ook wanneer hier rekening mee wordt gehouden, blijft de overleving van oudere patiënten minder goed. Zie ook de publicatie hierover in het Journal of Geriatric Oncology in 2018.

De redenen hiervoor zijn niet helemaal duidelijk. Het kan veroorzaakt worden door bijkomende ziekten, die vaker voorkomen bij oudere patiënten, maar ook door verschillen in behandeling; oudere patiënten ondergaan bijvoorbeeld minder vaak een prostatectomie. Desondanks is de overleving ook bij deze groep patiënten in de loop van de tijd verbeterd. 

Daarnaast is het niet duidelijk of behandelingen die in de richtlijnen worden geadviseerd in dezelfde mate effectief zijn bij oudere patiënten. Deze oudere patiënten worden namelijk vaak uitgesloten van deelname aan klinische studies, waardoor het bewijs voor de werkzaamheid van de therapie uitsluitend voor jongere leeftijdsgroepen is aangetoond. 

Prevalentie prostaatkanker

Het aantal mannen met prostaatkanker dat 10 jaar na de diagnose nog in leven is (de 10-jaarsprevalentie), is de afgelopen 20 jaar meer dan verdrievoudigd.

De 10-jaarsprevalentie steeg van ongeveer 31.500 mannen in 1999 naar meer dan 95.000 in 2023. Deze toename is gerelateerd aan eerdere ontdekking (vroeg stadium) van prostaatkanker en verbetering van de behandelopties.

Patiënten met prostaatkanker (over)leven langer, wat leidt tot een toename van het aantal patiënten in de nacontrole en nazorg. Het leidt tevens tot een toename van het aantal mannen met gezondheidsproblemen en psychosociale klachten als gevolg van de kanker en de behandeling. 

Onderstaande grafiek toont de 10-jaarsprevalentie per leeftijdsgroep. 

Sterfte prostaatkanker

Absoluut gezien is het aantal mannen dat sterft aan prostaatkanker de afgelopen decennia toegenomen. Dat is grotendeels het gevolg van de dubbele vergrijzing (meer ouderen, die ook ouder worden). Toch overlijden jaarlijks rond de 800 mannen onder de 75 jaar aan prostaatkanker. 

Relatief gezien is de mortaliteit door prostaatkanker sinds het midden van de jaren ’90 sterk afgenomen (zie onderstaande grafiek met de gestandaardiseerde sterfte (ESR). Factoren die hieraan ten grondslag liggen zijn toegenomen bewustwording, invoer van de PSA-test en verbeterde diagnostiek (transrectale echografie en biopsie en meer recent prostaat MRI en gerichte biopsie), naast betere stadiering en behandeling.

De RESR (Revised European Standardized Rate) is een nieuwe maat voor correctie voor leeftijdsopbouw in de Europese bevolking deze is gebaseerd op de europese bevolkingsopbouw in 2010.

De sterftecijfers 2023 zullen uiterlijk februari 2025 in NKR cijfers verschijnen. Deze doodsoorzakenstatistiek is ook te vinden op Statline van CBS. Daar zijn vanaf medio juni 2024 de voorlopige sterftecijfers van het afgelopen jaar beschikbaar en vanaf medio oktober de definitieve cijfers. Zie de cijfers in de uitgebreide lijst, of de sterftecijfers voor de hoofdgroepen.

Regionale sterftecijfers

Bent u op zoek naar regionale gegevens over de sterfte aan kanker? De sterfte aan kanker per GGD-regio en per gemeente staat op Volksgezondheid en info, een website van het RIVM. De sterfte per type nieuwvorming (kankersoort) per landsdeel, provincie, COROP-regio en gemeente is beschikbaar op StatLine van CBS.

Prostaatkanker in 2032

In oktober 2022 publiceerde IKNL het rapport 'Kanker in Nederland, trends en prognoses tot en met 2032', met daarin ook de prognoses voor prostaatkanker.

Incidentie prostaatkanker

Het risico op de diagnose prostaatkanker steeg sterk in de jaren ’90 en begin 2000, waarschijnlijk door toegenomen aandacht voor prostaatkanker en verbetering in diagnostiek. Vanaf 2010 neemt dit risico weer af. De toename vlak na de millenni - umwisseling en de daaropvolgende daling kunnen grotendeels toegeschreven worden aan veran - deringen in de inzet van PSA-screening (Prostaat Specifiek Antigeen). Begin jaren 2000 werd op grotere schaal ingezet op PSA-screening. Na verloop van tijd, toen bleek dat zo ook veel mannen behandeld werden voor prostaatkanker die anders geen klachten zouden krijgen, nam het gebruik van PSA-screening weer af. In de afgelopen jaren begint het risico op prostaatkanker weer te stijgen. De laatste jaren zijn nieuwe beeldvormingstechnieken als de prostaat-MRI en de PSMA-PET/CT-scan in op - komst en worden nieuwe risicomodellen ontwikkeld om patiënten beter te selecteren voor aanvullende diagnostische onderzoeken. Het is nog onduidelijk wat de effecten van deze ontwikkelingen op het toekomstige aantal diagnoses prostaatkanker zullen 3.8 prostaatkanker PROSTAATKANKER Gestandaardiseerde incidentie Incidentie bij mannen naar leeftijdsgroep PROSTAATKANKER bron IKNL bron IKNL totaal 15-59 60-74 75+ zijn. Op basis van de afgelopen tien jaar neemt het risico de komende jaren naar verwachting licht af of stabiliseert. Het aantal mannen dat gediagnosti - ceerd wordt met prostaatkanker nam de afgelopen decennia toe tot 13.550 in 2019. Naar verwachting stijgt dit aantal naar bijna 14.300 in 2032. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door een stijging onder 75-plussers.

Overleving prostaatkanker

Met name in eerdere decennia is de overleving van patiënten met prostaatkanker verbeterd. De 5-jaarsoverleving steeg van 65% in de periode 1990-1994 tot 88% in de periode 2015-2019. Een deel van deze verbetering komt door de introductie van de PSA-test, waardoor ook tumoren in een eerder en beter behandelbaar stadium worden opgespoord. Bovendien worden hierdoor ook tumoren gevonden die anders geen klachten hadden opgeleverd en die dus een gunstige overleving hebben, waardoor de algehele overleving toeneemt. Daarnaast hebben andere ontwikkelingen in de diagnostiek en verbetering in behandeling van met name gemetastaseerde prostaatkanker bijgedragen aan de verbetering in overleving.

Prevalentie  prostaatkanker

In 2019 waren er 89.842 mannen in Nederland die in de tien jaar daarvoor de diagnose prostaatkanker hadden gekregen. Naar verwachting neemt de 10-jaarsprevalentie toe tot ongeveer 113.000 in 2032.

Sterfte prostaatkanker

Het risico om te sterven aan prostaatkanker is de afgelopen jaren afgenomen en de verwachting is dat deze afname stabiliseert. Het aantal mannen dat overlijdt door prostaatkanker neemt echter nog steeds toe. In 2019 overleden bijna 3.000 mannen aan prostaatkanker en dit aantal neemt toe tot meer dan 4.100 in 2032. De dubbele vergrijzing speelt hierbij een belangrijke rol.

Lees hier het hele rapport 'Kanker in Nederland, trends en prognoses tot en met 2032'