Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 

Toename behandeling en overleving NSCLC; verschil met oudere patiënt blijft

Patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) krijgen steeds vaker een behandeling met curatieve intentie. Dit heeft tussen 1990 en 2014 geleid tot verbetering van de relatieve overleving. Deze trend was echter minder sterk zichtbaar bij oudere patiënten, zo blijkt uit onderzoek van Elisabeth Driessen (VieCuri MC) en collega’s met gegevens van ruim 187.000 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie. De verschillen tussen jongere en oudere patiënten leek in de tijd kleiner te worden bij stadium I, maar bleef onveranderd bij stadium II en werden zelfs groter bij stadium III en IV ten nadele van ouderen. In toekomstige studies dient de focus daarom gericht te zijn op voorspellende factoren bij oudere patiënten met NSCLC.  

lees verder

Profylactische schedelbestraling veel toegepast bij patiënten met SCLC

Behandeling met profylactische schedelbestraling leidt bij patiënten met een beperkt stadium (I en II) kleincellig longcarcinoom (SCLC) tot overlevingsresultaten die kunnen oplopen tot 45 maanden. Deze vorm van radiotherapie werd tussen 2009 – 2013 dan ook op grote schaal gebruikt in Nederland, hoewel significant minder vaak bij oudere patiënten. Dat blijkt uit een publicatie van Ronald Damhuis (IKNL) en collega’s van VUmc en NKI-AvL in Clinical Lung Cancer. Een mogelijk nadeel van deze therapie is het optreden van late toxische klachten. Dit speelt met name bij oudere patiënten. Het blijft daarom belangrijk om patiënten goed te informeren over hun opties en vooruitzichten.

lees verder

Moleculaire subtypes van LCNEC voorspellen uitkomsten chemotherapie

Patiënten met grootcellig neuro-endocrien longcarcinoom (LCNEC) met een wildtype RB1-gen of RB1-eiwitexpressie reageren beter op chemotherapie volgens het regime GEM/TAX dan patiënten behandeld met PE- chemotherapie. Die conclusie trekken Jules Derks (Maastricht UMC) en collega’s op basis van een onderzoek met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie en de databank van PALGA. Volgens de onderzoekers kan deze kennis bijdragen aan betere behandeling van patiënten met gevorderd stadium van LCNEC. Ze adviseren echter deze uitkomsten eerst te bevestigen in een gerandomiseerde, klinische studie.

lees verder

Proefschrift over betere diagnostiek & behandeling LCNEC

Pathologen en (long)oncologen worden bij de diagnose en behandeling van patiënten met grootcellig neuro‐endocrien longcarcinoom (LCNEC), een zeldzame vorm van longkanker, geconfronteerd met allerlei problemen. Jules Derks beschrijft in zijn proefschrift mogelijkheden die kunnen bijdragen aan betere diagnostiek en behandeling van deze ziekte. Zo kunnen patiënten met bevestigd LCNEC mogelijk voordeel hebben bij gecombineerde chemotherapie met platinum‐gemcitabine of platinum‐taxaan, een regime dat tot dusver bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom werd ingezet.
 

lees verder

Verbetersignalement ZIN: ga tijdig gesprek aan in laatste levensfase patiënt

Met het verbetersignalement 'Zorg in de laatste levensfase bij mensen met longkanker of darmkanker' geeft Zorginstituut Nederland (ZIN) inzage in de resultaten van onderzoeken naar zorg voor patiënten die in de laatste fase van het leven verkeren. Om zorg te bieden die aansluit bij de behoeften in de laatste levensfase van de patiënt is het nodig om zijn of haar persoonlijke wensen en voorkeuren tijdig te verkennen, zo concludeert ZIN. Dat houdt in dat op het moment van de diagnose van de ongeneeslijke ziekte én gedurende het verdere ziektebeloop, zorgverleners de zorgbehoefte van de patiënt moeten achterhalen, zodat passende zorg gegeven wordt.  

lees verder

Thesis over behandeling gevorderde stadia niet-kleincellig longcarcinoom

Behandeling van patiënten met gevorderd stadium van niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is complex. Chemoradiotherapie is veruit de meest gebruikte behandeling in Nederland bij patiënten met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom. Met adequate stadiëring kan worden voorkomen dat patiënten worden uitgesloten die mogelijk baat kunnen hebben van chirurgie. Dat is een van de aanbevelingen in het proefschrift waarop Christian Dickhoff 8 december 2017 promoveert aan de VU in Amsterdam. Daarin gaat hij ook in op chemoradiotherapie bij oudere patiënten, trimodale therapie bij stadium IIIA niet-kleincellig longcarcinoom, opties bij een recidief en persisterende ziekte en kans op complicaties bij chirurgie.

lees verder

Grote variatie in behandeling van stadium III NSCLC in Nederland en België

Er bestaat grote variatie tussen Nederland en België én binnen deze landen als het gaat om de behandeling van patiënten met niet-operabel (stadium III) niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Dat blijkt uit een observationele, population-based studie van Iris Walraven (NKI-AvL) en collega’s, waarin de verschillen tussen gelijktijdige en sequentiële chemoradiotherapie zijn onderzocht. De keuze voor sequentiële chemoradiotherapie bij deze patiënten hing significant samen met een hogere leeftijd en een gevorderd stadium van de ziekte. Volgens de onderzoekers is aanvullend onderzoek nodig om tot een betere behandelstrategie te komen voor individuele patiënten met gevorderd stadium van NSCLC. 

lees verder

eQuiPe krijgt vervolg: observationele cohortstudie naar gevorderde kanker

IKNL is begin 2017 gestart met het eQuiPe-project, een onderzoek naar de kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg zoals patiënten met gevorderde kanker én hun naasten dit ervaren. Het gaat hierbij om een prospectieve, observationele cohortstudie die openstaat voor deelname door zowel patiënten als hun naasten. Primair komen in aanmerking patiënten die gediagnosticeerd zijn met een gevorderd stadium (IV) van long-, dikkedarm-, hoofd-hals-, prostaat- of borstkanker (met metastasen in meerdere orgaansystemen) en pancreas- of slokdarmkanker. Doel is met deze kennis de palliatieve zorg verder te optimaliseren. De eerste resultaten van een kwalitatieve voorstudie worden in dit nieuwsbericht gepresenteerd.

lees verder