Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Mensen die na de behandeling van dikkedarmkanker gezonder eten en meer bewegen, ervaren een betere kwaliteit van leven dan lotgenoten. Patiënten krijgen echter vaak geen of weinig voorlichting over leefstijl en voeding. Merel van Veen (IKNL, Wageningen University) concludeert in haar proefschrift dat zorgprofessionals al tijdens de behandeling dienen te beginnen met het geven van voedingsinformatie en niet moeten wachten tot patiënten of naasten daar naar vragen. Een voorwaarde is dat zorgverleners meer kennis krijgen over voeding en leefstijl, want dat inzicht is momenteel beperkt. Artsen zouden het belang van een gezonde leefstijl bovendien meer moeten benadrukken, met een leidende rol voor diëtisten in dit proces.
lees verderEr bestaat in Nederland aanzienlijke variatie tussen ziekenhuizen als het gaat om de behandeling voor patiënten met borstkanker. Voorbeelden zijn verschillen in timing van chemotherapie (voor of na de operatie) en variatie in het bespreken van de mogelijkheid van een (directe) borstreconstructie. Deze variatie is niet geheel te verklaren door ziektekenmerken. Kelly de Ligt (IKNL, Universiteit Twente) onderzocht voor haar proefschrift of deze variatie het gevolg is van individuele voorkeuren van de patiënt of aanwijzingen bevat voor verbetering van de kwaliteit van zorg? Met name de informatievoorziening en gedeelde besluitvorming is vatbaar voor verbetering om de borstkankerzorg beter aan te laten sluiten op de persoonlijke wensen en behoeften van patiënten.
lees verderPatiënten met borstkanker worden momenteel niet bij alle beslissingen betrokken tijdens de follow-up. Volgens Kelly de Ligt (IKNL) en collega’s is er meer aandacht nodig voor de inbreng van patiënten bij beslissingen waar dat relevant en mogelijk is. Het personaliseren van de nazorg kan bijdragen aan grotere relevantie en waarde voor individuele patiënten, maar is ook relevant vanuit financieel oogpunt. In diverse studies wordt het verbeteren van de informatievoorziening als voorwaarde genoemd inclusief inzet van hulpmiddelen om de informatiekloof te overbruggen. Want échte betrokkenheid van patiënten vereist dat zij over het best beschikbare bewijsmateriaal beschikken, inclusief details over voordelen en risico's.
lees verderUit een evaluatie van Erasmus MC in opdracht van Zorginstituut Nederland van het aantal medische nacontroles na behandeling, bleek dat patiënten met een laag risico basaalcelcarcinoom meer nacontrolebezoeken kregen dan volgens de richtlijn geïndiceerd. Bij patiënten met een plaveiselcelcarcinoom, zowel hoog- als laag-risico, werden de medische nacontrole bezoeken minder vaak uitgevoerd dan aanbevolen in de geldende richtlijn. Het Zorginstituut zal veranderingen naar aanleiding van implementatie van de deels herziene landelijke richtlijnen monitoren.
lees verderMensen die leven met of na kanker kampen lang na de behandeling nog met klachten. Zij zijn bijvoorbeeld elke dag moe of angstig voor terugkeer van de kanker. Voor deze klachten worden zij vaak niet verwezen naar passende zorg. Meer dan 800.000 mensen leven met of na kanker en dit aantal groeit. Recente behandelmogelijkheden kunnen bepaalde kankersoorten langer onder controle houden, maar hebben vaak grote gevolgen voor het dagelijks leven. Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten-organisaties (NFK) beschrijven de aard en omvang van deze klachten in het rapport ‘Kankerzorg in beeld: over leven met en na kanker’, dat vandaag wordt gepresenteerd op het Kankeroverleverschap Symposium.
lees verderJaren na behandeling van eierstokkanker hebben vooral ouderen een slechtere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven in vergelijking met overeenkomstige leeftijdsgroepen in een normpopulatie. Het verschil in gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven tussen patiënten en normpopulatie is veel minder duidelijk bij vrouwen jonger dan 70 jaar. Dat blijkt uit een studie van Inez van Walree (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s gepubliceerd in Gynecologic Oncology. Een mogelijke verklaring is dat oudere overlevenden een lagere psychologische reserve hebben en te maken krijgen met een geleidelijke verslechtering van orgaanfuncties.
lees verderPatiënten met endometrium- en ovariumcarcinoom rapporteren een verbeterde gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven binnen zes maanden na initiële behandeling. Dat schrijven Nathalie Zandbergen en collega’s in een publicatie in Acta Oncologica. Sommige subgroepen hebben mogelijk extra ondersteuning nodig, omdat zij in de loop van de tijd minder kans hebben op verbetering van hun kwaliteit van leven. Het gaat hierbij om patiënten met meerdere comorbiditeiten, met een gevorderd tumorstadium en patiënten die behandeld zijn met chemotherapie.
lees verderDe meeste mannen in Nederland met een zeer-laag-risico prostaatkanker worden, in lijn met actuele richtlijnen, behandeld volgens het principe van ‘active surveillance’. Er is echter wel beperkte variatie in behandelkeuzes tussen ziekenhuizen, zo blijkt uit onderzoek van Hanneke Jansen (IKNL) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie. Een deel van de waargenomen variatie kan verklaard worden op basis van patiënt- en tumoreigenschappen, maar ook ziekenhuisgerelateerde factoren spelen een rol. Dit duidt er op dat er nog verbetering mogelijk is in de klinische praktijk.
lees verder