Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Hoewel vaak als ‘onbehandelbaar’ bestempeld, kunnen patiënten met dikkedarmkanker én peritoneale metastasen wel degelijk worden behandeld met onder andere cytoreductieve chirurgie in combinatie met hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS-HIPEC). Uit onderzoek van Lieke Razenberg (Catharina Ziekenhuis, IKNL) en collega’s blijkt dat de overlevingskansen van deze patiënten tussen 1995 en 2014 significant zijn gestegen. Deze toename lijkt samen te hangen met de multidisciplinaire benadering van deze patiënten en het gebruik van moderne systemische behandelingen en het toepassen van locoregionale, chirurgische technieken.
lees verderHet gebruik van metformine leidt niet tot een toename van de overleving van patiënten met type 2 diabetes en pleuraal mesothelioom. Dat blijkt uit een studie uitgevoerd door een groep onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk en Ronald Damhuis van IKNL die recent is gepubliceerd in het medische tijdschrift Lung Cancer. De uitkomsten van de studie geven aan dat het niet zinvol is om medische trials uit te voeren met metformine bij mensen met de diagnose mesothelioom. In het onderzoek is rekening gehouden en gecorrigeerd voor allerlei factoren, zoals leeftijd, geslacht, duur van de diabetes en sociaaleconomische status.
lees verderAdjuvante chemotherapie tijdens en na radiotherapie lijkt ‘haalbaar’ bij vrouwen met hoog-risico baarmoederkanker, ondanks toename van de toxiciteit zoals die door zowel artsen als patiënten wordt gerapporteerd. Dat blijkt uit voorlopige analyses van de PORTEC-3-trial. Na de behandeling treedt volgens Stephanie de Boer (LUMC) en collega’s relatief snel herstel op van de meeste klachten. Bij een kwart van de patiënten blijven echter sensorische, neurologische symptomen aanwezig. De onderzoekers wachten verdere analyse van de PORTEC-3-studie af, voordat er definitieve conclusies getrokken kunnen worden.
lees verderHet aandeel patiënten met stadium II dikkedarmkanker dat adjuvante chemotherapie krijgt, varieert aanzienlijk in Europa. Die conclusie trekken Anne Breugom (LUMC) en collega’s in een publicatie in de European Journal of Cancer op basis van data van bijna 60.000 patiënten uit Nederland, Denemarken, Zweden, Engeland, Ierland, België en Litouwen. De onderzoekers vonden geen duidelijk lineair patroon tussen het gebruik van adjuvante chemotherapie en relatieve overleving. Aanvullend onderzoek is volgens de onderzoekers nodig naar de selectiecriteria van patiënten die in aanmerking komen voor adjuvante chemotherapie.
lees verderHoewel de richtlijnen zijn aangepast, is het aandeel patiënten met een vroeg stadium van borstkanker (ER+ / HER2) dat chemotherapie krijgt voorgeschreven op basis van een gen-expressieprofiel vrijwel gelijk gebleven in de periode 2012-2014 ten opzichte van 2004-2006. Dat blijkt uit onderzoek van Anne Kuijer (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s. Sinds verbreding van de indicaties worden echter 13% méér patiënten geschikt geacht om in aanmerking te komen voor chemotherapie. Het consistente aandeel chemotherapie duidt erop dat aanpassingen van richtlijnen in de praktijk niet automatisch worden gevolgd. In de discussie gaan de onderzoekers in op mogelijke oorzaken.
lees verderSlechts een derde van de oudere patiënten (70 jaar en ouder) met stadium III dikkedarmkanker krijgt adjuvante chemotherapie. Dat blijkt uit een studie van IKNL-onderzoeker Felice van Erning en collega’s, waarin de intensiteit en toxiciteit van een aantal systemische behandelingen is onderzocht bij ouderen. Zo wordt CAPOX (capecitabine & oxaliplatin) geassocieerd met meer graad III-IV toxiciteiten in vergelijking met CapMono (monotherapie met capecitabine) met als gevolg dat oudere patiënten die CAPOX krijgen vaker hun behandeling (moeten) afbreken. Deze uitkomsten leveren nieuwe inzichten op voor het bespreken van de voor- en nadelen van behandelopties bij oudere patiënten.
lees verderPatiënten met gemetastaseerde alvleesklierkanker die palliatieve systeemtherapie krijgen in een medisch centrum met een hoog behandelvolume hebben een betere overleving. Dat blijkt uit een studie van Nadia Haj Mohammad (AMC) en collega’s. De bevindingen liggen in lijn met publicaties over pancreaschirurgie, waarin een relatie tussen volume en uitkomst wordt beschreven. In de discussie gaan de onderzoekers in op een aantal beperkingen van deze population-based studie, waardoor er nog geen aanbevelingen voor de klinische praktijk gedaan kunnen worden.
lees verderPatiënten met dikkedarmkanker die tijdens hun chemotherapie deelnemen aan een bewegingsprogramma onder begeleiding van een fysiotherapeut hebben na 18 weken en na 36 weken significant minder vermoeidheidsklachten vergeleken met patiënten die reguliere zorg krijgen. Dat blijkt uit een studie van Jonna van Vulpen (Julius Centrum UMCU), Miranda Velthuis (IKNL) en collega’s. Volgens de onderzoekers is bewegen tijdens chemotherapie veilig en uitvoerbaar. Echter, vanwege het geringe aantal deelnemers (33) aan deze trial is herhaling in groter studieverband nodig om deze uitkomsten te bevestigen.
lees verder