Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Adjuvante chemotherapie tijdens en na radiotherapie lijkt ‘haalbaar’ bij vrouwen met hoog-risico baarmoederkanker, ondanks toename van de toxiciteit zoals die door zowel artsen als patiënten wordt gerapporteerd. Dat blijkt uit voorlopige analyses van de PORTEC-3-trial. Na de behandeling treedt volgens Stephanie de Boer (LUMC) en collega’s relatief snel herstel op van de meeste klachten. Bij een kwart van de patiënten blijven echter sensorische, neurologische symptomen aanwezig. De onderzoekers wachten verdere analyse van de PORTEC-3-studie af, voordat er definitieve conclusies getrokken kunnen worden.
lees verderHet aandeel patiënten met stadium II dikkedarmkanker dat adjuvante chemotherapie krijgt, varieert aanzienlijk in Europa. Die conclusie trekken Anne Breugom (LUMC) en collega’s in een publicatie in de European Journal of Cancer op basis van data van bijna 60.000 patiënten uit Nederland, Denemarken, Zweden, Engeland, Ierland, België en Litouwen. De onderzoekers vonden geen duidelijk lineair patroon tussen het gebruik van adjuvante chemotherapie en relatieve overleving. Aanvullend onderzoek is volgens de onderzoekers nodig naar de selectiecriteria van patiënten die in aanmerking komen voor adjuvante chemotherapie.
lees verderHoewel de richtlijnen zijn aangepast, is het aandeel patiënten met een vroeg stadium van borstkanker (ER+ / HER2) dat chemotherapie krijgt voorgeschreven op basis van een gen-expressieprofiel vrijwel gelijk gebleven in de periode 2012-2014 ten opzichte van 2004-2006. Dat blijkt uit onderzoek van Anne Kuijer (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s. Sinds verbreding van de indicaties worden echter 13% méér patiënten geschikt geacht om in aanmerking te komen voor chemotherapie. Het consistente aandeel chemotherapie duidt erop dat aanpassingen van richtlijnen in de praktijk niet automatisch worden gevolgd. In de discussie gaan de onderzoekers in op mogelijke oorzaken.
lees verderSlechts een derde van de oudere patiënten (70 jaar en ouder) met stadium III dikkedarmkanker krijgt adjuvante chemotherapie. Dat blijkt uit een studie van IKNL-onderzoeker Felice van Erning en collega’s, waarin de intensiteit en toxiciteit van een aantal systemische behandelingen is onderzocht bij ouderen. Zo wordt CAPOX (capecitabine & oxaliplatin) geassocieerd met meer graad III-IV toxiciteiten in vergelijking met CapMono (monotherapie met capecitabine) met als gevolg dat oudere patiënten die CAPOX krijgen vaker hun behandeling (moeten) afbreken. Deze uitkomsten leveren nieuwe inzichten op voor het bespreken van de voor- en nadelen van behandelopties bij oudere patiënten.
lees verderPatiënten met gemetastaseerde alvleesklierkanker die palliatieve systeemtherapie krijgen in een medisch centrum met een hoog behandelvolume hebben een betere overleving. Dat blijkt uit een studie van Nadia Haj Mohammad (AMC) en collega’s. De bevindingen liggen in lijn met publicaties over pancreaschirurgie, waarin een relatie tussen volume en uitkomst wordt beschreven. In de discussie gaan de onderzoekers in op een aantal beperkingen van deze population-based studie, waardoor er nog geen aanbevelingen voor de klinische praktijk gedaan kunnen worden.
lees verderPatiënten met dikkedarmkanker die tijdens hun chemotherapie deelnemen aan een bewegingsprogramma onder begeleiding van een fysiotherapeut hebben na 18 weken en na 36 weken significant minder vermoeidheidsklachten vergeleken met patiënten die reguliere zorg krijgen. Dat blijkt uit een studie van Jonna van Vulpen (Julius Centrum UMCU), Miranda Velthuis (IKNL) en collega’s. Volgens de onderzoekers is bewegen tijdens chemotherapie veilig en uitvoerbaar. Echter, vanwege het geringe aantal deelnemers (33) aan deze trial is herhaling in groter studieverband nodig om deze uitkomsten te bevestigen.
lees verderAdjuvante chemotherapie bij patiënten met hoog-risico stadium II dikkedarmkanker lijkt alleen bij patiënten met een pathologische T4 (pT4) geassocieerd te zijn met een betere overleving. Voor de andere hoog-risicofactoren (slecht of ongedifferentieerde tumoren, een spoedoperatie of minder dan tien onderzochte lymfeklieren) is geen verband gevonden tussen adjuvante chemotherapie en toename van de overleving. Dat blijkt uit een studie van Sarah Verhoeff (Jeroen Bosch Ziekenhuis) en collega’s. De onderzoekers stellen voor om de risicofactoren bij stadium II dikkedarmkanker te herzien, zodat een adequate selectie van patiënten kan profiteren van adjuvante chemotherapie.
lees verderBehandeling van uitzaaiingen in het buikvlies door middel van cytoreductieve chirurgie gecombineerd met hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC) kan bijdragen aan het verhogen van de overlevingskansen van patiënten met dikkedarmkanker. Zorgvuldige selectie van patiënten blijft echter nodig om te bepalen of deze operatie haalbaar is. Dit is één van de conclusies in het proefschrift ‘Clinical Experiences with Peritoneal Carcinomatosis’, waarop Thijs van Oudheusden (IKNL, Catharina Ziekenhuis) 8 april promoveert aan Maastricht University. Hierin gaat hij onder meer in op de pre-operatieve selectie van patiënten, CRS + HIPEC bij terugkerende ziekte en uniformiteit van behandelprotocollen.
lees verder