Minder vermoeidheid na bewegen tijdens chemotherapie bij dikkedarmkanker

Patiënten met dikkedarmkanker die tijdens hun chemotherapie deelnemen aan een bewegingsprogramma onder begeleiding van een fysiotherapeut hebben na 18 weken en na 36 weken significant minder vermoeidheidsklachten vergeleken met patiënten die reguliere zorg krijgen. Dat blijkt uit een studie van Jonna van Vulpen (Julius Centrum UMCU), Miranda Velthuis (IKNL) en collega’s. Volgens de onderzoekers is bewegen tijdens chemotherapie veilig en uitvoerbaar. Echter, vanwege het geringe aantal deelnemers (33) aan deze trial is herhaling in groter studieverband nodig om deze uitkomsten te bevestigen. 

Vermoeidheid is een bekend probleem onder patiënten met dikkedarmkanker. Deze symptomen nemen toe tijdens chemotherapie. Bewegen tijdens chemotherapie zou een bijdrage kunnen leveren bij het verminderen van vermoeidheidsklachten. Om de effecten van bewegen op korte en lange termijn te onderzoeken tijdens adjuvante behandeling werd de ‘Physical activity during cancer treatment study’ opgezet en uitgevoerd. 

Opzet studie
In deze gerandomiseerde multi-center trial werden 33 patiënten met dikkedarmkanker die chemotherapie kregen (21 mannen en 12 vrouwen)  willekeurig opgenomen in een groep die onder supervisie 18 weken deelnamen aan een oefenprogramma (n = 17) of de gebruikelijke zorg kregen (n = 16). De primaire uitkomstmaat was vermoeidheid gemeten op basis van de Multidimensionele vermoeidheids index (MVI) en de Fatigue Quality List.  

De secundaire uitkomstmaten waren kwaliteit van leven, fysieke fitheid, angst, depressieve klachten, lichaamsgewicht en afronden van de chemotherapie. Deze uitkomsten werden gemeten bij de start (baseline), na 18 weken en na 36 weken met behulp van gevalideerde vragenlijsten, waaronder de European Organisation for Research and Treatment of Cancer Quality of Life Questionnaire C30 (EORTC QLQ-C30) en de Nederlandse versie van de Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS). 

Uitkomsten 
Jonna van Vulpen en collega’s concluderen dat deze trial laat zien dat deelname van patiënten met dikkedarmkanker aan een 18 weken durend bewegingsprogramma tijdens chemotherapie veilig en uitvoerbaar is. Deze interventie leidt tot significante reductie van de fysieke vermoeidheid na 18 weken en vermoeidheid in het algemeen na 36 weken. Gelet op het geringe aantal geïncludeerde patiënten in de huidige studie, is herhaling in een grotere studiepopulatie nodig. Ten aanzien van de secundaire uitkomstmaten  (fysieke fitheid, kwaliteit van leven, depressieve klachten en angst) werden geen significante verschillen gevonden tussen beide groepen.
 

  • Van Vulpen JK, Velthuis MJ, Steins Bisschop CN, Travier N, VAN DEN Buijs BJ, Backx FJ, Los M, Erdkamp FL, Bloemendal HJ, Koopman M, DE Roos MA, Verhaar MJ, Ten Bokkel-Huinink D, VAN DER Wall E, Peeters PH, May AM. ‘Effects of an Exercise Program in Colon Cancer Patients undergoing Chemotherapy’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl  

Gerelateerd nieuws

Chemotherapie bij dikkedarmkanker leidt vaak tot langdurige neuropathie

pijnlijke voeten

Patiënten met dikkedarmkanker die behandeld zijn met chemotherapie kunnen tot twee jaar na diagnose symptomen hebben van perifere, sensorische en motorische neuropathie. Vaak gaat het hierbij om tintelingen en verdoofdheid in tenen of voeten met impact op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Dat blijkt uit onderzoek van Cynthia Bonhof (CoRPS, Tilburg University) en collega’s. Volgens de onderzoekers is het cruciaal dat patiënten hierover worden geïnformeerd. Ook zouden artsen passende ondersteuning kunnen aanbieden.

lees verder

Onderhoudsbehandeling met CAP-B is beter, maar niet kosteneffectief

Onderhoudsbehandeling met capecitabine en bevacizumab bij patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker levert betere gezondheidseffecten op gemeten in quality-adjusted life years (QALY’s) en extra kosten per levensjaar vergeleken met patiënten die observationeel worden gevolgd. Daar staat tegenover dat onderhoudsbehandeling leidt tot relevante verhoging van de medische kosten, zo blijkt uit een studie van M. Franken (UMCU) en collega’s. Hoewel in Nederland geen consensus bestaat over het hanteren van een drempel voor de kosteneffectiviteit van oncologische behandelingen, kan onderhoudsbehandeling met CAP-B volgens de onderzoekers worden beschouwd als niet-kosteneffectief.

lees verder