Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 

Chemotherapie-geïnduceerde neuropathie: een onderschatte bijwerking

Patiënten met stadium II of III dikkedarmkanker die behandeld zijn met platinumderivaten hebben veel last van bijwerkingen, waaronder chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie. Bij patiënten met multipel myeloom komen dergelijke bijwerkingen eveneens vaak voor, zo blijkt uit promotieonderzoek van Tonneke Beijers (Máxima Medisch Centrum). Genoemde klachten treden niet alleen op tijdens en kort na de behandeling, maar kunnen twee tot zelfs elf jaar later nog steeds voorkomen. Daarom is het belangrijk om deze klachten tijdig op te sporen, zodat behandeling van patiënten met een verhoogd risico -indien nodig- kan worden aangepast. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van PROFILES, het patiëntenvolgsysteem van IKNL en Tilburg University.

lees verder

Betrouwbare prognose bij gevorderde dikkedarmkanker met QLQ-C30

Het beoordelen van het fysiek functioneren van patiënten met gevorderde dikkedarmkanker met behulp van een door henzelf ingevulde QLQ-C30-vragenlijst levert een betrouwbare, prognostische waarde op. De uitkomsten van deze vragenlijst zijn zelfs superieur aan de WHO-performance status die door artsen wordt afgenomen. Dat concluderen Linda Mol (IKNL) en collega’s van Radboudumc, UMCU en AMC in de European Journal of Cancer. De onderzoekers adviseren om de QLQ-C30-vragenlijst voortaan als stratificatieinstrument te gebruiken bij het selecteren van patiënten voor eventuele deelname aan klinische trials in plaats van de WHO-performance status. 

lees verder

Chirurgische complicaties en overleving dikkedarmkanker stadium I-III

Frequent voorkomende complicaties na chirurgie, zoals naadlekkage, (buik)sepsis en overmatig bloedverlies, hebben bij patiënten met dikkedarmkanker ernstige gevolgen voor de uitkomsten op korte en lange termijn. Die conclusie staat te lezen in een publicatie van Anne Breugom (LUMC) en collega’s op basis van een studie in vijf ziekenhuizen in West-Nederland. De studie bevestigt de langdurige effecten van chirurgische complicaties die onder meer leiden tot een verminderde 1-jaarsoverleving, daling van de algehele 5-jaarsoverleving en toegenomen kans op recidieven bij deze patiënten.

lees verder

Oxaliplatin leidt tot meer toxiciteit bij ouderen met dikkedarmkanker

Slechts een derde van de oudere patiënten (70 jaar en ouder) met stadium III dikkedarmkanker krijgt adjuvante chemotherapie. Dat blijkt uit een studie van IKNL-onderzoeker Felice van Erning en collega’s, waarin de intensiteit en toxiciteit van een aantal systemische behandelingen is onderzocht bij ouderen. Zo wordt CAPOX (capecitabine & oxaliplatin) geassocieerd met meer graad III-IV toxiciteiten in vergelijking met CapMono (monotherapie met capecitabine) met als gevolg dat oudere patiënten die CAPOX krijgen vaker hun behandeling (moeten) afbreken. Deze uitkomsten leveren nieuwe inzichten op voor het bespreken van de voor- en nadelen van behandelopties bij oudere patiënten.

lees verder

Betere overleving na behandeling uitzaaiingen buikvlies met CRS + HIPEC

Behandeling van uitzaaiingen in het buikvlies door middel van cytoreductieve chirurgie gecombineerd met hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC) kan bijdragen aan het verhogen van de overlevingskansen van patiënten met dikkedarmkanker. Zorgvuldige selectie van patiënten blijft echter nodig om te bepalen of deze operatie haalbaar is. Dit is één van de conclusies in het proefschrift ‘Clinical Experiences with Peritoneal Carcinomatosis’, waarop Thijs van Oudheusden (IKNL, Catharina Ziekenhuis) 8 april promoveert aan Maastricht University. Hierin gaat hij onder meer in op de pre-operatieve selectie van patiënten, CRS + HIPEC bij terugkerende ziekte en uniformiteit van behandelprotocollen. 

lees verder

Chirurgische behandeling van stadium IIIA NSCLC in Nederland

Tussen 2010 en 2013 kreeg 15% van alle patiënten in Nederland met stadium IIIA niet-kleincellige longkanker een operatie, van wie een minderheid voorafgaand ook inductietherapie kreeg. De 4-jaarsoverleving was het hoogste bij patiënten met inductietherapie + chirurgie (51%), gevolgd door chirurgie ± adjuvante therapie (39%) en chemoradiotherapie (27%). Dat blijkt uit onderzoek van Chris Dickhoff (VUmc) en collega’s. Hoewel de studie een aantal beperkingen kent, schept deze voor het eerst een helder beeld van het effect van chirurgie bij patiënten met lokaal gevorderd stadium IIIA NSCLC in Nederland. Extra onderzoek blijft nodig om te bepalen welke patiënten het meeste baat hebben bij een specifieke therapie. 

lees verder

Adjuvante chemotherapie bij patiënten met stadium III rectumcarcinoom

Het effect van adjuvante chemotherapie op de kans op een afstandsrecidief of overlijden bij patiënten met stadium III rectumcarcinoom verschilt naar neo-adjuvante behandeling. Dat blijkt uit een studie van Felice van Erning (IKNL) in samenwerking met specialisten uit het Catharina Ziekenhuis (Eindhoven), Maastricht UMC en het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis (Goes/Vlissingen). Volgens de onderzoekers kan adjuvante chemotherapie met name overwogen worden bij patiënten die voldoende fit waren om kortdurende neo-adjuvante radiotherapie te ondergaan of die geen neo-adjuvante behandeling hebben gekregen.  

lees verder

Identificatie curatieve patiënten bij uitgezaaide darmkanker belangrijk

De belangrijkste doodsoorzaak bij patiënten met darmkanker is een gemetastaseerde ziekte. Ongeveer 20 tot 25 procent van deze patiënten heeft te maken met metastasen ten tijde van de diagnose. Het klinisch verloop van patiënten met metachrone metastasen is echter minder duidelijk. Het doel van deze studie is om de incidentie, behandeling en overleving van patiënten te beschrijven met metachrone metastasen gerelateerd aan dikkedarmkanker en om de risicofactoren te bepalen voor het ontwikkelen van deze metachrone uitzaaiingen.

lees verder