Meer neuropathie na chemotherapie bij ouderen met stadium III darmkanker

Het verloop van een aantal sensorische symptomen is ongunstiger voor oudere patiënten met stadium III dikkedarmkanker die adjuvante chemotherapie hebben ontvangen dan voor patiënten die geen adjuvante chemotherapie ondergingen. Het gaat daarbij om tintelingen en gevoelloosheid in handen en voeten. Dat blijkt uit onderzoek van Felice van Erning (IKNL) en collega’s. Voor patiënten die behandeling met capecitabine en oxaliplatin ondergaan, is het beloop van gevoelloosheid in voeten ongunstiger en rapporteren zij vaker tintelende voeten dan patiënten behandeld met capecitabine monotherapie. Volgens de onderzoekers is het belangrijk om patiënten te informeren over deze risico’s, zodat arts en patiënt een weloverwogen besluit kunnen nemen

De verslechtering van functionele capaciteiten als gevolg van neuropathie kan bij ouderen een grote impact hebben. Het doel van dit onderzoek was om het verloop van neuropathische symptomen te onderzoeken bij oudere patiënten met stadium III darmkanker die behandeld zijn met capecitabine en oxaliplatin (CAPOX), monotherapie met capecitabine (CapMono) of zonder adjuvante chemotherapie.

Data Nederlandse Kankerregistratie
Voor de selectie van patiënten met stadium III dikkedarmkanker in de leeftijd van 70 jaar of ouder maakten de onderzoekers gebruik van de databank van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De aldus geselecteerde patiënten kregen het verzoek een vragenlijst in te vullen na resectie (T1) en vervolgens 6 (T2) en 12 maanden (T3) later. Neuropathieklachten werden gemeten met behulp van een specifieke, gevalideerde EORTC-vragenlijst (Quality of Life Questionnaire-Chemotherapy-Induced Peripheral Neuropathy 20).

Meer neuropathische klachten
Van de 155 patiënten die uitgenodigd werden, voltooiden 117 patiënten (76%) de eerste vragenlijst.  De tweede en derde vragenlijst werden door respectievelijk 69 en 59 patiënten voltooid. Het verloop van de sensorische symptomen tintelende vingers of handen; tintelende tenen of voeten; gevoelloosheid in de vingers of handen; en gevoelloosheid in tenen of voeten was significant ongunstig voor patiënten die adjuvante chemotherapie (CAPOX of capecitabine) kregen in vergelijking met patiënten die geen adjuvante chemotherapie hadden ontvangen.

Het verloop van gevoelloosheid in tenen of voeten verschilde ook significant tussen patiënten die met CAPOX waren behandeld (na resectie 7%; na zes maanden 50% en na twaalf maanden 42%) ten opzichte van patiënten die een behandeling met capecitabine (CapMono) kregen (na resectie 17%; na zes maanden 31% en na twaalf maanden 8%). Verder blijkt dat patiënten die therapie met CapMono kregen aanzienlijk minder tintelende tenen of voeten melden (na resectie 6%; na zes maanden 25% en na twaalf maanden 7%) in vergelijking met patiënten die CAPOX ondergingen (na resectie 0%; na zes maanden 50% en na twaalf maanden 58%).

Conclusies en aanbevelingen
Felice van Erning en collega’s concluderen dat het verloop van enkele sensorische symptomen mettertijd minder gunstig zijn voor oudere patiënten met dikkedarmkanker die een behandeling kregen met chemotherapie. Verder blijkt uit deze studie dat patiënten die chemotherapie met CAPOX kregen vaker neuropathische symptomen rapporteren in tenen en voeten dan patiënten die behandeld zijn met CapMono. Volgens de onderzoekers is het belangrijk om patiënten te informeren over de risico’s van adjuvante behandeling, zodat patiënten geïnformeerd tot een afgewogen besluit kunnen komen.

Belangrijkste aandachtspunten voor artsen en patiënten
Om artsen en patiënten te helpen bij het nemen van een gezamenlijk besluit over een geschikte behandeling is niet alleen informatie over het extra overlevingsvoordeel bij verschillende behandelingen van belang, maar ook informatie over mogelijke bijwerkingen op zowel korte als lange termijn. Samengevat is het nuttig dat artsen en patiënten rekening houden met de volgende aandachtspunten:

  • Neuropathie is een belangrijke toxiciteit die interfereert met vele aspecten van het dagelijks leven. In het bijzonder bij de groeiende populatie oudere patiënten kan aantasting van functionele capaciteiten een significant effect hebben op hun leven.

  • Uit deze longitudinale studie blijkt dat bij oudere patiënten met stadium III dikkedarmkanker het verloop van de sensorische symptomen tintelende vingers of handen; tintelende tenen of voeten; gevoelloosheid in vingers of handen; en gevoelloosheid in tenen of voeten aanzienlijk ongunstiger is na adjuvante chemotherapie (CAPOX of CapMono) dan wanneer zij geen adjuvante chemotherapie kregen.

  • Het verloop van gevoelloosheid in de tenen en voeten verschilde aanzienlijk tussen patiënten die werden behandeld met CAPOX vergeleken met patiënten behandeld met CapMono. Bovendien rapporteerden patiënten die CapMono kregen significant minder vaak tintelende tenen en voeten dan patiënten die een combinatiebehandeling kregen met CAPOX.

  • Omdat het effect van oxaliplatin op de overleving onzeker is bij oudere patiënten met stadium III dikkedarmkanker en de resultaten van onderhavige studie aantonen dat oudere patiënten die CAPOX kregen meer sensorische symptomen ondervinden in tenen en voeten, is de toevoeging van oxaliplatin mogelijk niet gerechtvaardigd.

  • Het is van het allergrootste belang dat artsen hun patiënten helder informeren over het risico op het ontwikkelen van neuropathische symptomen, zodat patiënten in staat zijn om een goed geïnformeerde en weloverwogen beslissing te nemen.

 

  • Van Erning FN, Janssen-Heijnen ML, Wegdam JA, Slooter GD, Wijsman JH, Vreugenhil A, Beijers TA, van de Poll-Franse LV, Lemmens VE.: ‘The Course of Neuropathic Symptoms in Relation to Adjuvant Chemotherapy Among Elderly Patients With Stage III Colon Cancer: A Longitudinal Study’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

Gerelateerd nieuws

Chemotherapie-geïnduceerde neuropathie: een onderschatte bijwerking

Patiënten met stadium II of III dikkedarmkanker die behandeld zijn met platinumderivaten hebben veel last van bijwerkingen, waaronder chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie. Bij patiënten met multipel myeloom komen dergelijke bijwerkingen eveneens vaak voor, zo blijkt uit promotieonderzoek van Tonneke Beijers (Máxima Medisch Centrum). Genoemde klachten treden niet alleen op tijdens en kort na de behandeling, maar kunnen twee tot zelfs elf jaar later nog steeds voorkomen. Daarom is het belangrijk om deze klachten tijdig op te sporen, zodat behandeling van patiënten met een verhoogd risico -indien nodig- kan worden aangepast. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van PROFILES, het patiëntenvolgsysteem van IKNL en Tilburg University.

lees verder