Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
De naleving van richtlijnen bij de behandeling van patiënten met hoog-risico stadium II en stadium III dikkedarmkanker is in Nederland suboptimaal. Die conclusie trekken Lotte Keikes (AMC) en collega’s op basis van een vragenlijst uitgezet onder een selectie van medisch oncologen in alle Nederlandse ziekenhuizen. Het niet-naleven van de richtlijnen had voornamelijk betrekking op overbehandeling met adjuvante chemotherapie bij patiënten met stadium II en III dikkedarmkanker en onderbehandeling met doelgerichte therapie bij gemetastaseerde dikkedarmkanker. De onderzoekers noemen een aantal mogelijke oorzaken en doen aanbevelingen om de implementatie en monitoring van richtlijnen te verbeteren.
lees verderBehandeling van patiënten met gevorderd stadium van niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is complex. Chemoradiotherapie is veruit de meest gebruikte behandeling in Nederland bij patiënten met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom. Met adequate stadiëring kan worden voorkomen dat patiënten worden uitgesloten die mogelijk baat kunnen hebben van chirurgie. Dat is een van de aanbevelingen in het proefschrift waarop Christian Dickhoff 8 december 2017 promoveert aan de VU in Amsterdam. Daarin gaat hij ook in op chemoradiotherapie bij oudere patiënten, trimodale therapie bij stadium IIIA niet-kleincellig longcarcinoom, opties bij een recidief en persisterende ziekte en kans op complicaties bij chirurgie.
lees verderEr bestaat grote variatie tussen Nederland en België én binnen deze landen als het gaat om de behandeling van patiënten met niet-operabel (stadium III) niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Dat blijkt uit een observationele, population-based studie van Iris Walraven (NKI-AvL) en collega’s, waarin de verschillen tussen gelijktijdige en sequentiële chemoradiotherapie zijn onderzocht. De keuze voor sequentiële chemoradiotherapie bij deze patiënten hing significant samen met een hogere leeftijd en een gevorderd stadium van de ziekte. Volgens de onderzoekers is aanvullend onderzoek nodig om tot een betere behandelstrategie te komen voor individuele patiënten met gevorderd stadium van NSCLC.
lees verderIn 2016 werden ruim 17.000 nieuwe diagnoses van borstkanker gesteld, ongeveer gelijk aan een jaar eerder. Bij circa 14.600 patiënten ging het om een invasieve vorm van borstkanker. Bij de overige patiënten gaat het om DCIS, een voorstadium van borstkanker. Dit blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De cijfers tonen aan dat het aantal vrouwen met uitgezaaide borstkanker bij diagnose is toegenomen. Dat is mogelijk een gevolg van de introductie van betere diagnostische technieken. IKNL ondersteunt daarom wetenschappelijk onderzoek naar achterliggende oorzaken en betere behandelingen.
lees verderTherapie met het middel S-1 hangt samen met een significant lagere incidentie van het hand-voetsyndroom ten opzichte van behandeling met capecitabine bij Westerse patiënten met gemetastaseerde dikkedarmkanker. Dat blijkt uit een studie van J. Kwakman en collega’s gepubliceerd in de European Journal of Cancer. Bij geselecteerde patiënten kan behandeling, beginnend met fluoropyrimidine monotherapie, een geldig alternatief zijn voor combinatietherapie. Monotherapie wordt vaak gebruikt bij oudere of zwakke patiënten. Daarom mogen de uitkomsten van deze studie niet worden vergeleken met de resultaten bij patiënten met darmkankermetastasen in de algemene populatie.
lees verderOudere patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker en patiënten met buikvliesuitzaaiingen mogen op voorhand niet als ‘onbehandelbaar’ worden beschouwd. Uit promotieonderzoek van Lieke Razenberg (Catharina Ziekenhuis, IKNL) blijkt dat operatief verwijderen van alle zichtbare tumorweefsel in combinatie met het spoelen van de buik met verwarmde chemotherapie (CRS-HIPEC) bij geselecteerde patiënten met buikvliesuitzaaiingen een overleving van meer dan 32 maanden kan opleveren. Daarnaast dient volgens de promovenda bij oudere patiënten die niet in aanmerking komen voor combinatie-chemotherapie meer rekening gehouden te worden met alternatieven, zoals doelgerichte therapie.
lees verderEen aanzienlijk aantal patiënten met een gastro-enteropancreatische neuro-endocriene tumor (GEP-NET) heeft ook te maken peritoneale metastasen. De frequentie van deze metastasen en de overlevingskansen blijken sterk afhankelijk te zijn van de locatie van de primaire tumor. Dat concluderen Ariana Madani (IKNL, Erasmus MC, MMC) en collega’s van een groot aantal Nederlandse ziekenhuizen op basis van studie met data van de Nederlandse Kankerregistratie. Inzicht in de incidentie en risicofactoren van peritoneale metastasen kan volgens de onderzoekers bijdragen aan het ontwikkelen van geïndividualiseerde behandelstrategieën bij patiënten met heterogene neoplasmen.
lees verderEerstelijnstherapie met de middelen abiraterone en enzalutamide levert het beste bewijs voor verlenging van de progressievrije en algehele overleving bij chemotherapie-naïeve patiënten met gemetastaseerde, castratie-resistente prostaatkanker. Dat blijkt uit de systematische review van Michiel Poorthuis en Robin Vernooij (IKNL) en collega’s van VUmc en AMC. Op basis van wensen en voorkeuren van individuele patiënten kunnen ook andere behandelingen overwogen worden. Het bepalen van de volgorde en combineren van behandelopties blijft volgens de onderzoekers een uitdaging bij deze patiënten.
lees verder