Naleving richtlijn hoog-risico stadium II en III dikkedarmkanker suboptimaal

De naleving van richtlijnen bij de behandeling van patiënten met hoog-risico stadium II en stadium III dikkedarmkanker is in Nederland suboptimaal. Die conclusie trekken Lotte Keikes (AMC) en collega’s op basis van een vragenlijst uitgezet onder een selectie van medisch oncologen in alle Nederlandse ziekenhuizen. Het niet-naleven van de richtlijnen had voornamelijk betrekking op overbehandeling met adjuvante chemotherapie bij patiënten met stadium II en III dikkedarmkanker en onderbehandeling met doelgerichte therapie bij gemetastaseerde dikkedarmkanker. De onderzoekers noemen een aantal mogelijke oorzaken en doen aanbevelingen om de implementatie en monitoring van richtlijnen te verbeteren. 

Klinische richtlijnen worden opgesteld om hoogwaardige, evidence-based, zorg te waarborgen. Gegevens over de implementatie van richtlijnen in de klinische praktijk zijn schaars, ondanks het gegeven dat naleving van deze richtlijnen bijdraagt aan het voorkomen van over- en onderbehandeling en samenhangt met de overleving. In deze studie is daarom de naleving van richtlijnen onderzocht bij de systemische behandeling van patiënten met stadium II en stadium III dikkedarmkanker en gemetastaseerde dikkedarmkanker. 

Online enquête 
De onderzoekers benaderden in alle Nederlandse ziekenhuizen (n = 88) één medisch oncoloog die betrokken is bij de behandeling van patiënten met dikkedarmkanker. Alle deelnemers kregen een online enquête aangeboden met vragen over de lokale zorgstandaard voor adjuvante chemotherapie bij patiënten met een hoog-risico stadium II en stadium III dikkedarmkanker en eerstelijnsbehandelregimes bij patiënten met gemetastaseerde dikkedarmkanker. Het responspercentage was 70% (62/88). 

De gerapporteerde richtlijnnaleving bedroeg tenminste 60% van alle gepresenteerde situaties. Bij patiënten met hoog-risico stadium II dikkedarmkanker kwamen de behandelstrategieën in 66% van de ziekenhuizen overeen met de nationale richtlijnen, bij stadium III in 84%. Het aandeel geïdentificeerde overbehandelingspatronen lag op 28% respectievelijk 13%. Doelgerichte therapie werd niet routinematig verstrekt als eerstelijnsbehandeling bij patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker (variërend van 63% tot 71% in verschillende ziekenhuizen). De onderzoekers zagen geen verschillen in therapietrouw tussen de verschillende ziekenhuistypes.

Conclusies en aanbevelingen 
Lotte Keikes en collega’s concluderen dat de naleving van richtlijnen in Nederland zoals gerapporteerd door medisch oncologen suboptimaal is. Het niet-naleven van de richtlijnen had voornamelijk betrekking op overbehandeling met adjuvante chemotherapie bij hoog-risico stadium II en stadium III dikkedarmkanker en onderbehandeling met doelgerichte therapie van patiënten met gemetastaseerde dikkedarmkanker. Dit zou kunnen leiden tot praktijkvariatie in de behandeling van deze patiënten. 

Mogelijke verklaringen voor het niet-naleven zijn onbekendheid met (delen van) richtlijnen of het niet eens zijn met (onderdelen van) richtlijnen. Ook kunnen op ziekenhuisniveau financiële beperkingen een rol spelen. De onderzoekers doen de aanbeveling extra ondersteuning te bieden bij de implementatie en monitoring van richtlijnen in de klinische praktijk en te onderzoeken of er onderliggende oorzaken meespelen bij het niet-naleven van richtlijnen. In elk geval laten de resultaten van dit onderzoek zien dat het bestaan van richtlijnen geen garantie is voor optimale naleving en borging van de kwaliteit van zorg in de klinische praktijk. 
 

  • Keikes L, van Oijen MGH, Lemmens VEPP, Koopman M, Punt CJA.: ‘Evaluation of Guideline Adherence in Colorectal Cancer Treatment in The Netherlands: A Survey Among Medical Oncologists by the Dutch Colorectal Cancer Group.’ Clin Colorectal Cancer. 2017 Nov 17. pii: S1533-0028(17)30022-1.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl