De zorg is beter bij transmurale samenwerking in de palliatieve fase

Samenwerking bij palliatieve zorg leidt tot minder IC- en ziekenhuisopnames

Bij initiatieven waar ziekenhuizen, huisartsen en de thuiszorg intensief samenwerken krijgt een patiënt meer passende zorg in de laatste levensfase. Dertig dagen voor overlijden hebben patiënten minder te maken met IC- en ziekenhuisopnames, worden minder behandeld met chemotherapie en overlijden patiënten minder vaak in het ziekenhuis. Dat blijkt uit onderzoek van Chantal Pereira (IKNL) en collega’s, dat gepubliceerd is in het International Journal of Integrated Care.

Jaarlijks hebben ruim 110.000 mensen behoefte aan palliatieve zorg:  zorg die gericht is op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven voordat iemand komt te overlijden. Omdat zorg in de palliatieve fase vaak in meerdere sectoren plaatsvindt en door verschillende zorgprofessionals wordt geleverd, is transmurale samenwerking (samenwerking ‘over de sectoren heen’) nodig. Pereira, Dijxhoorn en collega’s wilden weten of de transmurale samenwerking de geleverde kwaliteit van zorg verbetert en welke impact dat heeft op de zorgkosten.

De onderzoekers keken naar verschillende aspecten van ‘potentieel niet-passende zorg’ in de laatste 30 dagen van het leven: overmatige of onnodig belastende behandelingen in de laatste maand die bij een patiënt in de laatste levensfase mogelijk niet meer gewenst zijn. In de studie gaat het om twee of meer (spoed)opnames in het ziekenhuis, minimaal 14 dagen verblijf in het ziekenhuis, het toedienen van chemotherapie bij kanker en een opname op de intensive care. De voorkeur voor een plek van overlijden is meestal niet het ziekenhuis, maar thuis, in een hospice of verzorgingstehuis. Sterfte in het ziekenhuis is daarom ook een aspect van potentieel niet-passende zorg. 

Transmurale zorg

Samen met Palliatieve Zorg Nederland (PZNL) startte het onderzoek met een landelijke inventarisatie van initiatieven waarin transmuraal wordt samengewerkt in 30 regio’s in Nederland. De onderzoekers vroegen initiatiefnemers documentatie en deelden de initiatieven in op basis van het ‘Kwaliteitskader palliatieve zorg’ en selecteerden de vijf koplopers vanuit deze initiatieven. In deze geselecteerde regio’s vergeleken onderzoekers de zorguitkomsten van alle overleden patiënten vóór implementatie van de initiatieven met die van de periode daarna. Daarnaast keken ze specifiek naar patiënten die binnen vijf initiatieven transmurale palliatieve zorg hadden ontvangen vanuit het initiatief, en vergeleken de zorguitkomsten van deze patiënten met een vergelijkbare controlegroep. Uit beide vergelijkingen komt een duidelijk beeld naar voren: binnen een initiatieven transmurale palliatieve zorg ontvangen vindt minder potentieel niet-passende zorg plaats. 

Kosten: verschuiving van ziekenhuis naar eerstelijn

Naast de zorguitkomsten brachten de onderzoekers ook de zorgkosten in kaart. De kosten van de patiënten binnen initiatieven lagen in totaal iets lager. De kosten verschoven van het ziekenhuisbudget naar de eerstelijnszorg. 

Betaaltitels

De studie laat zien dat samenwerken over de muren heen bijdraagt aan betere zorg, terwijl de kosten niet toenemen. De onderzoekers pleiten er daarom voor dat transmurale samenwerking meer wordt toegepast en dat er betere financieringsmogelijkheden komen. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft inmiddels vier experimentele betaaltitels ingevoerd waar zorginstellingen gebruik van kunnen maken. PZNL ondersteunt vanuit het project TAPA$ (transmurale palliatieve zorg met passende bekostiging) zorginstellingen bij het opzetten en financieren van transmurale samenwerkingen

Medewerkers

Natasja Raijmakers

Natasja Raijmakers

senior onderzoeker palliatieve zorg

lees verder
Gerelateerd nieuws

Naasten vaak vergeten in zorgtraject: de impact van uitgezaaide kanker reikt verder dan de patiënt

patient met haar familie

Jaarlijks sterven er ruim 45.500 mensen aan de gevolgen van kanker. Dit is de groep met uitgezaaide kanker die palliatieve zorg ontvangt (Kerncijfers palliatieve zorg). De diagnose uitgezaaide kanker heeft een grote impact op de kwaliteit van leven van zowel patiënten als hun naasten. Ongeneeslijk ziekzijn en sterven treft gemiddeld vier tot vijf naasten, die allemaal hun eigen vragen, onzekerheden en (toekomstig) verlies dragen. Uit onderzoek blijkt dat naasten te weinig aandacht ervaren voor hun welbevinden. Gelukkig komen er steeds meer initatieven die de zorg voor naasten inbedden in de formele en informele zorg.

lees verder

Sociaaleconomische verschillen beïnvloeden overleving bij kanker

Kanker in Nederland: Sociaaleconomische verschillen deel 3 Mensen met een lager inkomen in Nederland leven gemiddeld korter en hebben minder kans om kanker te overleven dan mensen met een hoger inkomen. Ook ervaren ze een verminderde kwaliteit van leven bij of na kanker. Dit blijkt uit ons nieuwste onderzoek naar sociaaleconomische ongelijkheid in de kankerzorg. De resultaten worden vanavond gepresenteerd en toegelicht tijdens het IKNL-symposium "Gezondheidsverschillen bij kanker in Nederland: Hoe dichten we de kloof?” lees verder