Proefschrift: inzicht in behandelpatronen en nieuwe follow-up methoden bij darmkanker
In het eerste deel van het proefschrift brengt Swartjes met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) diagnose- en behandeltrends rond darmkanker in kaart. Daarin ziet hij dat er grote veranderingen hebben plaatsgevonden in de incidentie en behandeling in de 21e eeuw, die overeenkomen met wetenschappelijke publicaties en geïntroduceerde richtlijnen. De incidentie van darmkanker piekte na de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker.
Rapport dikkedarm- en endeldarmkanker in Nederland
De epidemiologische trends die Swartjes beschrijft komen overeen met de cijfers uit het rapport ‘dikkedarm- en endeldarmkanker in Nederland’, dat de belangrijkste trends en ontwikkelingen laat zien.
Darmkanker op jongere leeftijd
Internationale onderzoeken laten een alarmerende toename zien van patiënten waarbij darmkanker onder de 50 jaar wordt gediagnosticeerd. Swartjes publiceerde in 2022 een studie waarin werd gekeken naar deze situatie in Nederland: waren er verschillen te zien in de jongere leeftijdsgroep? En vraagt dat om een specifiekere benadering voor deze patiëntgroep buiten de huidig geldende richtlijnen? In de studie zetten Swartjes en collega’s hier vraagtekens bij: de incidentie van patiënten met darmkanker onder de 50 jaar nam weliswaar toe in Nederland, maar die was vergelijkbaar met patiënten tussen de 50 en 59 jaar. De incidentie was daarnaast duidelijk hoger op oudere leeftijd.
Lokaal recidief: zorg lijkt goed geregeld
Twee studies uit het proefschrift belichten trends rondom locoregionaal recidief van dikkedarm- en endeldarmkanker. Bij dikkedarmkanker wordt bij 3,8 procent van de patiënten opnieuw een tumor gevonden rond de locatie van de primaire tumor. Bij endeldarmkanker is dat percentage iets hoger met 6,4 procent. Op basis van de studies zien Swartjes en collega’s dat de zorg in Nederland van goede kwaliteit is.
Follow-up vaker thuis
In het tweede deel van zijn proefschrift kijkt Swartjes naar trials en onderzoeken op basis van observationele data rondom de follow-up. Zo zag hij dat het teleonsult door de COVID-19-pandemie toenam en in de toekomst mogelijk meer zorg op afstand georganiseerd kan worden. Swartjes beschrijft ervaringen met follow-up op afstand binnen het Radboudumc (waarbij de patiënttevredenheid een 7,5 was, de kwaliteit van leven hoog bleef en zorgkosten werden bespaard) en belicht ook kwalitatief onderzoek. Hoewel meer follow-up in de thuissituatie volgens patiënten veel potentie had, vooral met betrekking tot het besparen van tijd en kosten, blijkt ook dat deze vorm van zorg niet voor iedereen het meest passend is. Patiënten en zorgverleners moeten bij dit soort initiatieven samen optrekken en bepalen wat de beste aanpak voor de patiënt is. In Nederland wordt momenteel ook onderzoek gedaan naar gepersonaliseerde nazorg na chirurgische resectie in de DISTANCE-trial. De eerste patiënt daarvan is in juli 2022 geïncludeerd, en zes ziekenhuizen participeren in deze studie. De uitkomsten zullen een indicatie geven of follow-up op afstand succesvol kan zijn.
- Hidde Swartjes promoveert op 28 maart in het Radboudumc. Zijn promotoren zijn prof. dr. Hans de Wilt (Radboudumc) en prof. dr. Kees Verhoef (Erasmus MC). Co-promotor is dr. Pauline Vissers (IKNL)
- U kunt het proefschrift van Swartjes hier downloaden. Of stuur een mail naar bibliotheek@iknl.nl