De kans op kanker en overleving in Europa afhankelijk waar je wieg staat
Kanker is een groot probleem voor de volksgezondheid in Europa. In 2022 waren er naar schatting 2,78 miljoen nieuwe gevallen van kanker in de 27 lidstaten van de Europese Unie (EU27) plus IJsland en Noorwegen (EU+2 landen), wat overeenkomt met ongeveer vijf nieuwe diagnoses per minuut. Naar verwachting zal kanker in 2035 de belangrijkste doodsoorzaak in Europa zijn. De verschillen in Europa zijn groot en we moeten deze verschillen op Europees niveau aanpakken. Dat is de boodschap van het pas verschenen rapport Beating Cancer Inequalities in the EU: Spotlight on cancer prevention and early detection van de European Cancer Inequalities Registry (ECIR) en OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development).
Er zijn veel factoren die bepalen wat je kans op kanker is of om daaraan te overlijden, waaronder sociaaleconomische status (SES) en ongezonde leefgewoonten. Maar ook het land waarin je woont telt mee. Is er een effectief nationaal preventiebeleid met laagdrempelige toegang tot bevolkingsonderzoeken en vaccinatieprogrammamma’s? Hoe snel zijn nieuwe medicijnen beschikbaar? Allemaal factoren die bijdragen aan een betere kans op overleving. Specifiek op al deze factoren zijn de verschillen aanzienlijk binnen Europa.
In Europees verband wordt Nederland geprezen om zijn kankerregistratie, snelle toegang tot nieuwe medicijnen en uitgebreide bevolkingsonderzoeken. Maar er zijn nog steeds gebieden waar verbetering nodig is, zoals het verkleinen van de verschillen tussen verschillende sociaaleconomische groepen. Onlangs bracht IKNL een eigen rapport uit over de relatie in Nederland tussen inkomensgroepen en de incidentie van kanker en het stadium bij diagnose.
Best practices delen
Om deze ongelijkheden bij kanker aan te pakken, pleit het rapport voor gecoördineerde inspanningen op Europees niveau. Door een scherpe monitoring kunnen zowel best practices als ongewenste ontwikkelingen binnen Europa snel opgespoord en gedeeld worden. Hiervoor is het van cruciaal belang om de Europese kankerregistraties duurzaam te financieren, het registratieproces in veel landen te versnellen en barrières in (de interpretatie van) privacywetgeving te slechten, zodat data uit Europese landen gekoppeld en vergeleken kunnen worden. Zo kunnen we meer nieuwe inzichten genereren om gericht de impact van kanker te reduceren.
Hoe scoort Nederland eigenlijk?
Op sommige gebieden doet Nederland het best goed, maar we kunnen ook nog (genoeg) leren van andere landen. Nederland beschikte als een van de laatste landen over een nationaal kankerplan. Het Nederlands Kanker Collectief (geïnitieerd door IKNL, KWF en NFK) lanceerde uiteindelijk in november 2023 de Nationale Kankeragenda. Dit plan draagt bij aan de inspanningen van Nederland binnen het European Beating Cancer Plan. Hierin staan vijf geprioriteerde doelen: rookgedrag, vroege opsporing, zeldzame kankers, (late) gevolgen, en werk en kanker.
De sterftecijfers door kanker zijn in sommige landen tot wel 1,6 keer zo hoog
Terwijl het aantal kankerdiagnoses tussen 2010 en 2022 is toegenomen in 14 van de 24 landen met beschikbare gegevens, is het aantal sterfgevallen door kanker in de EU27 in deze periode met 10% gedaald, waarbij voor de meeste kankersoorten een afname werd gezien. De sterfte aan kanker blijft echter hoog (22,5% van alle sterfgevallen) en is in sommige EU+2 landen tot wel 1,6 keer zo hoog als in andere landen. Voor veel vormen van kanker worden hogere sterftecijfers aangetroffen in Midden- en Oost-Europese landen (Kroatië, Hongarije, Letland, Slowakije en Slovenië), terwijl West- en Noord-Europese landen (Finland, Luxemburg, Spanje en Zweden) de laagste sterftecijfers hebben. Nederland zit in de middenmoot.
Niet iedereen heeft hetzelfde risico om aan kanker te overlijden, ook niet in verschillende regio’s binnen hetzelfde land. Het sterftecijfer door kanker verschilt tot 37% tussen regio's in Roemenië en minstens 30% tussen regio's in Frankrijk, Duitsland, Polen en Spanje. Mannen hebben bijna 70% hogere sterftecijfers dan vrouwen. Bovendien hebben mannen met een lager opleidingsniveau 2,6 keer zoveel kans om aan longkanker te sterven dan mannen met een hoger opleidingsniveau; voor vrouwen is dat 1,7 keer zoveel.
Een ongezonde levensstijl, metabole risico's en een slecht milieu verklaren meer dan 40% van de kankerlast
Verreweg de belangrijkste risicofactor voor sterfte door kanker in de EU+2-landen is tabak (meer dan een kwart van de sterfgevallen door kanker wordt toegeschreven aan roken), gevolgd door alcoholgebruik, ongezonde voeding, beroepsrisico's, overgewicht en obesitas, hoge bloedsuikerspiegel, luchtvervuiling, lichamelijke inactiviteit en besmetting met drie soorten virussen: het humaan papillomavirus (HPV) het hepatitis B-virus en het hepatitis C-virus. De belangrijkste risicofactoren voor kanker komen in Europa vaker voor bij mensen met lagere sociaaleconomische kenmerken. Er zijn ook grote verschillen in kankerrisicofactoren per geslacht ten nadele van mannen - met name voor roken, alcoholgebruik, slechte voeding, overgewicht en obesitas. In de EU27 landen roken mannen 51% vaker dagelijks dan vrouwen en is er sprake van tweemaal zo vaak alcoholgebruik in vergelijking met vrouwen.
Allesomvattend preventiebeleid gericht op kwetsbare bevolkingsgroepen
Omdat we 40% van de kankersterftegevallen kunnen voorkomen moet er veel meer ingezet worden op een effectief preventiebeleid, op nationaal en Europees niveau en hier moeten we ook meer geld voor uittrekken. De meeste lidstaten investeren, volgens het rapport, te weinig in preventie: in 2021 is in de EU27 gemiddeld slechts 5,1% van de totale gezondheidsuitgaven aan preventie besteed. Om de alarmerende trends in de kankerincidentie en ongelijkheid tegen te gaan, is een fundamenteel preventiebeleid nodig om de risicofactoren voor kanker aan te pakken en zich te richten op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico. Ook moeten de verschillen ten nadele van groepen met een lage SES in deelname aan kankerscreening en vaccinatieprogramma’s aangepakt worden, door manieren te bedenken om kwetsbare bevolkingsgroepen beter te bereiken.
Screening alleen is onvoldoende voor vroegtijdige opsporing; het begint bij bewustwording
Screening op borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker vergroot de kans op een vroegtijdige opsporing en daarmee een betere overleving. Ondanks het feit dat de meeste EU-landen screeningprogramma’s hebben voor borst-, darm- en baarmoederhalskanker, lopen de deelnamepercentages sterk uiteen en zijn ze in veel landen zorgwekkend laag. In 11 EU+2-landen heeft minder dan de helft van de vrouwen in de leeftijd van 50-69 jaar de afgelopen twee jaar een mammografie laten maken. Er zijn ook verschillen in kankerscreeningpercentages ten nadele van groepen met een lager opleidings- of inkomensniveau: het percentage vrouwen met een lage SES dat een mammografie heeft laten maken is 15% lager. Daarnaast laten mensen met een lage SES zich minder vaak vaccineren dan mensen met een hoge SES.
Het realiseren van een hogere opkomst bij kankerscreening en vaccinatieprogramma’s begint met het vergroten van het bewustzijn over kanker, vooral bij kwetsbare bevolkingsgroepen. Dit houdt in kennis vergroten over de symptomen van kanker en de voordelen van meedoen aan bevolkingsonderzoeken, waarbij huisartsen een belangrijke rol in spelen. Maar ook voorlichtingsprogramma’s ontwikkelen voor laaggeletterden en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.
Conclusie
Over het geheel genomen laat dit rapport zien dat er in Europa nog veel werk moet worden verzet om de toenemende last van kanker en ongelijkheid daarin aan te pakken.
- Investeren in een allesomvattend preventiebeleid met speciale aandacht voor kwetsbare groepen
- Zorgen voor breed toegankelijke screening
- Streven naar een hoge vaccinatiegraad
- Snelle beschikbaarheid van nieuwe geneesmiddelen
- Vergelijken van kankerlast tussen Europese landen en het selecteren van de best practices.
Over dit rapport
Dit rapport is gebaseerd op de Landenprofielen over kanker van de EU landen en de European Cancer Inequalities Registry, (ECIR). Het onderzoekt beleid en acties om de impact van kanker te reduceren, met de nadruk op het aanpakken van te voorkomen risicofactoren en het verbeteren van het bereik van screening en vroegtijdige diagnose om verontrustende kankertrends en ongelijkheden tegen te gaan.
De European Cancer Inequalities Registry (ECIR) is een initiatief van het European Beating Cancer Plan. Het levert betrouwbare gegevens over kankerpreventie en -zorg om trends, ongelijkheden en ongelijkheden tussen lidstaten en regio's vast te stellen.
ECIR heeft inmiddels 3 mijlpalen opgeleverd:
- ECIR data tool (2022). Met deze tool kun je op een interactieve manier indicatoren voor de ongelijkheden in kankerpreventie en -zorg in heel Europa vergelijken.
- Publicatie van 29 landenprofielen over kanker (2023). Landenprofiel voor Nederland 2023
- Rapport "Beating Cancer Inequalities in the EU: Speciale aandacht voor kankerpreventie en opsporing" (2024).
Rol IKNL bij totstandkoming van dit rapport
Alle Europese landen nemen deel in de werkgroep rondom het European Cancer Inequalities Registry en maken afspraken rondom onderzoek en verdere ontwikkeling van ECIR. IKNL neemt hierin met de uitgebreide data en duiding vanuit de NKR deel namens Nederland. Inzichten uit ECIR worden via het Nederlands Kanker Collectief (NKC) vertaald naar de Nationale Kankeragenda.