promotie Nora Lize

De psychosociale gevolgen van het onvermogen tot eten worden vaak over het hoofd gezien

Ongeveer de helft van de patiënten met kanker ervaart voedingsproblemen als gevolg van de ziekte of de behandelingen. Dit kan leiden tot slechte eetlust, moeite met slikken of gewichtsverlies. Minder bekend is dat deze eetproblemen ook psychosociale gevolgen hebben zoals boosheid, teleurstelling en verdriet. Dat blijkt uit het proefschrift ‘Food is more than nutrition – psychosocial consequences of a reduced ability to eat in patients with cancer' van Nora Lize. Ze promoveerde op 3 juli aan Tilburg University.

Zorgprofessionals zijn zich terdege bewust van voedingsproblemen bij hun patiënten, maar richten zich vooral op fysieke gevolgen. Patiënten hebben grote behoefte aan erkenning van juist deze psychosociale problemen. Zorgverleners zouden de impact van psychosociale gevolgen standaard met de patiënt moeten bespreken en daarin ook de naasten betrekken. Bewustwording hierover creëren bij (eerstelijns) zorgverleners die betrokken zijn bij de voedingszorg en wat zij daarbij voor patiënten en naasten kunnen betekenen, is de eerste stap in betere zorg bij deze problematiek.

Onderzoeksopzet

Nora Lize heeft twee kwalitatieve interviewstudies en een vragenlijststudie uitgevoerd met patiënten met hoofd-hals kanker, longkanker en lymfoom, én hun naasten. In de kwalitatieve interviews werd gevraagd naar de ervaringen met de psychosociale gevolgen van het moeilijker eten bij kanker en naar hun ervaringen met de informele en professionele ondersteuning die zij hierbij ontvingen. 

Op basis van deze interviews is een vragenlijst ontwikkeld waarin de emotionele impact en de tevredenheid met de psychosociale ondersteuning van zorgverleners bij deze problemen door moeilijker eten werden uitgevraagd.

Ook is onderzocht hoe voedingsgerelateerde klachten, zorgbehoeften en ontvangen zorg samenhangen met kwaliteit van leven bij patiënten met gevorderde kanker. Hiervoor is de baseline vragenlijst van de prospectieve cohort studie (eQuipe) naar kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg gebruikt.

Als laatste zijn er kwalitatieve interviews afgenomen bij eerstelijns zorgverleners. Deze interviews bieden inzicht in de ervaringen van deze zorgverleners met het geven van psychosociale ondersteuning bij het moeilijker eten aan patiënten met gevorderde kanker.

Belangrijkste bevindingen van het onderzoek

  • Patiënten met kanker én hun naasten ervaren psychosociale gevolgen van het moeilijker eten gedurende het hele ziektetraject én erna. Daarnaast is de emotionele impact van deze problematiek hoog.
  • De geboden professionele ondersteuning bij het moeilijker eten lijkt niet altijd goed aan te sluiten bij de behoeften van de patiënt. Dit geldt zowel voor patiënten onder behandeling in het ziekenhuis, als voor patiënten met langdurige of permanente voedingsklachten.
  • Patiënten willen graag erkenning van de psychsociale gevolgen van het moeilijker eten van hun zorgverleners, en bij ernstige klachten hebben zij behoefte aan gepersonaliseerde en multidisciplinaire ondersteuning hierbij.
  • Niet alle eerstelijns zorgverleners bespreken de psychosociale gevolgen van het moeilijker eten met patiënten met gevorderde kanker en diens naasten. Multidisciplinaire samenwerking is de belangrijkste faciliterende factor voor zorgverleners om het gesprek over deze problematiek aan te gaan.

Aanbevelingen voor zorgverleners

  • Herken én erken de psychosociale gevolgen van het moeilijker eten gedurende het gehele ziekteproces.
  • Geef basale psychosociale ondersteuning bij het moeilijker eten.
  • Betrek de naasten bij de psychosociale ondersteuning voor het moeilijker eten.
  • Informeer patiënten en naasten over informele ondersteuningsmogelijkheden.
  • Herken de patiënten die gepersonaliseerde ondersteuning nodig hebben bij het moeilijker eten.
  • Organiseer indien nodig multidisciplinaire ondersteuning voor het moeilijker eten.

Download hier het proefschrift van Nora Lize

 

 

Gerelateerde projecten

'Hij moet toch eten?' Psychosociale gevolgen van onvermogen tot eten

De psychosociale gevolgen van het onvermogen tot eten en ongewenst gewichtsverlies is binnen de oncologische en palliatieve zorg een onderbelicht thema. Patiënten met kanker kunnen door klachten vaak niet voldoende eten, met gewichtsverlies tot gevolg. Zorginstituut Nederland heeft in november 2017 subsidie beschikbaar gesteld aan IKNL voor het onderzoeksproject ‘Hij moet toch eten?’.

lees verder
Medewerkers

Sandra Beijer

Sandra Beijer

senior onderzoeker

lees verder

Natasja Raijmakers

Natasja Raijmakers

senior onderzoeker palliatieve zorg

lees verder
Gerelateerd nieuws

Impact van urineverlies na operatie of bestraling bij prostaatkanker

urineverlies bij prostaatkanker

Eén op de drie mannen die na een operatie of bestraling voor prostaatkanker urineverlies heeft, ervaart altijd of vaak negatieve invloed van urineverlies op het gebied van seksualiteit en intimiteit en bij onderweg zijn. Daarnaast maakt het urineverlies een kwart van de mannen onzeker en een op de vijf mannen schaamt zich ervoor. Dit blijkt uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Prostaatkankerstichting onder 974 mannen die na een operatie of bestraling voor prostaatkanker te maken kregen met urineverlies. 

lees verder

Cruciale behoefte aan meer ondersteuning voor naasten van patiënten met kanker in de laatste levensfase

Laurien, een witte vrouw met blond haar in een staartje, glimlacht de camera in. Linksonder staat de tekst 'Proefschrift over het welzijn van naasten van kankerpatiënten in laatste levensjaar'. In het recente proefschrift van dr. Laurien Ham, getiteld ‘What about us? Experiences of relatives during end-of-life cancer care and bereavement’, wordt aandacht besteed aan de vaak onderbelichte groep rondom patiënten met kanker: de naasten. Het onderzoek, uitgevoerd door Laurien Ham voor IKNL i.s.m. Tilburg University en gisteren (25 maart) gepresenteerd tijdens haar promotie, belicht de emotionele, sociale en existentiële uitdagingen waar naasten van patiënten met ongeneeslijke kanker mee geconfronteerd worden in het laatste levensjaar van hun dierbare. lees verder