Verandering in emotioneel functioneren naasten van patiënten met gevorderde kanker in laatste levensjaar
Het emotioneel functioneren van naasten van patiënten met gevorderde kanker in hun laatste levensjaar neemt in die tijd significant af, blijkt uit onderzoek van Laurien Ham (IKNL/PZNL) en collega’s van IKNL en diverse ziekenhuizen. Op basis van data uit de eQuiPe-studie onderzochten Ham en collega’s het verloop van het emotioneel functioneren van naasten en welke factoren daarop van invloed waren. Het soort relatie tussen patiënt en naaste, slaapproblemen van de patiënt en ervaren continuïteit van zorg bleken gerelateerd te zijn aan het beloop van emotioneel functioneren.
Kanker en in het bijzonder gevorderde kanker heeft niet alleen grote impact op de patiënt zelf, maar ook op de naasten van die patiënt. Daarom wilden Ham en collega’s in kaart brengen wat die impact is op de kwaliteit van leven van de naasten van patiënten met gevorderde kanker, specifiek in het laatste levensjaar, als het duidelijk wordt dat de patiënt niet lang meer te leven heeft. Ham en collega’s keken daarom aan de hand van data uit de eQuiPe-studie wat het beloop was van het emotioneel functioneren van 409 naasten van patiënten met gevorderde kanker in hun laatste levensjaar. De gemiddelde leeftijd was 64, 61% was vrouw en 75% van de naasten was de partner van de patiënt.
Partner-zijn en slaapproblemen patiënt gerelateerd aan lager emotioneel functioneren
Ham en collega’s zagen dat het emotioneel functioneren van naasten significant afnam in het laatste levensjaar van de patiënt, van 73.9 naar 64.6 (op een schaal van 100). Het zijn van de partner van de patiënt en naaste zijn van een patiënt met slaapproblemen bleken te zorgen voor een sterkere afname in emotioneel functioneren. Daarentegen bleek het ervaren van meer continuïteit van zorg (aan zowel patiënt als naaste) positief samen te hangen met een minder sterke afname in emotioneel functioneren. Het aantal naasten die klinisch relevante emotionele problemen ervaarden (d.w.z. een score lager dan 71 uit 100) nam significant toe over tijd: van 40% in 9-12 maanden voor overlijden naar 55% in de laatste drie levensmaanden.
Aandacht voor naasten essentieel
De resultaten uit het onderzoek van Ham en collega’s laten zien dat zorgverleners ook aandacht voor naasten moeten hebben, zodat de juiste zorg geboden kan worden op het moment dat naasten die zorg nodig hebben. Ham: ‘Het is belangrijk er meer aandacht komt voor de naasten van patiënten met gevorderde kanker, zodat zorg geboden kan worden aan naasten wanneer ze dat nodig hebben. Deze zorg kan zowel door formele zorgverleners geboden worden als door de informele omgeving.’
Continuïteit van zorg verbeteren ten goede van patiënt en naaste
Daarnaast blijkt dat continuïteit van zorg een positief effect heeft op het emotioneel functioneren van naasten, zoals een eerder onderzoek (Versluis, 2023) ook al liet zien dat continuïteit van zorg een positief effect heeft op de kwaliteit van leven van patiënten met gevorderde kanker. Verbeteren van de continuïteit van zorg lijkt daarom van belang voor het welzijn van patiënten met gevorderde kanker en naasten. Het verbeteren van de samenwerking tussen verschillende zorgorganisaties en afdelingen draagt daaraan bij, aldus de onderzoekers. Een vast aanspreekpunt kan ook hierin helpen en ervoor zorgen dat de wensen en behoeften van patiënten en naasten op ieder moment duidelijk zijn voor alle zorgverleners.
Meer informatie
Neem contact op met Laurien Ham, onderzoeker, of lees het volledige artikel:
- Ham, L., Fransen, H. P., Raijmakers, N. J., van den Beuken‐van Everdingen, M. H., van den Borne, B., Creemers, G. J., ... & van de Poll‐Franse, L. V. (2023). Trajectories of emotional functioning and experienced care of relatives in the last year of life of patients with advanced cancer: A longitudinal analysis of the eQuiPe study. Psycho‐Oncology.