Ignace de Hingh op leerstoel ’Integrale benadering van gastro-intestinale maligniteit’

Oncologisch chirurg dr. Ignace H. De Hingh wordt benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. De Hingh is chirurg bij het Catharina Ziekenhuis Eindhoven en medisch adviseur bij Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). Hij wordt benoemd op de IKNL/MUCM+ leerstoel ’Integrale benadering van patiënten met een gastro-intestinale maligniteit’. Het doel van zijn onderzoek naar uitkomsten van behandelingen is het continu verbeteren van de patiëntenzorg. De Hingh: "Afstemmen van zorg voor kankerpatiënten leidt tot betere overlevingskansen.”

De leerstoel beoogt de zorg te verbeteren voor patiënten die kanker hebben in een van de buikorganen door onder meer onderzoeken te doen naar de oorzaak, de bestrijding en de behandelmethoden ervan. Eén van de aandachtsgebieden is buikvlieskanker, waarbij de HIPEC- en PIPAC-behandeling verder onderzocht worden. 

Verzekerd zijn van de beste zorg

Naast het opzetten en uitvoeren van patiëntgebonden klinisch onderzoek en het actief delen van die resultaten, zet De Hingh zich ook in om de zorg voor patiënten met kanker in Nederland te verbeteren door kennis over te dragen over het opzetten van ziekenhuis-overstijgende multidisciplinaire teams. “Patiënten met kanker moeten, in welk ziekenhuis ze zich ook melden, altijd verzekerd zijn van de beste zorg. Uit onderzoek blijkt dat dat nog niet altijd het geval is. In Nederland is de kankerzorg van hoog niveau. Maar toch komt het voor dat een patiënt met een complexe vorm van kanker niet wordt doorverwezen naar een gespecialiseerd ziekenhuis. Daar ga ik me voor inzetten, want elke patiënt heeft recht op de beste zorg,” aldus De Hingh. 

De patiënt centraal

De behandeling van oncologische patiënten is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. In het verleden werd een patiënt met kanker veelal door één opererende specialist in één ziekenhuis behandeld. Momenteel wordt de zorg steeds vaker aangeboden door multidisciplinaire oncologische behandelteams die vaak ziekenhuizen en soms zelfs de landsgrenzen overstijgen. De Hingh: “Daarbij staat niet langer het ziekenhuis, maar de patiënt centraal in het zorgproces. Daarnaast nemen de mogelijkheden voor behandeling toe, waardoor bij elke patiënt afzonderlijk de afweging moet worden gemaakt welke behandeling het meest effectief is. Dit alles maakt het integreren van de kennis van verschillende en vaak uiteenlopende disciplines noodzakelijk. “

Ignace de Hingh is chirurg in het Catharina Ziekenhuis Eindhoven met als specialisaties de complexe oncologische ingrepen zoals operaties aan alvleesklierkanker en Hypertherme Intra Peritoneale Chemotherapie (HIPEC). Hij is voorzitter van de Dutch Peritoneal Oncology Group (DPOG), bestuurslid van de Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG) en zit in diverse andere commissies binnen de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVVH) en de Nederlandse Vereniging voor Chirurgische Oncologie (NVCO). 

Gerelateerd nieuws

Chemotherapie bij dikkedarmkanker leidt vaak tot langdurige neuropathie

pijnlijke voeten

Patiënten met dikkedarmkanker die behandeld zijn met chemotherapie kunnen tot twee jaar na diagnose symptomen hebben van perifere, sensorische en motorische neuropathie. Vaak gaat het hierbij om tintelingen en verdoofdheid in tenen of voeten met impact op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Dat blijkt uit onderzoek van Cynthia Bonhof (CoRPS, Tilburg University) en collega’s. Volgens de onderzoekers is het cruciaal dat patiënten hierover worden geïnformeerd. Ook zouden artsen passende ondersteuning kunnen aanbieden.

lees verder

Adjuvante chemotherapie na resectie buikvliesuitzaaiingen dikkedarmkanker

Adjuvante chemotherapie na resectie buikvliesuitzaaiingen dikkedarmkanker

Patiënten met dikkedarmkanker met geïsoleerde synchrone buikvliesuitzaaiingen die na chirurgie adjuvante systemische chemotherapie krijgen lijken een betere algehele overleving te hebben dan patiënten die geen adjuvante systemische chemotherapie krijgen. Dat blijkt uit onderzoek van Koen Rovers (Catharina Ziekenhuis) en collega’s met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Gerandomiseerde trials zijn nodig om deze bevindingen te bevestigen, maar artsen zouden deze resultaten kunnen gebruiken bij klinische besluitvorming in overleg met hun patiënten.

lees verder