KNMG ‘hoeder’ van Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland

Er is brede overeenstemming over wat de kwaliteit van de palliatieve zorg in Nederland moet zijn. Gemandateerde vertegenwoordigers van patiënten en hun naasten, wetenschappelijke en beroepsverenigingen van zorgverleners, beroepsverenigingen van geestelijk verzorgers, professionals in de psychosociale oncologie en zorgverzekeraars hebben dit vastgelegd in het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland. Dit kwaliteitskader is op 3 oktober 2017 officieel gelanceerd en aangeboden aan de KNMG. Hierop liet voorzitter René Heman namens de artsenfederatie weten ‘graag de hoeder te willen zijn van het kwaliteitskader’ en het met alle relevante partijen verder te willen brengen. ‘Implementeren van het kwaliteitskader is de volgende stap.’

De doelstelling van het ministerie van VWS om iedere inwoner van Nederland in 2020 verzekerd te laten zijn van kwalitatief goede palliatieve zorg op de juiste plek, het juiste moment en door de juiste zorgverleners, vormt de aanleiding voor het realiseren van het kwaliteitskader. In 2015 namen Pallactief en IKNL het initiatief om met een vertegenwoordiging van patiënten, hun naasten, zorgverleners en zorgverzekeraars te verwoorden wat de kwaliteit van palliatieve zorg in Nederland moet zijn.

Handreiking financiering
Het kwaliteitskader is richtinggevend geschreven en moet bijdragen aan een landelijk, eenduidig beleid om de palliatieve zorg te verbeteren. Hierbij wordt geredeneerd vanuit de wensen en zorgvragen van de patiënt en diens naasten op fysiek, psychologisch, sociaal en spiritueel vlak.  

Samen met het kwaliteitskader is een Handreiking financiering palliatieve zorg 2018 uitgebracht. Hierin zijn de mogelijkheden tot financiering van palliatieve zorg in iedere zorgsetting weergegeven. Op 21 september 2017 publiceerde de NZa wijzigingen om de declaratie van palliatieve zorg in het ziekenhuis vanaf 2018 te verbeteren. Deze en de overige geplande wijzigingen zijn meegenomen in de Handreiking financiering palliatieve zorg 2018. 

‘Draai niet om de dood heen’
Tijdens de lancering van het kader, waarbij ongeveer 80 genodigden van de betrokken organisaties aanwezig waren, is samen gepraat over het belang en de betekenis van het kwaliteitskader, en is gekeken naar de ontwikkelingen rond de financiering van palliatieve zorg. Ook is ingegaan op het belang van implementatie van het kwaliteitskader. Auteur en journaliste Frederiek Weeda opent de lanceringsbijeenkomst met haar persoonlijke verhaal. Toen haar man was uitbehandeld, bleef zij zitten met veel vragen en merkte ze dat er nog een groot taboe rust bij zorgverleners op praten over de dood. ‘Niemand wilde echt een antwoord geven op mijn vraag: ‘Hoe lang gaat dit lijden nog duren?’ Weeda is nu bezig een gids te schrijven waarin ‘in gewone mensentaal’ alle vragen en antwoorden staan waar zij destijds tegenaan liep.

Digitaal individueel zorgplan
Aansluitend worden de aanwezigen welkom geheten door bestuursvoorzitters Peter Huijgens van IKNL en Karin van der Rijt van Palliactief. Zij merken op dat het kwaliteitskader gaat helpen om dit taboe te doorbreken en van belang is voor het aanvullen van de ‘gereedschapskist’ voor zorgverleners. Zodat zij beter toegerust zijn om de patiënt en diens naasten de best mogelijke zorg te bieden in de laatste fase van het leven.

In een rondetafelgesprek onder leiding van journaliste Ilona Hofstra gaan leden van de werkgroep dieper in op het effect van het kwaliteitskader op de palliatieve zorg, wat de patiënt daarvan gaat merken en welke uitdagingen er nog liggen voor een succesvolle implementatie. Aan tafel zitten Manon Boddaert en Joep Douma (IKNL), Winny Toersen (Patiëntenfederatie Nederland), Anja Guldemond (V&VN), Franchette van den Berkmortel (FMS), Annemieke Kuin (VGVZ), Hester van der Kroon (FMS) en Carel Veldhoven (NHG). ‘De grootste winst van het kwaliteitskader is dat we nu een eenheid in taal hebben; een ankerpunt van waaruit je het gesprek kunt beginnen’, merkt Winny Toersen op. Manon Boddaert van IKNL benadrukt dat de ontwikkeling van een digitaal individueel zorgplan een noodzakelijk onderdeel is van een geslaagde implementatie.

Nederlandse Zorgautoriteit
Marian Kaljouw, bestuursvoorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit geeft een inkijkje in wat haar organisatie doet en wat er wat haar betreft nu moet gebeuren om de palliatieve zorg in Nederland naar een hoger plan te tillen. Zij feliciteert de aanwezigen met het kwaliteitskader en zegt hierover: ‘Het is een document waar alle betrokken partijen trots op mogen zijn en een stap in de juiste richting. Nu is het zaak het kwaliteitskader te implementeren. Dat vraagt om maatwerk en multidisciplinaire netwerken rondom de patiënt. Hier hoort passende bekostiging bij. De NZa draagt hier graag aan bij en gaat daarom met betrokken partijen het gesprek aan. Zodat mensen kunnen blijven rekenen op goede palliatieve zorg.’

Start implementatiefase
Tel je zegeningen, juich niet te vroeg en verlies nooit de moed, is de boodschap van Gerrit van der Wal, voorzitter van het programma Palliantie van ZonMw, nu de implementatiefase aanbreekt. Hij noemt onder meer gekwalificeerde zorgverleners, markering van de palliatieve fase, een digitaal individueel zorgplan en implementatieonderzoek als essentiële ingrediënten voor een succesvolle implementatie van het kader. Ook stipt hij het belang van voldoende betrokkenheid van zorgverzekeraars aan en merkt op dat de NZa daarin al belangrijk voorwerk heeft gedaan. Tot slot neemt René Heman het boek in ontvangst uit handen van Peter Huijgens en Karin van der Rijt. Als hoeder van het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland gaat de KNMG met de betrokken partijen stappen zetten voor de implementatiefase.

Gerelateerd nieuws

Derde pilot proactief gegevens delen in de palliatieve fase

Oproep proactief gegevens delen in palliatieve fase Proactieve zorgplanning houdt in dat zorgprofessionals de persoonlijke wensen en grenzen van patiënten met hen en hun naasten bespreken, vastleggen en zo nodig herzien. De uitkomsten van die gesprekken zijn op verschillende momenten en in verschillende zorgomgevingen relevant. Echter, proactieve zorgplanning gebeurt niet bij één zorgverlener of –organisatie. Ook de gekozen technische oplossing voor het delen van gegevens over proactieve zorgplanning beperkt zich in de praktijk niet tot één softwaresysteem of zorgproces. Binnen het project ‘Proactief gegevens delen in de palliatieve fase’ gaat in september 2024 de derde pilot van start ten behoeve van het delen van gegevens tussen zorgorganisaties. Zorgorganisaties die hulp kunnen gebruiken bij het digitaliseren van gegevens over palliatieve zorg of bij het digitaal delen van deze gegevens tussen zorgorganisaties, kunnen zich nu aanmelden voor deelname aan de pilot. lees verder

Cruciale behoefte aan meer ondersteuning voor naasten van patiënten met kanker in de laatste levensfase

Laurien, een witte vrouw met blond haar in een staartje, glimlacht de camera in. Linksonder staat de tekst 'Proefschrift over het welzijn van naasten van kankerpatiënten in laatste levensjaar'. In het recente proefschrift van dr. Laurien Ham, getiteld ‘What about us? Experiences of relatives during end-of-life cancer care and bereavement’, wordt aandacht besteed aan de vaak onderbelichte groep rondom patiënten met kanker: de naasten. Het onderzoek, uitgevoerd door Laurien Ham voor IKNL i.s.m. Tilburg University en gisteren (25 maart) gepresenteerd tijdens haar promotie, belicht de emotionele, sociale en existentiële uitdagingen waar naasten van patiënten met ongeneeslijke kanker mee geconfronteerd worden in het laatste levensjaar van hun dierbare. lees verder